Therapie | Kraakbeenschade aan de heup

Therapie

De juiste therapie voor de kraakbeen schade in de heup gewricht hangt in belangrijke mate af van de gegeven omstandigheden. Bijvoorbeeld, kraakbeen weefsel bij kinderen kan zichzelf relatief goed regenereren, zolang de schade niet groter is dan een bepaalde mate. De kraakbeen van de volwassenen regenereert zichzelf nauwelijks, daarom wordt in deze gevallen meestal tot een operatie overgegaan.

Als de schade erg klein is, kan het mogelijk zijn om te wachten op een chirurgische ingreep en te beginnen met een niet-chirurgische therapie. Dit omvat zowel fysiotherapeutische en fysieke behandelingen als pijnmedicamenteuze therapie verlichten. Sinds kraakbeenschade in de heup gewricht proportioneel vaak gecorreleerd is met een hoge belasting van de verbinding, is het een prioriteit om deze belasting, indien mogelijk, te stoppen.

Dit geldt zowel voor bepaalde bewegingen als voor belastingen die het gevolg zijn te zwaar. Indien te zwaar aanwezig is, moet het zo snel mogelijk worden teruggebracht tot normaal gewicht. Elke stap zou anders het kraakbeen onnodig belasten.

Daarom moet onder bepaalde omstandigheden voedings- en sportadvies worden gegeven. Inlegzolen voor sport- en alledaagse schoenen kunnen ook de belasting van het gewricht enigszins verminderen. Vermijd ook langdurig staan, zwaar tillen en lopen op een oneffen ondergrond.

Het nemen pijn en ontstekingsremmende medicijnen (NSAID's) kunnen ook helpen. Als het kraakbeenschade klein is en de externe omstandigheden van de getroffen persoon (leeftijd, bijkomende ziekten, enz.) het toelaten, kan een dergelijke therapie veelbelovend zijn.

Niettemin, in de meeste gevallen van ernstig kraakbeenschade, operatie aan de heup gewricht is onvermijdelijk. De operatie is meestal minimaal invasief, met behulp van een heupgewricht artroscopie​ Er zijn verschillende methoden om het beschadigde weefsel in het heupgewricht te herstellen.

Deze omvatten de zogenaamde microfracturing, die bloedingen veroorzaakt en het weefsel stimuleert om kraakbeen te vormen. Er is ook de procedure van kraakbeentransplantatie, waarin kraakbeen wordt afgenomen van andere gewrichten en ingebracht in het aangetaste gewricht, of de procedure van stamceltransplantatie, waarin stamcellen worden gestimuleerd om kraakbeenweefsel te vormen en het materiaal vervolgens in het aangetaste gewricht wordt ingebracht. De behandeling van kraakbeenschade aan de heup is afhankelijk van de ernst van het heupgewricht artrose (classificatie volgens ICRS: International Cartilage Society).

  • Als heupgewricht artrose graad 1 bestaat, een minimaal invasief heupgewricht endoscopie (artroscopie van de heup) wordt uitgevoerd, waarbij overgroeiend bot en vrije gewrichtslichamen worden verwijderd en gescheurde kraakbeendelen en de gedeeltelijk aangetaste gezamenlijke capsule zijn verwijderd.
  • In vergevorderd stadium 2 artrose bij jongere patiënten onder de 60/65 jaar, een gewrichtsparende interventie via artroscopie heeft weinig zin. Hier worden heupgewrichtsprothesen gebruikt, die onder algehele of gedeeltelijke anesthesie via een huidincisie boven het laterale heupgewricht (anterolaterale toegang) worden ingebracht. Om zoveel mogelijk van het gezonde heupgewricht of dijbeen te behouden, in dit geval ofwel alleen een dijbeen hoofd dop zonder dijbeen nek Meestal wordt resectie of implantatie van een korte steelprothese uitgevoerd.
  • Daarentegen wordt bij gevorderde heupartrose stadium 3 bij oudere patiënten ouder dan 60/65 jaar meestal een volledige vervanging van het heupgewricht nagestreefd, waarbij zowel hoofd en het acetabulum worden vervangen.

Kraakbeenkweek is de zogenaamde kraakbeencel transplantatie (synoniem ook autologe chondrocytentransplantatie (ACT)), waarbij de introductie van kraakbeencellen in het aangetaste gewricht (bijv. heupgewricht) kan leiden tot de reconstructie van gewrichtskraakbeen.

Deze procedure wordt meestal uitgevoerd bij jongere heupgewrichtpatiënten met diepe maar lokaal beperkte kraakbeenschade omgeven door nog intact kraakbeenweefsel. In de regel worden autologe kraakbeencellen gebruikt kraakbeentransplantatie, maar in bepaalde gevallen kunnen ook donorcellen worden gebruikt. Bij endogene kraakbeenkweek worden gezonde kraakbeencellen uit een intact kraakbeengebied gehaald door middel van een biopsie tijdens artroscopie, die vervolgens onder bepaalde omstandigheden in het laboratorium kan worden gekweekt.

In een volgende stap worden deze kraakbeencellen gedurende 3-4 weken gekweekt of vermenigvuldigd in serum van de patiënt bloed, die ook werd genomen tijdens artroscopie. In de laatste stap worden de gekweekte cellen opnieuw geïmplanteerd in het heupgewricht van de patiënt in een andere, minimaal invasieve procedure nadat het defecte kraakbeenweefsel is verwijderd. De ingebrachte kraakbeencellen groeien nu uit tot het defect en prolifereren, zodat na ongeveer 1 jaar een volledige regeneratie van het kraakbeen wordt verwacht.