kleurstoffen

Kleurstoffen worden gebruikt om kleurverlies en veranderingen die optreden als gevolg van verwerking en opslag te compenseren, waardoor ze een betere kwaliteit kunnen veinzen. Ze zijn ook bedoeld om het uiterlijk van voedingsmiddelen te verbeteren, waardoor ze aantrekkelijker lijken voor de consument. Kleurstoffen mogen aan slechts een paar voedingsmiddelen worden toegevoegd en alleen in kleine hoeveelheden. Voedingsmiddelen die in aanmerking komen voor kleuring zijn zuivelproducten, zoetwaren, dessertpoeders, jam, zoetwaren en gebak, frisdranken en warme dranken. Basisvoedsel - granen, aardappelen, peulvruchten, vis, vlees, melk en eieren - mag geen kleurstoffen bevatten. De kleur hiervan kan worden gewijzigd door kleurstoffen te gebruiken zoals cacao en ei of door ze toe te voegen aan diervoeder. Bijvoorbeeld, carotenoïden en xanthofylen worden toegevoegd aan diervoeder om het vlees of de eigeel een gewenste tint te geven. De meest voorkomende kleuren in voeding zijn rood, geel, oranje en zwart. Als een kleurstof voor levensmiddelen wordt gebruikt, wordt deze als een additief beschouwd en moet deze volgens de EU-wetgeving met naam of met E-nummer (kleurstoffen: E 100 - E 180) in de lijst van ingrediënten worden vermeld. Kleuren die algemeen zijn goedgekeurd voor voedsel zijn onder meer:

  • Alfa-, bèta-, gamma-caroteen (E 160a).
  • Riboflavine (E 101)
  • Suikercouleur (E 150)

Natuurlijke kleurstoffen voor levensmiddelen

Sommige kleuren zoals ß-caroteen en chlorofylen (bladgroene kleurstoffen, E 140, E 141) zijn afgeleid van planten - bieten, paprika's, druiven. Andere goedgekeurde "natuurlijke" kleurstoffen voor levensmiddelen zijn:

  • anthocyanen (bessenkleurstoffen, E 163a - E 163f).
  • Carotenoïden (E 160 - E 160f)
  • Echt cochenille (karmijn, E 120) - rood; dit is een kleurstof van dierlijke oorsprong: luis soort Coccus cactussen.
  • Curcumine (E 100) - geel; gebeurt in kurkuma.
  • Xanthofylen (E 161 - E 161 g)

Synthetisch (kunstmatig) geproduceerde kleurstoffen voor levensmiddelen

Andere kleurstoffen voor levensmiddelen worden kunstmatig geproduceerd. Sommige synthetisch geproduceerde kleurstoffen zijn zeer controversieel in hun volksgezondheid beoordeling, zoals de zogenaamde azokleurstoffen, die numeriek hun grootste groep vormen. Ze zijn afkomstig van kankerverwekkende grondstoffen en worden voornamelijk gebruikt voor het verven van hout en papier. Slechts enkele zijn ook goedgekeurd voor het kleuren van voedingsmiddelen schoonheidsmiddelen en textiel. Azokleurstoffen komen ons lichaam voornamelijk binnen via kleurintensieve zoetwaren en dranken. Veelgebruikte azokleurstoffen zijn:

  • Allura rood AC (E 129)
  • Amaranth (E 123) - rood
  • Azorubin (E 122) - rood
  • Bruin FK (E 154) - zwartbruin
  • Bruin HT (E 155)
  • Briljantzwart BN (E 151)
  • Geeloranje S (E 110)
  • Ponceau 4R = cochenille rood A (E 124) - rood
  • Robijnpigment BK = Litholrubin BK (E 180) - rood
  • Tartrazine (E 102) - geel

Er wordt vermoed dat kunstmatig geproduceerde kleurstoffen de oorzaak zijn bronchiale astma en worden als kankerverwekkend beschouwd (kankerBovendien hebben wetenschappers al jaren aangegeven dat synthetische kleurstoffen een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van attention deficit hyperactivity disorder (ADHD​ Een klinische studie uitgevoerd in opdracht van de British Food Standards Agency (FSA) in 2007 toonde aan dat kinderen toegenomen hyperactief gedrag vertonen na consumptie van deze kleurstoffen. Tegen deze achtergrond heeft de EU een verordening uitgevaardigd dat fabrikanten sinds 20 juli 2010 de waarschuwing "Kan de activiteit en aandacht bij kinderen aantasten" op verpakkingen moeten drukken als de producten de controversiële kleurstoffen bevatten. Het betreft de volgende kleurstoffen: allura rood (E 129), azorubine (E 122), chinoline geel (E 104), cochenille rood (E 124), geeloranje S (E 110) en tartrazine (E 102). Kleurstoffen kunnen allergieën of pseudoallergische reacties veroorzaken met symptomen op de huid of in de luchtwegen bij mensen met een overeenkomstige aanleg. Mensen die al een allergie naar salicylzuur (bevat bijvoorbeeld in acetylsalicylzuur/ ASS) en zijn derivaten of naar benzoëzuur (conserverend, E 210) kunnen kruisreacties ervaren. Hieronder volgt een overzicht in tabelvorm van de kleurstoffen die allergische (A) en / of pseudo-allergische reacties (P) kunnen veroorzaken.

verfstof E nummer Reactie
tartrazine En 102 P
Chinoline geel En 104 P
Geeloranje S En 110 een/p
Cochenille (karmijn) En 120 een/p
azorubine En 122 een/p
Amarant En 123 P
Ponceau 4R (= cochenille rood A) En 124 een/p
Erytrosine En 127 P
Rood 2G En 128 een/p
Allura rood AC En 129 een/p
Patent blauw En 131 een/p
Indigotine (indigkarmijn) En 132 een/p
Groene S En 142 P
Briljant zwart BN En 151 P
Bruin FK En 154 P
Bruin HT En 155 P
Robijnpigment BK (= lithol robijn BK) En 180 P