Ontspanning: functie, taken, rol en ziekten

“Relaxare” betekent ontspannen en wordt in deze betekenis ook gebruikt in de geneeskunde. De medische term ontspanning verwijst meestal naar spierontspanning. Aandoeningen van ontspanning kan levensbedreigend zijn voorwaarde, vooral in de hart-.

Wat is ontspanning?

De medische term ontspanning verwijst meestal naar spierontspanning. Ontspanning is een leenwoord uit het Latijn, waar het werkwoord “relaxare” letterlijk betekent ontspannen. De letterlijke vertaling van ontspanning is daarom ‘ontspanning’. Afhankelijk van het contact kan de term bij feitelijk gebruik verschillende individuele betekenissen krijgen. In de medische deelgebieden van anesthesie, radiologie en fysiologie, bijvoorbeeld, wordt de term relaxatie geassocieerd met verschillende betekenissen. In de fysiologie verwijst ontspanning naar spieren en spierorganen zoals de hart-​ Spieren zijn opgebouwd uit individuele filamenten. Tijdens contractie, dwz spanning van een spier, glijden de actine- en myosinefilamenten van de spieren in elkaar, waardoor een bepaalde spanning in de spier ontstaat, die tot uiting komt in een verkorting van de spierstructuur. Tijdens ontspanning daarentegen glijden de contractiele filamenten uit elkaar, de spierstructuur wordt langer en de spier verslapt. In anesthesiebegrijpt de arts ontspanning als de kunstmatige ontspanning van spieren, zoals deze kan worden veroorzaakt door de administratie of drugs en wordt zowel preoperatief als intraoperatief gebruikt. In radiologieaan de andere kant staat de term relaxatie voor de ontwikkeling van magnetisatie in transversale en longitudinale richtingen, zoals aanwezig in MRI (MRI).

Functie en taak

Spiercontractie en -relaxatie zijn gedocumenteerd in de glijdende filamenttheorie, die de individuele processen beschrijft die daarbij betrokken zijn spiervezel contractie en werd in de jaren vijftig gecodificeerd door Huxley en Henson. Fysiologisch zijn spiervezels elk samengesteld uit actine- en myosinefilamenten. Deze samentrekkende spierelementen zijn met elkaar verbonden. Wanneer de spier samentrekt, glijden de afzonderlijke filamentstructuren in elkaar. De filamenten verkorten zichzelf daarbij niet; samentrekking zorgt er echter voor dat de spier als geheel korter wordt. De structurele basis voor de in elkaar schuivende filamenten is de mobiliteit van hun filamentkoppen van myosine. adenosine trifosfaat hecht zich aan de spier, waardoor de binding tussen de filamentkoppen en de actinefilamenten losraakt. De hoofd buigt op deze manier en kan dus langs de actinefilamenten glijden. De bijlage van adenosine difosfaat aan de spier zorgt ervoor dat de filamentkoppen van myosine weer aan de actine-filamenten worden bevestigd. Het proces haalt de benodigde energie uit de splitsing van adenosine trifosfaat in adenosinedifosfaat en anorganische fosfaten gekatalyseerd door spiermyosine ATPases. Spiercontractie is onderhevig aan calcium-afhankelijke regeling omdat alleen bij hoge calciumconcentraties een stevige bevestiging van individuele kruisbruggen aan het actinefilament kan optreden. Hoe hoger de concentratie, hoe sterker de binding. De strakke binding is wat de overbrugging in de eerste plaats mogelijk maakt, waardoor de myosine- en actinefilamenten in elkaar kunnen glijden. In deze context wordt relaxatie bereikt wanneer de filamenten weer uit elkaar schuiven. Vooral met betrekking tot de hart- spier, afwisselend samentrekken en ontspannen zijn essentieel. Zodra een deel van de hartspier niet meer normaal ontspant, is er een pathologische ontspanningsstoornis in het hart. In de context van anesthesie, behoudt de term relaxatie zijn betekenis uit de fysiologie, maar op dit gebied verwijst het meestal naar kunstmatig geïnduceerde spierrelaxatie, zoals kan worden bewerkstelligd door de administratie of spierverslappers. Deze drugs de spierspanning verminderen door de overdracht van prikkels te blokkeren, direct in de centrale zenuwstelsel of direct ingrijpen op de spieren. Direct werkend spierverslappers remmen de instroom van calcium in het myoplasma van de spier, waardoor contractie wordt voorkomen.

Ziekten en aandoeningen

Bij een diastolische ontspanningsstoornis ontspant een deel van de hartspier zich niet normaal. Als spier pompt het hart bloed door het organisme door middel van contractie- en ontspanningsfasen, waardoor de individuele weefsels en organen worden voorzien van belangrijke voedingsstoffen, boodschappersubstanties en zuurstofOm het hart deze voorraad te laten opvangen, moet de hartspier afwisselend samentrekken en ontspannen. Wanneer de hartspier zich ontspant, vullen de hartholtes zich bloed​ Zodra de hartspier weer samentrekt, bloed beweegt uit de hartholten en wordt in de bloedbaan gepompt. Bij een diastolische relaxatiestoornis van het hart vullen de hartholten zich niet voldoende met bloed. Dus tijdens de daaropvolgende samentrekking van de spier is er minder bloed beschikbaar om in de bloedbaan te komen. Dergelijke ontspanningsstoornissen komen vooral veel voor in de context van chronische aandoeningen bloeddruk aandoeningen. Minder gevaarlijk, maar des te vaker, is de ontspanningsstoornis van skeletspieren, die zich manifesteert als spierspanning. Spierspanning treedt vaak op in de context van eenzijdige onjuiste belasting of overbelasting. Dit fenomeen kan gepaard gaan met spiermassa pijn, hoofdpijn en vele andere klachten. Spanning en psychologische belasting kan ook permanent gespannen en verhardende spieren veroorzaken. Naast de bovenstaande symptomen, maag krampen en spierspasmen kunnen optreden. Beven en spiertrekkingen van de spieren kan gelijktijdig voorkomen. Spanning in het lichaam kan ook leiden bloeddruk om te stijgen en maagsappen om zuurder te worden. Neurogeen spasticiteit, die een verhoogde permanente spanning in de spieren veroorzaakt, moet worden onderscheiden van spierspanning. Spasticiteit wordt veroorzaakt door schade aan de centrale zenuwstelsel​ Vaak manifesteert de schade zich aanvankelijk als een slappe verlamming die overgaat in spastische verlamming.