Bloeddruk

Definitie

Bloed druk (vatdruk) is de druk van het bloed die in het bloed heerst schepen. Het wordt gedefinieerd als de kracht per oppervlakte-eenheid die wordt uitgeoefend tussen bloed en de vaatwanden van slagaders, haarvaten of aders. De voorwaarde bloed druk verwijst meestal naar de druk in de grote slagaders.

De meeteenheid voor bloeddruk is mmHg (millimeter kwik), dit is ook de wettelijke meeteenheid voor bloeddruk in de EU en mag alleen voor dit doel worden gebruikt. In de medische praktijk wordt bloeddruk meestal begrepen als arteriële bloeddruk en wordt gemeten aan de armslagaders bij hart- niveau door het aanbrengen van een bloeddrukmanchet (zie: Bloeddruk meten). Deze meting geeft twee waarden, de systolische en de diastolische waarde. De systolische waarde ontstaat tijdens de uitwerpfase van de hart- en wordt aangegeven door de bovenste waarde, de diastolische (de onderste) waarde beschrijft de druk die permanent heerst in het arteriële vaatstelsel. De bloeddrukwaarden moet ongeveer 130/80 mmHg voor de arm zijn slagader.

Classificatie van bloeddruk

De volgende lijst verduidelijkt de classificatie van de gemeten waarden bloeddrukwaarden en laat zien dat boven een waarde van 140/90 ook gesproken wordt hoge bloeddruk, de zogenaamde arteriële hypertensie. - Optimaal: <120 / <80

  • <120 / <80
  • Normaal: 120-129 / 80-84
  • 120-129/80-84
  • Hoge standaard: 130-139 / 85-89
  • 130-139/85-89
  • Hoge bloeddruk graad 1: 140-159 / 90-99
  • 140-159/90-99
  • Hoge bloeddruk graad 2: 160-179 / 100-109
  • 160-179/100-109
  • Hoge bloeddruk graad 3:> 179 /> 110
  • > 179 /> 110
  • <120 / <80
  • 120-129/80-84
  • 130-139/85-89
  • 140-159/90-99
  • 160-179/100-109
  • > 179 /> 110

Algemene informatie

De drukomstandigheden in de verschillende delen van de bloedsomloop zijn verschillend. Wanneer er over 'bloeddruk' wordt gesproken zonder een meer gedetailleerde definitie, verwijst het meestal naar de arteriële druk in het algemeen schepen at hart- niveau. Deze druk wordt meestal gemeten in een van de grote armslagaders (brachiaal slagader).

Hier zijn de bloeddrukmetingen positieve drukken vergeleken met de atmosfeer. Ze worden echter niet in de SI-eenheid Pascal (Pa) gegeven, maar in de traditionele eenheid mm Hg. Dit heeft een historische achtergrond, want in het verleden werd de bloeddruk gemeten met een kwikmanometer.

De bloeddruk wordt dan aangegeven in een paar getallen bestaande uit een systolische en een diastolische waarde. De systolische waarde is de maximale waarde, die onder meer wordt bepaald door de hartafstotingssnelheid. De diastolische waarde is de minimumwaarde in de hartvullingsfase.

Om deze reden is het afhankelijk van de elasticiteit en vultoestand van de grote schepen, onder andere. Men spreekt dan bijvoorbeeld van een bloeddruk van “110 tot 70”. Afhankelijk van de positie van het lichaam kunnen de waarden variëren. Door de zwaartekracht is de bloeddruk in de onderste helft van het lichaam bijvoorbeeld hoger bij staan ​​dan bij liggen, maar boven het hydrostatische niveau lager bij staan ​​dan bij liggen. In de regel is het gemiddelde bloeddrukwaarden komen overeen met de waarden tijdens het liggen.