Behandeling | Heupdislocatie bij de baby

Behandeling

Acute behandeling van heupluxatie bij baby's omvat snelle reductie, dwz herpositionering van de heup. In eerste instantie wordt deze behandeling op een conservatieve manier geprobeerd, waarbij het dijbeen hoofd wordt teruggedrukt in het acetabulum door middel van bepaalde manoeuvres onder narcose en in het verlamde spierstelsel van de baby. Als dit niet lukt, kan een operatie nodig zijn.

Op de lange termijn behandeling van de heupdysplasie zou dan moeten volgen. Het doel van deze behandeling is om de oorzaak van de heupontwrichting bij de baby. De groei van het misvormde acetabulum, de dakbedekking van het dijbeen hoofd en geeft daarmee stabiliteit, kan zo worden bevorderd en gecontroleerd dat er weer een fysiologische functie in het gewricht wordt bereikt.

Ook hier moet een keuze worden gemaakt tussen conservatieve behandeling en chirurgie. In milde gevallen is het voldoende om de been met wraps en bandages zodat het been licht gebogen en uitgespreid in de heup gewricht. In deze positie de been wordt ongeveer 6 weken vastgehouden, wat de groei van stimuleert kraakbeen en bot in de baby boven het dijbeen hoofd.

In ernstigere gevallen zijn spreidbroekjes of orthesen aangewezen, die tot 3 maanden iets langer gedragen moeten worden. In sommige gevallen moet een gipsverband op de baby worden aangebracht en als laatste optie is een operatie beschikbaar om de aandoeningen aan het gewricht te corrigeren. Naast verbanden en orthesen, a gips gips is als optie verkrijgbaar bij de behandeling van heupluxatie bij baby's.

De gips wordt meestal gebruikt wanneer een verminderde heupluxatie wordt gevolgd door een aanzienlijke instabiliteit bij de baby heup gewricht en een verdere heupluxatie kan niet bevredigend worden voorkomen door verbanden, luiers of spalken. Elke verdere uitval van de heupkop bij de baby zou het gewricht verder beschadigen en de genezing vertragen, wat effectief kan worden voorkomen door een gipsverband. Bij deze vorm van behandeling wordt het gips ook zo aangebracht dat de been is licht gebogen op de heup en naar buiten uitgespreid, afhankelijk van de mate van dysplasie. In deze positie is er weer voldoende contact tussen heupkop en heupkom om de groei van het gewricht bij de baby naar fysiologische condities te bevorderen.

De cast wordt gedurende een periode van 4-12 weken aangebracht. Het is natuurlijk belangrijk om het gips regelmatig te controleren om er zeker van te zijn dat deze in de juiste positie zit en dat nee schepen or zenuwen worden uit de baby geperst door een te strak gipsverband. De voortgang van de behandeling dient ook regelmatig te worden gecontroleerd door ultrageluid onderzoeken.

In de meeste gevallen wordt een heupluxatie bij de baby goed behandeld door conservatieve behandeling, zodat binnen het eerste levensjaar bevredigende resultaten kunnen worden verwacht. In sommige gevallen is de mate van heuppluxatie of dysplasie en daarmee het risico op permanente heuppluxatie bij de baby echter groter of werd deze te laat ontdekt. In dit geval moet de mogelijkheid van een operatie worden overwogen.

Er zijn verschillende methoden om deze slechte positie met een operatie te behandelen. Een acute heupluxatie bij een baby vereist een operatie als handmatige reductie niet mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als obstakels zoals botsplinters of pezen in de gewrichtsruimte voorkomen dat de heup terugschuift.

Deze open reductie door middel van chirurgie hoeft maar zelden te worden toegepast. Een langdurige behandeling voor heupluxatie bij baby's met een operatie bestaat uit het hervormen van de botten zodanig bij de heup betrokken dat er voldoende "overkapping" van de heupkop door de heupkom is. Procedures hiervoor zijn de intertrochantere varusosteotomie, de osteotomie volgens Salter of de drievoudige osteotomie volgens Tönnis, die bij oudere patiënten wordt toegepast. Alle ingrepen hebben in principe gemeen dat door het inbrengen of verwijderen van stukjes bot bij de heup boven het gewricht het gewrichtsdak vlakker wordt en dus beter de heupkop omsluit. Dit zorgt voor een betere stabiliteit en de heupkop glijdt niet meer uit het gewricht.