Artrose van de ISG - Gewricht | ISG - Het sacro-iliacale gewricht

Artrose van de ISG - Gewricht

Artrose in het sacro-iliacale gewricht wordt veroorzaakt door de jarenlange zware belasting van dit gewricht. Het sacro-iliacale gewricht (ook bekend als het sacro-iliacale gewricht) verbindt de wervelkolom met het bekken en is daarom een ​​centraal punt van krachtoverdracht van de rug, hoofd en armen naar het bekken en de benen. Door de rechtopstaande gang worden hier zeer sterke krachten overgebracht.

Om deze krachten op te vangen, wordt het gewricht geborgd door zeer sterke en strakke ligamenten en laat het slechts minimale beweging toe. Als de ligamenten nu worden belast door zware belasting, zoals zwaar lichamelijk werk gedurende vele jaren, en als er iets meer beweeglijkheid in het gewricht wordt gecreëerd, kan het wrijven van de gewrichtsoppervlakken leiden tot artrose. De gewrichtsoppervlakken slijten, de kraakbeen wordt dunner en het oppervlak is niet meer glad maar ruw.

Bij elke beweging zorgt het wrijven van deze ruwe oppervlakken voor pijnlijke prikkels. In situaties van hoge stress kan ook een plaatselijke ontsteking ontstaan, waardoor de pijn (zogenaamde geactiveerde artrose). Typische symptomen van sacro-iliacaal gewricht artrose zijn diep terug pijn, pijn in de billen en gedeeltelijk uitstralen van de pijn in de been.

Sensaties in het aangetaste huidgebied zijn ook mogelijk. De symptomen zijn vergelijkbaar met die van irritatie van de Ischiaszenuw en kan hiermee worden verward. Sacro-iliacaal gewricht artrose wordt gediagnosticeerd door de typische symptomen en een bijbehorende medische geschiedenis.

Veel geboorten kunnen ook een risicofactor zijn voor ISG-artrose als gevolg van een loslating van het ligamenteuze apparaat. Daarnaast wordt een klinisch onderzoek uitgevoerd door een ervaren examinator. De diagnose kan worden aangevuld met röntgenfoto's.

Therapeutisch, pijn behandeling en gedoseerde bewegingen onder fysiotherapeutische begeleiding worden in vroege stadia toegepast. Andere conservatieve behandelingen zoals osteopathie, stimulatie stroom en acupunctuur kan ook helpen. Bij ernstige pijn kan een zogenaamde lokale infiltratie worden toegepast. In deze procedure wordt een plaatselijke verdoving wordt op en in het gewricht geïnjecteerd, vaak samen met een cortisone-achtige medicatie (mogelijk onder controle van beeldvorming met behulp van CT of Röntgenstraal fluoroscopie).

Op deze manier kan verlichting worden bereikt, vooral in fasen met bepaalde pijnpieken. Chirurgie wordt als het laatste redmiddel beschouwd. Het gaat hierbij om het verstevigen van de verbinding door middel van schroeven, waardoor verder wrijven van de twee voegvlakken tegen elkaar wordt voorkomen, maar functieverlies tot gevolg heeft.