vingertop

Anatomie

Het uiteinde van de vingers van de menselijke hand wordt vingertop genoemd. De Latijnse term voor de vingers van onze hand is digitus manus. Als we naar onze hand kijken, zien we 5 verschillende vingers: duim, wijsvinger vinger, middelvinger, ringvinger en de pink.

Ondanks het feit dat alle vingers verschillend zijn, hebben ze allemaal parallelliteit in hun structuur en anatomie. De vingers hebben dezelfde basisstructuur: de vingertop kan ook de voorste falanx worden genoemd en de vingernagel (lat. Unguis) bevindt zich erop.

Dit bestaat uit keratine, een in water onoplosbaar vezelachtig eiwit en vervult voornamelijk een beschermende functie van de vingertop. Bovendien is het alleen aanwezig bij hogere primaten, aangezien de nagel afkomstig is van de zogenaamde epidermis, het bovenste deel van onze huid. Onder de keratine bevattende vingernagel bevindt zich het nagelbed, dat bestaat uit bindweefsel en is stevig versmolten met het periosteum.

In het gebied van de nagel zie je de zogenaamde spijkermaan, een wit halvemaanvormig merkteken. Behalve de nagel heeft ook de vingertop een belangrijke betekenis, die komt bijvoorbeeld vaak voor in de criminologie: elk vinger bes heeft een karakteristiek patroon dat uniek is en dient om een ​​individu te identificeren, de vingerafdruk. Het bevat veel aanraak- en drukreceptoren, ongeveer 700, en vervult daarmee een belangrijke functie bij het palperen van een object.

Verschillende slagaders en aders zijn ook te vinden op de vingerevenals vetweefsel. De slagaders die hier het belangrijkst zijn, zijn de eindtakken van de radiale en ulnaire slagaders. Om de vinger te bewegen hebben we spieren nodig die aan de betreffende falanx vastzitten en een doorslaggevende rol spelen bij de fijne motoriek (bijv. Schrijven en voelen).

Het gewricht van de vingertop is een scharniergewricht, dat buigen (flexie) en stretching (uitbreiding). Een ligamenteus apparaat is ook bevestigd aan de gewrichten, die dient om de vingergewricht. Dit bestaat uit twee collaterale ligamenten en twee extra ligamenten op de rug van de hand en vingers. Er zijn ook pezen die zijn beveiligd door zogenaamde ring- en kruisbanden. Een analogie met de vingergewricht is het teengewricht, dat anatomisch veel overeenkomsten vertoont.