Immunosuppressiva voor de behandeling van multiple sclerose | Immunosuppressiva

Immunosuppressiva voor de behandeling van multiple sclerose

Multiple sclerose is een inflammatoire, auto-immuunziekte waarbij de beschermende laag rond de zenuwvezels (myeline-laag) in toenemende mate wordt vernietigd. MS verloopt in fasen, dwz intervallen van bijna volledige vrijheid van pijn afgewisseld met sterke aanvallen van de ziekte. Vooral tijdens de ziekte-aanvallen, hoge doses methylprednisolon en prednisolon worden gebruikt of, indien nodig, plasmaferese (uitwassen uit de autoantilichamen) is uitgevoerd.

Zeer hoge doses (tot 1000 milligram) worden vaak intraveneus toegediend aan het begin van een acute aanval, waarna de medicatie kan worden overgeschakeld naar tabletten met lagere doses. De basistherapie omvat glatirameeracetaat en interferon bèta, bij relapsing-remitting MS ook dimethylfumaraat, bij relapsing-remitting MS ook dimethylfumaraat, bij relapsing-progressive MS mitoxantron. Mitoxantron is een zeer sterk immunosuppressivum dat leidt tot de vernietiging van B-immuuncellen.

Bij relapsing-remitting MS, alemtuzumab (antilichaam tegen CD52, een oppervlakte-eiwit op immuuncellen), fingolimod (vermindert de migratie van immuuncellen naar de centrale zenuwstelsel) of natalizumab (antilichaam, vermindert de migratie van immuuncellen naar het centrale zenuwstelsel) kan ook worden gebruikt voor escalatie. Veel van de immunosuppressiva die bij MS worden gebruikt, zijn zeer krachtig en kunnen ernstige bijwerkingen veroorzaken. De meest gevreesde is Progessieve Multifocale Leukenzephalopathie, die kan optreden tijdens therapie met dimethylfumaraat of Natalizumab. Bijwerkingen zijn vermoeidheid, hoofdpijn, Depressie en overgevoeligheidsreacties op de geneesmiddelen.