UV straling

Synoniemen in bredere zin

UV - licht, ultraviolet licht, ultraviolette straling Engels: uv - straling

Introductie

De term UV-straling is een afkorting voor “ultraviolette straling” (ook wel: ultraviolet licht of UV-licht) en beschrijft een bepaald golfbereik van licht. De belangrijkste natuurlijke bron van UV-straling is de zon, maar ook andere bronnen kunnen de oorsprong van UV-licht zijn (daarnaast is het ondertussen ook mogelijk om kunstmatige UV-straling te produceren om bijvoorbeeld UV-licht uit te zenden). Men kan het zonlicht in drie gebieden verdelen: enerzijds de voor ons zichtbare straling, anderzijds de onzichtbare infraroodstraling en de ultraviolette straling. Ultraviolet betekent "voorbij violet", wat betekent dat het UV-licht in het kleurenspectrum praktisch onder de grens begint waarbij mensen de kleur violet niet meer kunnen waarnemen.

  • Stars,
  • Aurora borealis en
  • pulsars
  • UV-laser
  • Lasapparatuur en
  • Kwikdamplampen

Classificatie

De UV-straling zelf kan ook worden onderverdeeld in drie elementen. Ten eerste is er UV-A-straling met golflengten van 315 tot 380 nm. Dit wordt bijna nooit uitgefilterd door de ozonlaag en is daarmee het deel van de UV-straling dat ons op aarde het sterkst bereikt. De UV-B straling met golflengtes tussen 280 en 315 nm wordt voor bijna 90% opgevangen door de ozonlaag en bereikt ons dus maar minder. UV-C straling met golflengten tussen 100 en 280 nm (onder de 100 nm spreekt men ook van “extreem UV licht”, EUV, XUV) wordt vrijwel volledig geabsorbeerd door de ozonlaag en bereikt daardoor eigenlijk de aarde niet.

Intensiteit van de UV-straling

Hoe meer kortgolvig licht is, des te energieker het is en het kan een hogere biologische effectiviteit bereiken. Hoe intensief de uv-straling is, hangt echter ook af van andere factoren, waaronder de tijd van het jaar (de uv-straling is het sterkst in de lente en de zomer), het tijdstip (intensieve uv-straling komt voornamelijk voor in de middag), de geografische locatie (daar is een hoog niveau van uv-straling, vooral op de evenaar), de toestand van de ozonlaag (een groter deel van de uv-straling dringt door tot de mens onder ozongaten) en de lucht (wolken kunnen ook een klein deel van de uv-straling absorberen straling). Daarnaast heeft de omgeving ook invloed op de intensiteit van de uv-straling, doordat bijvoorbeeld sneeuw of wateroppervlakken uv-straling kunnen verstrooien, wat ook de intensiteit ervan verhoogt.