IUI: Intra-uteriene inseminatie – Procedure, kansen, risico’s

Wat is IUI?

Intra-uteriene inseminatie is een van de oudste voortplantingstechnieken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een injectiespuit en een lange dunne buis (katheter) om sperma op het perfecte moment, net na de eisprong, rechtstreeks in de baarmoeder af te leveren. In het verleden waren er nog twee varianten: bij de ene werd het sperma slechts tot aan de baarmoederhals ingebracht (intracervicaal), en bij de andere alleen tot in de vaginale ingang (intravaginaal). Beide methoden worden tegenwoordig echter niet meer toegepast.

Het spermastaal voor IUI kan afkomstig zijn van de eigen echtgenoot van de patiënt (homologe inseminatie) of van een buitenlandse donor (heterologe inseminatie).

Wat is de procedure voor IUI?

Eerst wordt het spermamonster in het laboratorium voorbereid voor IUI. De rest van de IUI-procedure hangt af van de vraag of de vrouw een normale menstruatiecyclus heeft of dat de ovulatie kunstmatig moet worden geïnduceerd.

Sperma monster

Bevroren (gecryopreserveerd) of vers sperma verkregen door masturbatie op de dag van intra-uteriene inseminatie is geschikt voor IUI.

Vóór IUI moet het sperma in het laboratorium worden gereinigd en gescheiden van het zaadvocht. Dit is belangrijk omdat het spermamonster stoffen bevat die het succes van de implantatie kunnen beïnvloeden (ziektekiemen, prostaglandinen, cytokines).

IUI-procedure zonder hormoonbehandeling (spontane cyclus).

Als de vrouw een normale, spontane cyclus heeft, vindt de spermaoverdracht plaats op het moment van de ovulatie: ongeveer tussen de 11e en 13e dag van de cyclus controleert de arts via een vaginale echografie de follikelrijping en de structuur van het baarmoederslijmvlies. Als alles klaar is voor implantatie van de bevruchte eicel en de hormoonconcentratie in het bloed (oestrogeen, progesteron, LH) duidt op een naderende ovulatie, kan IUI beginnen.

IUI-procedure met hormoonbehandeling (geïnduceerde ovulatiecyclus).

Bij cyclusstoornissen of als de spermakwaliteit van de partner niet optimaal is, adviseert de arts de vrouw vóór de intra-uteriene inseminatie een hormoonbehandeling: de hormonen, toegediend in de vorm van injecties (gonadotrofines) of tabletten (clomifeen), stimuleren de rijping van de follikels in de eierstokken. Er wordt aangenomen dat dit het IUI-succes vergroot.

Of en in welke mate de eicellen reageren op hormonale stimulatie kan worden gecontroleerd door middel van echografie via de vagina (vaginaal) en door bloedanalyse van de hormoonspiegels. Als het ei groot genoeg is (15 tot 20 millimeter), brengt de arts de ovulatie hormonaal op gang (ovulatie-inductie). Direct daarna, maar uiterlijk binnen 36 uur, moet met de daadwerkelijke inseminatie worden begonnen.

IUI-procedure

Voor wie is IUI geschikt?

Spermatransfer is geschikt voor paren waarbij na grondig onderzoek geen ernstige oorzaken van onvruchtbaarheid kunnen worden vastgesteld (idiopathische onvruchtbaarheid).

Bij vrouwen kan de bevruchting worden belemmerd door cyclusstoornissen, endometriose, anatomische veranderingen in de baarmoederhals of moeilijk uit te scheiden baarmoederhalsslijm. Bij mannen kan dit te wijten zijn aan een laag aantal zaadcellen, langzaam sperma of een gebrek aan ejaculatie als de zwangerschap niet lukt.

Soms is het ook nodig om direct seksueel contact te vermijden, bijvoorbeeld bij paren die getroffen zijn door een HIV-infectie. Zelfs dan kan intra-uteriene inseminatie de wens om een ​​kind te krijgen vervullen.

Voorwaarden

Het simpelweg overbrengen van sperma is echter niet voldoende. Zowel man als vrouw moeten aan een aantal organische vereisten voldoen.

Voor de vrouw zijn dit:

  • continu functionerende eileiders (functie van de eileiders)
  • voldoende opgebouwd baarmoederslijm voor implantatie
  • ovulatie (spontaan of hormonaal geïnduceerd)

De man heeft nodig:

  • bevruchtbare (krachtige) spermatozoa
  • beweeglijk sperma
  • voldoende aantal zaadcellen in het spermiogram (anders kan intracytoplasmatische sperma-injectie, ICSI geschikter zijn)

IUI: kans op succes

Het slagingspercentage bedraagt ​​ongeveer zeven tot vijftien procent per behandelcyclus en met hormonale stimulatie van de vrouw. Na meerdere behandelingscycli kan zelfs tot 15 procent worden bereikt. Echter slechts tot een leeftijd van ongeveer 40 jaar. Bij oudere vrouwen daalt de kans op zwangerschap via intra-uteriene inseminatie tot vier procent per cyclus.

Het medicijn dat wordt gebruikt voor hormonale stimulatie en het aantal gestimuleerde follikels spelen ook een rol. Om succesvol te zijn met IUI moeten er gestimuleerde follikels aanwezig zijn. Als er echter meer dan twee follikels rijpen, neemt het risico op een meerlingzwangerschap toe. Daarom raden artsen in dit geval inseminatie af.

Meerdere inseminaties binnen een cyclus leveren geen extra voordeel op, zoals IUI-onderzoeken hebben aangetoond. Meervoudige inseminaties worden daarom tegenwoordig niet meer toegepast.

Voor- en nadelen van IUI

Voordeel van de IUI-methode is dat er op het perfecte moment veel krachtige zaadcellen direct in de baarmoeder terechtkomen. Dit vergroot de kans op zwangerschap.

Als hormoonbehandeling nodig is als onderdeel van IUI, is het essentieel dat deze zorgvuldig wordt gecontroleerd door een arts (met behulp van echografie en hormoonanalyse). Dit komt omdat er overstimulatie kan optreden, waardoor meer dan twee tot drie follikels tegelijkertijd kunnen rijpen. Meerlingzwangerschappen zijn dan het gevolg, met een verhoogd risico voor moeder en kinderen. In het ergste geval ontstaat er een ovarieel hyperstimulatiesyndroom, dat gepaard gaat met pijn, waterretentie in de buik, ademhalingsproblemen of misselijkheid en levensbedreigend kan worden.

De daadwerkelijke intra-uteriene inseminatie (IUI), dat wil zeggen de overdracht van puur sperma, is echter relatief eenvoudig uit te voeren, goedkoop, veilig en veroorzaakt meestal geen pijn.