Osteoporotische femurhalsfractuur | Osteoporose

Osteoporotische femurhalsfractuur

In de meeste gevallen zijn er aanvankelijk helemaal geen fysieke tekenen die erop wijzen osteoporose​ In de regel wordt deze ziekte pas duidelijk als het beginstadium van de ziekte al is doorlopen, dat wil zeggen dat de botresorptie al is begonnen en als gevolg daarvan de eerste botbreuken al zijn opgetreden. Vanwege de relatief hoge belasting, botten breken vooral vaak op het gebied van bijvoorbeeld: Een vrij vaak voorkomende bijwerking van fracturen van de nek van het dijbeen, die meestal worden veroorzaakt door laterale valpartijen, zijn fracturen in het gebied van de polsen, die worden veroorzaakt doordat men instinctief in de verleiding komt valpartijen op te vangen. In vergevorderde stadia van osteoporoseeen lichte slip, een lichte draai of zelfs het dragen van een zware boodschappentas is voldoende om fracturen van de wervels te veroorzaken (Vertebrale lichaam breuk).

Hoesten kan in deze gevorderde stadia ook ribfracturen veroorzaken osteoporose​ Omdat botvorming en resorptie niet even zwaar wegen in het geval van osteoporose, is genezing van de fracturen ook vrij moeilijk. Er zijn patiënten van wie botten Herstel nooit van fracturen, zodat ze onder bepaalde omstandigheden permanente zorg nodig hebben.

Zoals hierboven al vermeld, wordt osteoporose gevoeld door veranderingen in het uiterlijk. Voorbeelden zijn de zogenaamde 'gebochelde“, Ook wel“ bult ”of zelfs“ weduwenbult ”genoemd en het“ krimpen ”van ouderen, dwz het verminderen van de hoogte met enkele centimeters. Vrouwen worden bovengemiddeld vaak getroffen door deze genoemde problemen.

  • Heup,
  • Onderarm,
  • Femoraal nek of in het gebied van de wervelkolom.

Voeding bij osteoporose

Bij osteoporose speelt voeding een uiterst belangrijke rol bij zowel profylaxe als behandeling. Zeker als er risicofactoren zijn voor osteoporose of als de ziekte al aanwezig is, dient men voor een evenwicht te zorgen dieet, wat betekent dat alles nodig is vitaminenMineralen en sporenelementen worden voldoende, maar niet te veel, via de voeding opgenomen. Verder radicale diëten en beide te zwaar en ondergewicht moet indien mogelijk worden vermeden.

Aangezien deze ziekte is gebaseerd op verhoogde botfragiliteit, is het van groot belang dat de botten worden zoveel mogelijk van binnenuit (opnieuw) versterkt. Naast regelmatige lichaamsbeweging en eventueel medicamenteuze therapie is voeding een cruciale pijler waarmee men het ontstaan ​​en beloop van osteoporose positief kan beïnvloeden. Een van de belangrijkste componenten van bot is calcium, wat ervoor zorgt dat het bot aan dichtheid en hardheid wint.

Bijgevolg een calcium-rijk dieet wordt aangegeven als men dat wil osteoporose voorkomen of lijdt al aan deze ziekte. De ideale hoeveelheid is ongeveer 1500 mg calcium per dag, maar als deze hoeveelheid ver wordt overschreden, kan dit een negatief effect hebben op het botmetabolisme. Er zit vooral veel calcium in: Er moet ook aan worden herinnerd dat de behoefte aan calcium tijdens de behandeling bij vrouwen toeneemt zwangerschap en borstvoeding en ook voor adolescenten.

Een voldoende voorraad vitaminen is ook cruciaal bij osteoporose. Vooral belangrijk is vitamine D3, dat betrokken is bij botvorming en ook de opname van calcium uit het maagdarmkanaal kan verhogen. Om voor een voldoende hoge concentratie van deze vitamine in het lichaam te zorgen, is het enerzijds belangrijk om deze via de voeding (veel vitamine D zit onder meer in vis en zuivelproducten) en aan de andere kant om minimaal een half uur per dag in de zon door te brengen (inclusief tijd doorbrengen onder bewolkte luchten), aangezien UV straling is nodig om deze vitamine in het lichaam om te zetten in zijn actieve vorm. Maar andere vitaminen zijn ook essentiële elementen van osteoporose dieet: sommige zuren zoals appelzuur en citroenzuur (gevonden in verschillende soorten fruit) en lactose kunnen de opname van calcium uit de darmen verhogen.

  • Zuivelproducten (melk, vrijwel alle soorten kaas, yoghurt en kwark),
  • Groene groenten (vooral in boerenkool, broccoli, venkel en prei),
  • Sommige kruiden (dille, peterselie),
  • Bij sommige vissoorten en ook steeds meer in
  • Mineraalwater (tot 500 mg in slechts één liter).
  • Namelijk vitamine C (in groenten en fruit),
  • Vitamine K (ook in groenten),
  • Vitamine B6 (in volkorenproducten) en sporenelementen (fluor, koper, zink, in volkorenproducten, noten en havervlokken)