Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking
- Antilichamen tegen mazelen virus * (IgG, IgM) - IgM wordt vaak positief in serum met het begin van mazelenexantheem en is vervolgens detecteerbaar tot 6 weken na het begin.
- Detectie van pathogeen-RNA * (= NAT-methode; nucleïnezuuramplificatietechnieken): mazelen virus-PCR uit urine, bindvlies, tandzakswabs of cerebrospinale vloeistof (CSF).
* Directe of indirecte detectie van de ziekteverwekker is op naam te melden volgens de Infection Protection Act (IfSG), voor zover het bewijs duidt op een acute infectie.
Serologische parameters bij mazeleninfectie
Overzicht van mogelijke constellaties van diagnostische laboratoriumresultaten en hun evaluatie:
Mazelen serologie | Virusgenoomdetectie (RT-PCR) | Infectiestatus | |
Mazelen IgG | Mazelen IgM | ||
negatief | negatief | negatief | vatbaar (ontvankelijk) |
negatief | negatief | positief | acute infectie |
negatief | positief | positief | acute infectie |
negatief | positief | negatief | Acute infectie, mogelijk ook niet-specifieke bevindingen |
positief | positief | positief | acute infectie |
positief | positief | negatief | recente infectie, mogelijk ook niet-specifiek IgM-resultaat |
positief | negatief | positief | Herinfectie na vaccinatie |
positief | negatief | negatief | eerdere infectie / vaccinatie |
Vaccinatiestatus - vaccinatietiters controleren
Morbilli (mazelen) | Mazelen IgG ELISA | <0.15 IU / ml | Geen voldoende vaccinatiebescherming aantoonbaar → basisvaccinatie vereist |
0.15-0.20 IU / ml | Twijfelachtige vaccinatiebescherming → booster aanbevolen | ||
> 0.20 IE / ml | Voldoende vaccinatiebescherming |