Ondervoeding

Synoniemen

Ondervoeding, kwantitatieve ondervoeding Het menselijk lichaam heeft dagelijks grote hoeveelheden energie nodig, die het gebruikt om verschillende stofwisselingsprocessen op gang te brengen. Ook de levering van de orgels en de hersenen kan alleen worden gegarandeerd door energie te gebruiken. Hierdoor is het organisme afhankelijk van een regelmatige aanvoer van voedingscomponenten zoals koolhydraten, vetten, eiwitten, vezel, vitaminen en sporenelementen.

Ondervoeding is een bijzondere vorm van ondervoeding. Wanneer de opname van voedselcomponenten te laag is, overtreft het dagelijkse basale metabolisme (dwz de energie die gedurende de dag door verschillende metabolische processen wordt verbruikt) de energieleveranciers die worden opgenomen. Dit resulteert in een negatieve energie evenwicht, wat uiteindelijk leidt tot een vermindering van het lichaamsgewicht.

Van de algemene ondervoeding (hier ontbreken bijna alle voedingscomponenten) kan een gedeeltelijke ondervoeding worden onderscheiden, bijvoorbeeld bij onvoldoende eiwit of koolhydraten worden geabsorbeerd. Ondervoeding kan verwoestende gevolgen hebben voor de mentale en fysieke ontwikkeling van volwassenen, maar vooral van adolescenten. Naast het optreden van acuut ondergewicht, dwerggroei of mentale retardatie, kan ondervoeding die gedurende een lange periode aanhoudt, leiden tot orgaanfalen en zelfs de dood.

Oorzaken

Ondervoeding treedt meestal niet op als er in korte tijd te weinig voedsel wordt ingenomen. Het menselijk lichaam heeft zogenaamde energiereserves (bijvoorbeeld de vetweefsel) waaruit het energie kan mobiliseren. Pas wanneer te weinig voedsel wordt vervormd over een periode van enkele weken tot maanden, worden de eerste tekenen van ondervoeding duidelijk.

  • Gebrek aan voedsel: Waarschijnlijk de meest voor de hand liggende oorzaak van ondervoeding is een gebrek aan voedselvoorziening (financieel aspect). Fundamentele armoede of onevenredig hoge voedselprijzen kunnen een van de redenen zijn waarom er niet genoeg voedsel kan worden verkregen en geconsumeerd. Vooral in de derde wereld speelt ondervoeding een centrale rol.

    In deze gebieden kunnen veel mensen niet voldoende van voedsel en drinkwater worden voorzien. De exacte redenen hiervoor zijn complex.

  • Ondervoeding: Naast dit financiële aspect is onjuist voedingsgedrag de oorzaak van ondervoeding bij veel getroffenen. Met de term verkeerd voedend gedrag verstaat men a voorwaarde, waarmee men eet ondanks voldoende voedselaanbod onvoldoende of te onevenwichtig.

    In de meeste gevallen ontstaat een zogenaamde ondervoeding door deze onjuiste / ongezonde voeding, waarbij het organisme slechts één of meerdere voedingscomponenten mist. In tegenstelling tot de gebruikelijke ondervoeding zijn andere energieleveranciers in voldoende mate aanwezig. Ondervoeding is in de meeste gevallen anerzogeen en berust op een ontbrekende kennis over gezonde en evenwichtige voeding.

    Verder kan er ook bewust gekozen worden voor ondervoeding. Ook door onvoldoende kennis over veganistische voeding er kan ondervoeding ontstaan, dit gevaar bestaat vooral bij kinderen. Onrealistische ideale maatregelen wekken het verlangen op om af te vallen, vooral bij jonge mensen.

    Om deze reden onthouden velen van hen zich bewust van reguliere en uitgebalanceerde voeding en sturen ze zich daardoor op ondervoeding.

  • Verouderingsproces: Een andere niet te onderschatten oorzaak van ondervoeding is het verouderingsproces. In de loop van de veroudering veranderen het menselijk lichaam en de metabolische processen die daarin plaatsvinden. Voor veel mensen neemt de eetlust gestaag af tijdens de tweede helft van hun leven.

    Ook wordt kauwen en slikken steeds moeilijker, bijvoorbeeld door het ontbreken van tanden. Bovendien heeft het organisme op oudere leeftijd een andere voedselsamenstelling nodig. Ook de afname van fysieke en / of mentale prestaties speelt een doorslaggevende rol bij het optreden van ondervoeding op oudere leeftijd.

  • Ziekten: Ziekten en een verscheidenheid aan medicijnen kunnen ook ondervoeding veroorzaken.

    Dit feit kan bijvoorbeeld worden verklaard door het feit dat veel ziekten de eetlust afremmen, het moeilijk maken om individuele voedselcomponenten op te nemen of hun metabolisme te beperken. Bovendien kan het kauwen en slikken van voedsel worden belemmerd tijdens een ziekte en De voedselopname kan daardoor worden beperkt. Chronisch ziekten van het maagdarmkanaal in het bijzonder kan leiden tot ondervoeding door het optreden van misselijkheid en braken. Bij door de ziekte veroorzaakte ondervoeding bevindt de getroffen persoon zich in een disproportie tussen de voedselopname (die afneemt) en de energiebehoefte (die toeneemt bij ziekte).

    De volgende ziekten zijn in dit verband bijzonder relevant: koortsinfecties hyperthyreoïdie brandwonden grote open wonden nierziekten met bloedspoeling

  • Fever
  • infecties
  • Overactieve schildklier (hyperthyreoïdie)
  • Brandwonden
  • Grote open wonden
  • Nierziekten met bloedspoeling
  • Omdat verschillende geneesmiddelen ook een sterke invloed hebben op de stofwisseling en dus de basale stofwisseling beïnvloeden, kan het nodig zijn dat patiënten hun voedingsgewoonten aanpassen. Geneesmiddelen die tot ondervoeding kunnen leiden zijn Bloedsuikerverlagende geneesmiddelen zoals insuline of orale antidiabetica Pijnstillers en antireumatische geneesmiddelen Chemotherapeutica Corticosteroïden zoals cortison
  • Geneesmiddelen die de bloedsuikerspiegel verlagen, zoals insuline of orale antidiabetica
  • Pijnstillers en antireumatische geneesmiddelen
  • Chemotherapeutica
  • Corticosteroïden zoals cortison
  • Andere oorzaken: Bovendien hebben zelfs perfect gezonde opgroeiende kinderen en adolescenten en zogende of zwangere vrouwen een verhoogde energiebehoefte. Ook de mensen die lijden onder zware lichamelijke belasting of stress hebben doorgaans een sterk verhoogde energiebehoefte, die gecompenseerd moet worden door een verhoogde voedselopname.
  • Fever
  • infecties
  • Overactieve schildklier (hyperthyreoïdie)
  • Brandwonden
  • Grote open wonden
  • Nierziekten met bloedspoeling
  • Geneesmiddelen die de bloedsuikerspiegel verlagen, zoals insuline of orale antidiabetica
  • Pijnstillers en antireumatische geneesmiddelen
  • Chemotherapeutica
  • Corticosteroïden zoals cortison