Immunosuppressiva voor de behandeling van de ziekte van Crohn | Immunosuppressiva

Immunosuppressiva voor de behandeling van de ziekte van Crohn

De ziekte van Crohn is een chronische ontstekingsziekte die het gehele maagdarmkanaal kan aantasten. Het volgende immunosuppressieve geneesmiddelen worden gebruikt om een ​​acute aanval te behandelen: budesonide, mesalazine en mogelijk prednisolon. Budesonide is een glucocorticoïde die in hoge mate wordt gemetaboliseerd in de lever.

Het heeft daarom vooral een regionaal effect in het maagdarmkanaal en weinig systemische bijwerkingen. Mesalazine behoort tot de groep van aminosalicylaten en kan als alternatief worden gebruikt en heeft een ontstekingsremmende en immunosuppressieve werking in de darm. prednisolon, een sterk glucocorticoïde, wordt gebruikt bij ernstige recidieven.

In tegenstelling tot budesonide is het systemisch actief en veroorzaakt daarom meer bijwerkingen. Als de terugval hier niet op reageert, in dit geval biologische geneesmiddelen Infliximab (TNF-alfa antilichamen), worden gebruikt om de ontsteking te vertragen. Om de ziekteactiviteit ook tussen de aanvallen te beheersen, is de immunosuppressieve geneesmiddelen azathioprine als eerste keuze of methotrexaat als tweede keus worden gebruikt als langdurige therapie. Therapie met Infliximab is ook mogelijk.

Immunosuppressiva voor de behandeling van reuma

reumatiek, meer precies reumatoïde artritis, kan ook worden behandeld immunosuppressieve geneesmiddelen. De oorzaak van reumatoïde artritis is een immuunreactie waarbij het lichaam de gewrichten door te produceren antilichamen en het activeren van macrofagen (wegvangende cellen van de immuunsysteem), waardoor meestal een ontsteking ontstaat gewrichten. Bij reumatische aandoeningen wordt ook onderscheid gemaakt tussen langdurige en recidiverende therapie.

Pijnstillers worden gebruikt voor terugvalstherapie en glucocorticoïden worden gebruikt als immunosuppressiva. glucocorticoïden vertraag de vernietiging van de getroffenen gewrichten. De langdurige therapie moet zo vroeg mogelijk worden gestart.

Een belangrijk onderdeel en eerste keuze is methotrexaat, die eenmaal per week moet worden ingenomen. Het wordt vaak voorgeschreven in combinatie met de ontstekingsremmer glucocorticoïden prednison of prednisolon. In de loop van de therapie wordt vaak geprobeerd de dosis glucocorticoïden enigszins te verlagen, zodat de bijwerkingen van deze geneesmiddelen minder ernstig zijn.

Onlangs antilichamen geproduceerd in het laboratorium zijn ook gebruikt in reumatiek behandeling. Methotrexaat mag niet tegelijk met NSAID's (ibuprofen, diclofenac, paracetamol, enz.), omdat hierdoor de bijwerkingen toenemen.

24-48 uur na inname van MTX, foliumzuur wordt gebruikt om de bijwerkingen te verminderen. De tweede keuze is Leflunomid als MTX niet (voldoende) effectief is. Sulfasalazine kan worden gebruikt tijdens zwangerschap in combinatie met foliumzuur. In ernstige gevallen kunnen verschillende biologische geneesmiddelen (anti-TNF-alfa-antilichamen of interleukine-1-receptorantagonisten) worden gebruikt.