De uitdrijvingsfase | Het verloop van een bevalling

De uitdrijvingsfase

De uitdrijvingsfase vertegenwoordigt de feitelijke geboorte van de baby. De fase begint met de volledige opening van de hals en eindigt pas met de geboorte van de baby. De geboorte is gemakkelijker voor de moeder in een rechtopstaande positie.

Het maakt niet uit of de moeder in een gynaecologische stoel zit, squats of trekt aan een touw. In het lichaam van de moeder zit een soort geleiderail gemaakt van spieren en botten die het pad voor het ongeboren kind bepaalt. Het kind zit nu in deze spalk.

De meeste kinderen worden geboren hoofd eerst en de achterkant van het hoofd is aan de voorkant van het lichaam van de moeder. In deze positie is het eerste dat u kunt doen de kleine fontanel aan de achterkant van het kind voelen hoofd. Op dit punt is de baby schedel botten zijn nog niet samen gegroeid.

In deze positie wordt de baby bij elke samentrekking verder naar de bekkenuitgang geduwd. Het tijdstip waarop het kind zichtbaar wordt tijdens een contractie wordt ook wel incisie van de hoofd. Vanaf dit punt, het perineum van de moeder, dwz de huid tussen de vagina en de anus, moet worden ondersteund of specifiek ingesneden.

Na de geboorte van het hoofd moeten de schouders van het kind door het bekken gaan. Dit vereist een rotatie van 90 graden, aangezien de bekkenuitlaat ovaal is in plaats van rond. Tussen de geboorte van het hoofd en de schouders zit vaak een korte pauze in de bevalling.

Tijdens deze pauze controleert de verloskundige of de navelstreng ligt rond de baby nek en duwt het over het hoofd of snijdt het direct door. Met het hoofd en de schouders wordt het breedste deel van het kind geboren en kan de rest van het lichaam snel het bekken kruisen. Tijdens de uitdrijvingsfase moet de vrouw toegeven aan de drang om te duwen en zo de bevalling bevorderen.

De vroedvrouw kan de vrouw ondersteunen door bevelen te geven om te duwen wanneer het natuurlijk is contracties optreden. Na elke perscontractie moet de moeder twee keer diep ademhalen. Omdat de uitdrijvingsfase de meest kritieke fase is voor de baby, wordt de hartslag van de baby gecontroleerd na elke duwcontractie.

Terwijl het kind zich in het geboortekanaal bevindt, kan een zuurstoftekort optreden wanneer de navelstreng wordt geperst. Dit is te horen in de hartslag van het kind. Na de geboorte van het kind, de mondholte wordt afgezogen en de navelstreng is gesneden.

In veel klinieken kan de vader de navelstreng zelf doorknippen. In de meeste gevallen wordt het kind bij de moeder gelegd borst direct na de geboorte. De vertrouwde hartslag van de moeder kalmeert het kind en helpt het zich aan te passen aan zijn nieuwe omgeving.