Methode van abortus | Abortus

Methode van abortus

Over het algemeen zijn er twee procedures om uit te kiezen, chirurgische instrumentele en medicamenteuze behandeling, die worden gebruikt afhankelijk van de indicatie en het verloop van de zwangerschap. (1) AbortusA schrapen (curettage) is geschikt tot en met de 12e week van zwangerschap na opvatting.De hals wordt eerst voorgerekt om het risico op letsel te minimaliseren. Onder algemeen of plaatselijke verdovingworden de instrumenten via de vagina ingebracht en hals en de inhoud van het baarmoeder worden eruit geschraapt.

(2) Vacuümaspiratie Deze procedure is in feite een vacuümaspiratie - en mag daarom alleen worden uitgevoerd tot de 12e week van zwangerschap. Ook hier de hals is vooraf uitgebreid en de inhoud van het baarmoeder worden opgezogen met een stomp instrument. Zowel schrapen als vacuümaspiratie kunnen poliklinisch worden uitgevoerd, omdat ze een laag risicoprofiel hebben.

Gering krampen in de onderbuik kan daarna worden verwacht. (3) Hysterectomie / hysterotomie Als er ook goedaardige tumoren van de baarmoeder (bijv. myoma) of baarmoederhalskankerwordt de baarmoeder meestal verwijderd via een abdominale incisie of via de vagina (hysterectomie). (1 in vroege zwangerschap: Tot de 35e dag of tot de 5e week van de zwangerschap daarna opvattingis er de mogelijkheid om antihormonen toe te dienen, meer bepaald antigestagens (Mifegyne = RU 486 = “abortus pil").

De zwangere vrouw krijgt een toediening van mifepriston, wat leidt tot een opening van de baarmoederhals. Ongeveer 48 uur later moeten progestagenen in de vorm van misoprostol worden ingenomen, waardoor de baarmoeder samentrekt en vervolgens de vrucht verdrijft. De therapie wordt altijd onder medisch toezicht uitgevoerd.

Ongeveer 1 à 2 weken na het uitwerpen dient een vervolgonderzoek plaats te vinden. (2) In de late zwangerschap: als de zwangerschap al zo ver is gevorderd dat schrapen of hormoontherapie niet langer geschikt is, een miskraam (abortus) moet worden gestart. Zoals reeds beschreven, is het verplicht om de foetus vooraf met een foetocide.

Dit wordt meestal bereikt door te injecteren kalium chloride, wat leidt tot hartstilstand in de foetus. Een andere methode is om de bloed levering via de navelstreng. Daarna, prostaglandines worden gebruikt om geboorte of bevalling op te wekken.

De voorafgaande toediening van het antigestageen Mifegyne vergemakkelijkt het uitdrijvingsproces door de baarmoederhals te openen. De medicatie kan worden toegediend als een infuus, intramusculair of rechtstreeks in de baarmoederhals. Het gebruik van de “morning-afterpil” wordt niet als een abortus, aangezien de effecten optreden vóór implantatie.

Het is een preparaat met alleen progestageen en moet bij voorkeur 24 tot 48 uur, maximaal 72 uur na onbeschermde geslachtsgemeenschap, worden ingenomen. Door het medicijn tweemaal toe te dienen, met tussenpozen van 12 uur, wordt een hormoononttrekkingsbloeding geïnduceerd en wordt de implantatie van de foetus is verhinderd.

  • Operatief-instrumenteel:
  • Medicinaal:

Zoals hierboven beschreven, doen zich gevaarlijke complicaties voor, vooral in die landen waar strikte regelgeving vrouwen dwingt tot illegale abortussen.

Het risico is vooral groot omdat het betrokken personeel vaak ongeschoold is en de gebruikte methoden twijfelachtig zijn. Complicaties kunnen natuurlijk ook optreden onder perfecte omstandigheden. Over het algemeen geldt: hoe geavanceerder de zwangerschap, hoe groter het risico.

De belangrijkste complicaties zijn: de waarschijnlijkheid van voortijdige geboorte wordt met ongeveer 10% verhoogd bij vrouwen die één keer een abortus hebben ondergaan en met maximaal 30% bij vrouwen die meerdere abortussen hebben ondergaan (aangenomen wordt dat de oorzaak verwondingen zijn en dus een verminderde weerstand van de baarmoederhals en de baarmoeder). In tegenstelling tot alle geruchten wordt de vruchtbaarheid niet beïnvloed door een abortus. Wat betreft psychische problemen mag niet worden vergeten dat het dragen van een ongewenste zwangerschap ook kan leiden tot grote problemen en een conflicterende moeder-kindrelatie.

  • Slijmvlies- en baarmoederletsel tijdens schrapen
  • Secundaire bloeding en infecties
  • Aanhoudende pijn in de onderbuik
  • Psychische problemen (schuldgevoelens, depressies)