Oorzaken van necrose van de heupkop

Introductie

acetabulaire necrose (ook bekend als aseptisch femurkopnecrose) is een botziekte waarbij botweefsel sterft als gevolg van verminderde bloed stromen naar het dijbeen hoofd. Dit resulteert in artrose en misvormingen, die leiden tot pijn en beperkte mobiliteit. Het dijbeen hoofd is het bovenste uiteinde van de dij bone, dat deel uitmaakt van de heup gewricht naast het heupbeen, dat wordt gevormd door het heupbot.

Necrose wordt vooral door lastafhankelijk gevoeld pijn in de lies, die ook naar de knieën kan uitstralen. Daarnaast zit er vaak een rotatiebeperking in de heup gewricht. Necrose van het dijbeen hoofd kan voorkomen bij volwassenen en kinderen. De vorm die tijdens de adolescentie voorkomt, wordt ook wel Ziekte van Perthes​ Acetabulaire necrose kan worden veroorzaakt door een specifieke oorzaak, zoals dijbeen nek breuk, maar het kan ook voorkomen zonder een bekende oorzaak (idiopathisch heup gewricht artrose).

Oorzaken

De oorzaken van femurkopnecrose zijn talrijk en vaak nog onverklaard. Idiopathisch femurkopnecrose kan worden bevorderd door bepaalde risicofactoren zoals alcoholisme of stofwisselingsstoornissen. Heupkopnecrose van traumatische oorsprong (fractuur van de femurhals) wordt meestal veroorzaakt door verwondingen aan de omgeving schepen.

De reden voor necrose van de heupkop kan bijvoorbeeld een laterale of centrale zijn fractuur van de femurhals. Dit is een breuk van de nek van het dijbeen, dat zich dicht bij het gewricht bevindt. Dit treft meestal oudere mensen en patiënten met osteoporose.

Het dijbeen nek breuk kan worden veroorzaakt door vallen op de bovenste buitenkant van het dijbeen of struikelen met geforceerd externe rotatie​ Chronische overbelasting van het dijbeen kan ook leiden tot een femurhalsfractuur​ In dit geval is necrose van de heupkop een complicatie van het letsel, aangezien de schepen lopend langs de hals van het dijbeen (vooral A. circumflexa femoris medialis) kan worden beschadigd.

Het resultaat is een onderaanbod van de heupkop, wat leidt tot vernietiging van het bot ter hoogte van de heupkop. Een directe heupkopfractuur kan ook de oorzaak zijn van heupkopnecrose, die ook kan leiden tot letsel schepen dat resulteert in een onderaanbod van de heupkop. Deze vorm van heupkopnecrose wordt niet veroorzaakt door een ongeval (trauma).

Idiopathisch betekent dat de oorzaak niet bekend is. Er zijn echter bekende risicofactoren die idiopathische femurkopnecrose bevorderen. De exacte relatie tussen de risicofactoren en femurkopnecrose is echter niet altijd duidelijk.

Stofwisselingsstoornissen zijn soms een risicofactor voor de ontwikkeling van femurkopnecrose. Deze omvatten bijvoorbeeld suikerziekte mellitus, hyperurikemie (te hoge urinezuurspiegels in de bloed) of hyperlipoproteïnemie (te hoog vetgehalte in het bloed), wat kan leiden tot vaatziekten en dus ook tot een onderaanbod in de regio van de heupkop. Lange behandeling met glucocorticoïden zoals cortisone kan ook necrose van de heupkop veroorzaken.

Voorts alcoholisme, roken en te zwaar zijn mogelijke risicofactoren. Sikkelcel bloedarmoede, lupus erythematosus en de ziekte van Gaucher (ziekte van de opslag van lipiden) dragen ook bij aan necrose van de femurkop. Straling en chemotherapie (vooral voor lymfomen en leukemieën) kan ook necrose van de heupkop bevorderen.

Ziekte van Perthes beschrijft een idiopathische, aseptische femurkopnecrose die optreedt bij kinderen, vooral tussen de 4 en 8 jaar. Er worden verschillende oorzaken besproken. Een van de oorzaken van juveniele femurkopnecrose (die optreedt tijdens de adolescentie) is de afsluiting of adhesie van vaten, wat leidt tot een onderaanbod en dus tot botresorptie.

Aan de andere kant, repetitieve microtrauma's veroorzaakt door verhoogde belasting van de heup tijdens lopend en springen worden tot de mogelijke oorzaken gerekend. Bloed stollingsstoornissen kunnen ook leiden tot afsluiting van vaten en dus een onderaanbod van de heupkop. Heupgewrichtsdysplasie is een erfelijke aandoening waarbij rijpingsstoornissen van het acetabulum al voorkomen in de baarmoeder.

Hierdoor wordt de heupkop niet voldoende vastgezet in het heupgewricht, waardoor het risico op dislocatie van het heupgewricht toeneemt. Omdat een dislocatie vaak zonder behandeling kan optreden, moet het heupgewricht keer op keer opnieuw worden gepositioneerd. Necrose van de heupkop is opnieuw een complicatie en wordt bevorderd door veelvuldige herpositionering van het heupgewricht, aangezien vaten die de heupkop voeden gemakkelijk kunnen worden beschadigd.