Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van hyperhidrose (zweten).
Familiegeschiedenis
Sociale Geschiedenis
- Wat is je beroep?
- Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of overbelasting als gevolg van uw gezinssituatie?
Actueel medische geschiedenis/ systemische geschiedenis (somatische en psychische klachten).
- Wanneer en in welke gebieden (bijv. Oksel, voeten, handen) zweet je en zweet je daarna spanning (opwinding, etc.), na de maaltijd (mogelijk door kruiden), lichamelijke inspanning, etc.?
- Zweet je over je hele lichaam?
- Als nachtelijk zweten: hoe lang lijdt u al aan meer nachtelijk zweten?
- Moet u zich 's nachts omkleden?
- Zweet u alleen in bepaalde delen van het lichaam of gegeneraliseerd?
- Heeft u bovendien koorts? Zo ja, op welk tijdstip van de dag? Hoe hoog is de koorts?
- Heeft u ongewenst gewichtsverlies opgemerkt?
Vegetatieve anamnese inclusief voedingsanamnese.
- Bent u te zwaar Geef ons uw lichaamsgewicht (in kg) en lengte (in cm).
- Eet je een uitgebalanceerd dieet?
- Eet je pittig eten?
- Rook je? Zo ja, hoeveel sigaretten, sigaren of pijpen per dag?
- Drink je alcohol? Zo ja, welke drank (en) en hoeveel glazen per dag?
- Gebruikt u drugs? Zo ja, welke medicijnen en hoe vaak per dag of per week?
Zelfgeschiedenis incl. medicatiegeschiedenis.
- Eerdere ziekten (stofwisselingsziekten, infecties, aandoeningen van het bewegingsapparaat en bindweefsel, tumor ziekten, ziekten van de zenuwstelsel).
- Operations
- Allergieën
- Zwangerschappen
Medicatiegeschiedenis
- Pijnstillers *
- Antiaritmica
- adenosine
- Klassiek anti-aritmica (flecaïnide).
- Antidepressiva *
- Tricyclisch antidepressiva (sibutramine).
- Eetlustremmers - tricyclisch antidepressiva (amitriptyline).
- Bètablokkers*
- Biologisch (infliximab)
- Cholinergica *
- hormonen
- Antioestrogenen (bijv tamoxifen) *.
- Cholecystokinine-analogen (ceruletide).
- GnRH-analogen (gosereline acetaat, leuporeline-acetaat, budereline-acetaat, nafareline acetaat, triptoreline acetaat).
- glucocorticoïden
- Magnesiumsulfaat
- Opioïden *
- Parasympathomimetica *
- Direct parasympathomimetica (muscarinereceptoragonisten): acetylcholine (Geen therapeutische betekenis vanwege snelle afbraak), bethanechol, carbachol, muscarine, pilocarpine.
- indirect parasympathomimetica (cholinesterase remmers): gedaanpezil, onderscheiden, galantamine, neostigmijn, fysostigmine, pyridostigmine, rivastigmine, tacrien, alkylfosfaten.
- Protonpompremmers (esomeprazol, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol, rabeprazol).
* Belangrijkste oorzaken van secundaire gegeneraliseerde hyperhidrose.