Therapie | Neurinoom

Therapie

Als er geen symptomen zijn en de neurinoom is nog erg klein, de tumor hoeft niet te worden behandeld. Het moet echter goed worden geobserveerd door regelmatige controles met behulp van MRI. Stralingstherapie kan worden uitgevoerd voor kleinere neurinomen, maar meestal wordt de tumor volledig operatief verwijderd, wat leidt tot genezing. De neurinoom ontwikkelt zich niet meer na de operatie.

Het sterftecijfer bij dit type chirurgie is minder dan 5%, waarbij voornamelijk oudere patiënten met risicofactoren worden beïnvloed. De aangezichtszenuw kan bij 90% van de patiënten worden behouden en het gehoor bij ongeveer 60% van de patiënten, afhankelijk van de grootte van de tumor. Verlamming en blaas stoornissen nemen goed af, gevoeligheidsstoornissen slechts gedeeltelijk.

Kwaadaardige degeneratieve neurinomen moeten na een operatie worden bestraald en kunnen zich vormen metastasen in andere delen van het lichaam. De meeste patiënten genezen na een succesvolle therapie en kunnen terugkeren naar hun werk. De neurinoom groeit zeer langzaam gedurende meerdere jaren en blijft aanvankelijk onopgemerkt.

Afhankelijk van de grootte van de tumor kan bij ongeveer 40% van de patiënten het gehoor niet behouden blijven (anacusis), bij ongeveer 10% van de patiënten gezichtszenuw kan niet worden bewaard en gezichtsverlamming stoffelijk overschot. De prognose is slechter als de tumor te laat en spinal cord beknelling (compressie van het ruggenmerg) in spinale neurinomen bestaat al lang. In zeldzame gevallen treedt kwaadaardige degeneratie van de tumor op, die zich ook kan vormen metastasen buiten de periferie zenuwstelsel.

Deze kwaadaardige neurinomen komen overeen met tumoren III of IV. Graden en worden ook wel neurofibrosarcomen en neurogene sarcomen genoemd. De prognose voor dit soort tumoren is veel slechter.

Een neurinoom is een langzaam groeiende, goedaardige tumor van de perifere zenuwstelsel. Het ontwikkelt zich uit de zogenaamde Schwann-cellen, die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de zenuwmantels. Er is geen verschil tussen een neurinoom en een Schwannoom. In de dagelijkse klinische praktijk wordt de term 'neurinoom' vaker gebruikt, hoewel 'Schwannoma' eigenlijk nauwkeuriger is vanwege het weefsel van oorsprong (Schwann-cellen).