Transplantatie

Definitie

Transplantatie is de transplantatie van organisch materiaal. Dit kunnen organen zijn, maar ook andere cellen of weefsels, zoals de huid of hele lichaamsdelen. De transplantatie kan van de patiënt zelf komen of van een andere persoon.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen donatie bij leven en postmortale orgaandonatie, waarbij donatie bij leven alleen van naaste familieleden is toegestaan. Transplantatie is nodig als het betreffende orgaan onherstelbaar niet kan functioneren. Voor patiënten voor wie dit geldt, is transplantatie vaak de enige overlevingskans.

Er is veel meer vraag naar donororganen dan naar beschikbare organen, dus er moeten duidelijke regels zijn over hoe donororganen worden verdeeld. In Duitsland wordt dit geregeld door de Transplantatiewet. Om een ​​donororgaan te ontvangen, moet de patiënt door zijn behandelende arts op een wachtlijst worden geplaatst.

Rangen en dus donororganen worden ingedeeld naar urgentie en kans van slagen. Er zijn verschillende organisaties in Europa die postmortale donororganen in heel Europa regelen. In Duitsland is er een orgaandonorkaart. Dit geeft u de mogelijkheid om voor uw overlijden te beslissen of u als donor wilt optreden of dat u uw organen niet wilt laten verwijderen. Na een succesvol orgaan transplantatiemoet de patiënt bepaalde medicijnen gebruiken, zogenaamde immunosuppressiva, die een afwijzingsreactie, regelmatig gedurende zijn of haar leven.

Waar moet op worden gelet?

Na de transplantatie is het noodzakelijk om regelmatige vervolgafspraken te houden. Deze dienen om mogelijke late effecten of reacties te identificeren en er iets aan te doen. Direct na de operatie is het belangrijk dat de arts de patiënt informeert over hoe hij / zij in het dagelijks leven met de transplantatie te maken krijgt en welke medicijnen hij / zij regelmatig zal moeten innemen.

Deze omvatten immunosuppressieve geneesmiddelen die ervoor zorgen dat het transplantaat functioneel blijft en niet wordt afgestoten door het eigen afweersysteem van het lichaam. Door regelmatige controles kunnen de medicijnen optimaal worden aangepast. Deze immunosuppressieve therapie onderdrukt ook de afweer van het lichaam tegen infecties.

Ontvangers van transplantaten zijn daarom bijzonder vatbaar voor bacteriële en virale ziekten. Direct na de operatie moet ervoor worden gezorgd dat de pas geopereerde patiënten optimaal beschermd zijn tegen kiemen. Een gebitsbeschermer om overdracht van te voorkomen bacteriën by druppel infectie is aanbevolen. Als er tekenen van infectie optreden, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd, aangezien deze zeer ernstig kunnen zijn voor de patiënt.