Zuigelingenstadium: functie, taken, rol en ziekten

De peuterfase verwijst naar de periode tussen de leeftijd van 1 en 5 jaar. Deze fase in het leven van het kind is sterk vormend voor de rest van het leven. De peuter maakt een enorme ontwikkeling door op mentaal, emotioneel en fysiek gebied.

Wat is het peuterstadium?

De peuterfase verwijst naar de periode tussen de leeftijd van 1 en 5. Tijdens het eerste levensjaar leert het kind kruipen en uiteindelijk lopen. De baby of het kind wordt nu een peuter. Terwijl het kind door zijn beperkte bewegingsvrijheid nog volledig afhankelijk was van zijn verzorgers, kan de peuter nu actief zijn wereld verkennen. Tijdens de peuterfase leert en verbetert het kind vaardigheden zoals lopen, praten, zintuiglijke waarneming en interactie met zichzelf en zijn omgeving. Het socialiseert en bouwt actief relaties op met anderen. Gedurende deze tijd moet de peuter de kans krijgen om zijn wereld te verkennen en zijn enorme potentieel te ontwikkelen. Het zoekt naar zijn eigen grenzen en die van anderen, en heeft stevige zorgverleners nodig die het zelfverzekerd helpen deze grenzen te leren kennen. In deze fase leert de peuter ook zelfstandig te worden. Andere kinderen worden steeds belangrijker. De peuterfase eindigt wanneer het kind naar de kleuterschool gaat.

Functie en taak

Het peuterpodium dient Kinder ontwikkeling op alle niveaus. Door contact met zichzelf en anderen leert de peuter over zichzelf, zijn lichaam, zijn gevoelens en die van anderen. Door interactie met vaste gehechtheidsfiguren ontwikkelt het een beeld van zichzelf. Op basis hiervan ontwikkelt en verfijnt sociaal gedrag. Aan het begin van de peuterfase is de motorische ontwikkeling. De stap van kruipen naar rechtop lopen is een belangrijke ontwikkeling in het leven van het kind, op basis waarvan een heel nieuw repertoire aan bewegingsmogelijkheden en bewegingspatronen wordt opgebouwd. Op het gebied van de grove motoriek ontwikkelt het kind tijdens het lopen steeds meer zelfvertrouwen en snelheid. Hij leert rennen, terwijl hij tegelijkertijd de zijne traint coördinatie​ Springen, lopend achteruit en hoppen breiden het repertoire uit. Met behulp van deze vaardigheden, die gedurende de peuterfase constant worden geoefend en verbeterd, beweegt het kind zich door de wereld. Op deze manier vergroot het zijn actieradius en de mogelijkheden om actief te worden in de wereld zelf. Later komt het gebied van de fijne motoriek naar voren. Aan het begin van de peuterfase gebruiken kinderen de knijpgreep om dingen vast te pakken en geleidelijk te vervangen door vingertop grijpen. Deze vaardigheden zijn fundamenteel voor alle culturele technieken, omdat ze het mogelijk maken een potlood vast te houden en gereedschappen of instrumenten te gebruiken. Taal maakt ook een enorme vooruitgang tijdens de peuterfase. Vanaf de eerste woorden, die meestal tegen het einde van het eerste levensjaar worden uitgesproken, vordert de ontwikkeling tot de vorming van de eerste zinnen. Tegen het einde van de peuterfase is er normaal gesproken een begrijpelijke uitspraak en een uitgebreide woordenschat, die zijn toepassing vindt bij de vorming van volledige zinnen.

Ziekten en klachten

De peuterfase is op alle vlakken een tijd van snelle ontwikkeling. Het kind maakt voortdurend nieuwe ervaringen op, zowel op fysiek, emotioneel als mentaal niveau, en ondergaat veel sprongen in de ontwikkeling. Deze tijden vereisen een hoog aanpassingsvermogen, dat niet altijd bij de eerste poging wordt bereikt. Daarom kunnen onder bepaalde omstandigheden aanpassingsproblemen en ook ontwikkelingsachterstanden optreden. Tijdens ontwikkelingsstappen zijn kinderen vaak snel moe, zeurderig, erg aanhankelijk en overprikkeld. Ze hebben dan voldoende rust, tijd om te verwerken en zekerheid nodig door de aandacht van een bekende zorgverlener. In de tijd tussen de ontwikkelingssprongen komen de nieuw aangeleerde vaardigheden tot uiting en keert er meer rust terug. De peuter heeft bepaalde voorwaarden nodig voor zijn ontwikkeling. Dit zijn onder meer enkele vaste en vertrouwde zorgverleners. Dit is vooral belangrijk tijdens de eerste drie jaar. Als er in deze periode herhaaldelijk breuken in relaties zijn of een constante verandering van gehechtheidsfiguren, kan dit een fatale invloed hebben op het vermogen van het kind om zich te hechten en zal dit gevolgen hebben voor de rest van zijn of haar leven. Dit is ook het geval als de ouders of andere belangrijke personen zelf niet in staat zijn om in te spelen op de emotionele behoeften van het kind. leiden gehechtheids- en relatieproblemen later in het leven. Voor zowel mentale als emotionele en fysieke ontwikkeling heeft het kind bepaalde nodig vitaminen en mineralen​ Goede voeding is daarom een ​​van de belangrijkste voorwaarden voor een gezonde ontwikkeling in de zuigelingsfase. Anders, ondervoeding mogen leiden tot botbeschadiging, zenuwproblemen en vertraagd hersenen ontwikkeling. Hersenen ontwikkeling gaat vaak ook gepaard met emotionele problemen. En vice versa, herhaald emotioneel spanning, bijvoorbeeld als gevolg van gezinsproblemen of te veel mediaconsumptie, kan ook de emotionele en mentale ontwikkeling van het kind beïnvloeden en, in het ergste geval, belemmeren. Om zich motorisch goed te kunnen ontwikkelen, moet het kind de mogelijkheid hebben om te bewegen. Hier worden alle verzorgers van het kind opgeroepen om regelmatig aanbiedingen te doen en het kind in staat te stellen zo gevarieerd mogelijke bewegingservaringen op te doen.