Botweefsel: structuur, functie en ziekten

Botweefsel is een bijzonder sterk bind- en ondersteunend weefsel. Het vormt het menselijk skelet. Er zijn tussen de 208 en 212 botten in het lichaam dat bestaat uit botweefsel.

Wat is botweefsel?

Bones bestaan ​​uit verschillende weefsels. Botweefsel is wat geeft botten hun stabiliteit. Het behoort tot de bind- en ondersteunende weefsels en bestaat onder meer uit botcellen. Volgens de ruimtelijke ordening kan botweefsel worden onderscheiden tussen geweven botten en lamellaire botten. Wanneer een bot breekt, wordt het een breuk.

Anatomie en structuur

Botweefsel is samengesteld uit botcellen die zijn ingebed in een botmatrix. Botcellen worden ook wel osteocyten genoemd. Osteocyten zijn mononucleaire cellen en ontstaan ​​uit osteoblasten, die tijdens de botontwikkeling worden ingebed. Osteoblasten zijn cellen die verantwoordelijk zijn voor botvorming. De botmatrix bestaat voor 25% uit water, 30% organische stof en 45% anorganische stof. Op hun beurt bestaat 95% van de organische stoffen uit type 1 collageen en 5% van de zogenaamde proteoglycanen. Proteoglycanen zijn geglycosyleerde glycoproteïnen die dienen om de osteocyten te stabiliseren. Niet collageen eiwitten zoals osteonectine, osteopontine of osteocalcine maken ook in kleine hoeveelheden deel uit van de organische botmatrix. De collageen van de organische matrix vormt treksterkte collageenfibrillen. Hieraan zijn hydroxyapatietkristallen gehecht. In geringe mate citraat moleculen worden ook in het bot verwerkt. Afhankelijk van hoe de collageen fibrillen zijn ruimtelijk gerangschikt, het bot wordt gevlochten bot of lamellair bot genoemd. Bij gevlochten botten zijn de botcellen onregelmatig verdeeld. De collageenvezels zijn in bundels uitgelijnd. Gevlochten botten zijn vrij zeldzaam in het menselijk lichaam. Ze komen alleen voor in het petroïde bot, in de gehoorbeentjes en aan de randen van de schedelhechtingen. Lamellaire botten bestaan ​​uit verschillende lagen. In deze lagen zijn de collageenfibrillen op dezelfde manier uitgelijnd.

Functie en taken

Het botweefsel geeft stabiliteit aan het bot. Botten zorgen op hun beurt voor stabiliteit door het hele lichaam. Op het eerste gezicht zou je niet vermoeden dat dit robuuste weefsel voortdurend hermodellering ondergaat. Wiskundig gezien krijgt een persoon bijna elke zeven jaar een volledig nieuw skelet. Deze dynamische processen maken bot ongelooflijk aanpasbaar. Botweefsel moet zo flexibel zijn omdat het constant wordt blootgesteld aan nieuwe spanningen. Zo worden botten dikker door inspanning of zwaar gewicht. Daarentegen worden ze dunner en zwakker bij gebrek aan lichaamsbeweging en spanning​ Bij botdefecten (bv. Breuken) vinden in sterkere mate remodelleringsprocessen plaats. De osteoclasten en osteoblasten zijn verantwoordelijk voor deze vormings- en afbraakprocessen. Oud en overtollig botweefsel wordt door de osteoclasten opgelost. Hierdoor ontstaat een tijdelijke opening in de botruggen. De osteoblasten trekken naar binnen en vullen dit gat met nieuw botweefsel. Bij een gezond botmetabolisme is er een evenwicht tussen botvorming en botresorptie. Osteoblasten en osteoclasten zijn voortdurend met elkaar in wisselwerking. Osteoblasten kunnen bijvoorbeeld stoffen produceren die de activiteit van osteoclasten verhogen of vertragen. Als de samenwerking tussen osteoclasten en osteoblasten wordt belemmerd, kunnen er verschillende ziekten ontstaan.

Ziekten

In osteoporose, osteoclasten werken meer. De osteoblasten kunnen de resulterende gaten niet meer opvullen met botsubstantie. De botten worden poreus. Dit is waarom osteoporose is in de volksmond ook bekend als botverlies. De verminderde botdichtheid verhoogt het risico op bot breuk. osteoporose kan worden onderverdeeld in primaire en secundaire osteoporose. Primaire osteoporose treedt op zonder identificeerbare oorzaak. Deze vorm komt vooral voor bij oudere vrouwen. Na menopauzeneemt het risico op ziekte toe. Secundaire osteoporose is een bijkomende ziekte bij andere ziekten. Endocriene oorzaken beïnvloeden het hormonale systeem. Secundaire osteoporose kan dus optreden in de context van Syndroom van Cushing or hyperparathyroïdie​ Osteoporose kan echter ook worden veroorzaakt door verstoringen in het botmetabolisme. Dergelijke metabole oorzaken zijn onder meer homocysteinurie of suikerziekte mellitus. Veel drugs hebben ook bijwerkingen op het botstelsel. deze drugs omvatten bijvoorbeeld glucocorticoïden, heparine or laxeermiddelen​ Osteoporose komt ook voor bij tumor ziekten van het botstelsel. Aanvankelijk is de ziekte volledig asymptomatisch. Pas in latere stadia van de ziekte worden de symptomen merkbaar. Er is terug pijn, gebochelde, lengteverlies en ook toegenomen botbreuken. Osteomalacie is ook een ziekte die het botweefsel aantast. Hier wordt de mineralisatie van het bot verstoord. Bij kinderen wordt osteomalacie genoemd rachitis​ In de meeste gevallen wordt de ziekte veroorzaakt door vitamine D tekort. Storingen in vitamine D metabolisme kan ook osteomalacie veroorzaken. Het belangrijkste symptoom van de botziekte is gegeneraliseerd bot pijn​ Deze worden vaak verkeerd geïnterpreteerd als reumatische klachten. De pijn treft vooral de thorax, de wervelkolom en de dijen. De röntgenstraal bevindingen zijn vergelijkbaar met de bevindingen van osteoporose. EEN breuk zou optreden wanneer er een volledige of gedeeltelijke verstoring van de continuïteit van het botweefsel is. Dit verbreken leidt tot verlies van botstabiliteit. De symptomen van een bot fractuur worden breukborden genoemd. Tekenen van onzekere breuken zijn onder meer pijnzwelling, blauwe plekken en beperkte beweging. Tekenen van breuken zijn onder meer een verkeerde axiale uitlijning van het bot, wrijvingsgeluiden, abnormale mobiliteit en, in het geval van een open fractuur, zichtbare botfragmenten. Vooral bij kinderen kunnen zogenaamde greenstick-fracturen optreden. De botgroei is op jongere leeftijd nog niet voltooid, zodat het bot kan reageren met een elastische vervorming wanneer een bepaalde kracht wordt uitgeoefend. Het bot knikt, maar zonder het periost te beschadigen.