Diagnose | Sleutelbeenbreuk bij een peuter

Diagnose

De diagnose kan eerst klinisch worden gesteld aan de hand van beschrijvingen van de ouders en het kind over het ongeval en de lokalisatie van de pijn Door naar het kind te kijken, kan de behandelende arts vaak een goede diagnose stellen. Aan de kant waar de sleutelbeen breuk aanwezig is, houdt het kind de arm meestal in een ontlastende positie. In deze positie wordt de arm dicht bij het lichaam geplaatst en de onderarm wordt met de andere hand voor de buik gehouden.

Vaak is de schouder aan de aangedane zijde ook zichtbaar lager. Breuken (breuken) die meer uitgesproken zijn, vertonen een stapvorming op de sleutelbeen. Dit is het gevolg van een scheur in het ligamenteuze apparaat van de sleutelbeen.

Normaal gesproken wordt het sleutelbeen caudaal (onder) getrokken door deze ligamenten - in het geval van scheuring van deze ligamenten of een breuk van het sleutelbeen, waarin de ligamenten niet langer het hele bot stabiliseren, de trapezius spier aan het sleutelbeen wordt craniaal sterker getrokken (boven). Het sleutelbeen kan naar boven worden ontwricht (steekt uit) en caudaal (naar beneden) worden gedrukt; dit staat bekend als het fenomeen pianotoetsen. Een sleutelbeen breuk is meestal voelbaar voor de dokter. In dit geval kan de arts onregelmatigheden en breukgaten palperen door middel van een gestructureerde palpatie van het sleutelbeen.

Breuken waarbij de huid zichtbaar door het bot wordt doorboord, kunnen vaak zeer snel worden vastgesteld. In dit geval dient echter ook een volledig klinisch onderzoek te worden uitgevoerd om mogelijke bijkomende verwondingen uit te sluiten. Het klinische onderzoek, dat niet mag worden verwaarloosd, omvat palpatie en beoordeling van aangrenzende structuren (zoals ribben en schouderblad).

Bovendien moet absoluut worden uitgesloten dat nee zenuwen en schepen zijn aangetast. Ultrageluid is de methode bij uitstek voor verdere diagnose. Bij zuigelingen jonger dan 2 jaar is deze methode meestal voldoende om een sleutelbeen fractuur.

Bij oudere kinderen en adolescenten is het meestal belangrijk om een Röntgenstraal of computertomografie-onderzoek om de mate van dislocatie nauwkeuriger te kunnen beschrijven. Tijdens de Röntgenstraal onderzoek houdt het kind een gewicht van ongeveer 5 - 10 kg in zijn hand. Door de tractie op de arm wordt een dislocatie van de claviculafractuur beter zichtbaar gemaakt. In de regel mag computertomografie alleen worden uitgevoerd als de fractuur op geen enkele andere manier voldoende kan worden gevisualiseerd. Ook hier dienen kinderen aan zo min mogelijk straling te worden blootgesteld.