Endocrinologie: behandeling, effecten en risico's

endocrinologie behandelt hormonale processen en hun stoornissen in het organisme. Om deze reden heeft het veel raakvlakken met andere medische disciplines. Voor de diagnose van endocriene ziekten zijn naast de klassieke onderzoeksmethoden ook een verscheidenheid aan endocrinologische functionele tests beschikbaar.

Wat is endocrinologie?

endocrinologie houdt zich bezig met de studie, het onderzoek en de diagnose van hormonaal gerelateerde processen en ziekten. De belangrijkste focus ligt op de endocriene klieren en cellen, die structureel en functioneel anders produceren hormonen. Bijvoorbeeld de schildklier. endocrinologie is een medische discipline die zich bezighoudt met de studie, het onderzoek en de diagnose van hormonaal gerelateerde processen en ziekten. In het lichaam zijn er een groot aantal endocriene klieren en cellen die structureel en functioneel anders produceren hormonen. hormonen zijn werkzame stoffen die zelfs in zeer lage concentraties belangrijke levensprocessen in het organisme regelen. Dit zijn vaak processen die onderhevig zijn aan een regulerend mechanisme en alleen optimaal functioneren door de complexe interactie van meerdere hormonen. Endocrinologie is nauw verbonden met veel andere medische velden. Allereerst is het een tak van interne geneeskunde. Daar heeft het nauwe banden met diabetologie. Aangrenzende medische velden zijn urologie, gynaecologie of kindergeneeskunde. Het is ook van groot belang voor chirurgie en nucleaire geneeskunde. Daarnaast kent de endocrinologie ook veel raakvlakken met intensive care geneeskunde, neurologie of psychiatrie. Endocriene processen zijn nauw verbonden met alle andere biologische processen. Endocrinologie omvat nog steeds onder meer de deelgebieden neuro-endocrinologie, diabetologie, reproductieve endocrinologie en pediatrische endocrinologie.

Behandelingen en therapieën

Het spectrum van behandelingen voor endocriene aandoeningen omvat zeer veel verschillende ziekten die voornamelijk hormonale oorzaken hebben. Deze ziekten omvatten suikerziekte mellitus, schildklierdisfunctie, hormonaal geïnduceerd hypertensie, aandoeningen van vloeistof en elektrolyt evenwicht, ziekten van botmetabolisme, disfunctie van de bijnieren, regulerende stoornissen van seksuele functie, groeistoornissen, stoornissen van energiemetabolisme, of ziekten van het neuro-endocriene systeem. Dus, suikerziekte mellitus wordt veroorzaakt door een absoluut of relatief tekort aan het hormoon insuline. Insuline is een eiwithormoon dat reguleert bloed glucose niveaus. De secundaire ziekten van suikerziekte mellitus strekt zich uit tot ver in het spectrum van inwendige ziekten. Daarom toont het voorbeeld van diabetologie al het immense belang van endocrinologie aan voor andere gebieden van de geneeskunde. In het geval van disfunctioneren of zelfs falen van de hypofyseworden verschillende hormonen en dus regulerende en controleprocessen in het lichaam beïnvloed. De hypofyse synthetiseert hormonen die rechtstreeks op de organen werken, evenals hormonen die een regulerend effect hebben op andere hormonen. Daar wordt bijvoorbeeld het groeihormoon aangemaakt, dat direct inwerkt op de organen door groei te stimuleren. Een tekort aan dit hormoon kan dat wel leiden naar korte gestalte, bijvoorbeeld. Bovendien worden daar hormonen geproduceerd die de geslachtsklieren stimuleren, de schildklier of de bijnierschors. Deze drie organen zijn op hun beurt endocriene klieren. Hun hormoonproductie wordt gestimuleerd door bepaalde hormonen van de hypofysevoorkwab. Het belangrijkste superieure orgaan van hormoonregulatie is het hypothalamus​ Tegelijkertijd is het het allerhoogste controlecentrum van het autonome zenuwstelsel. Dus de hypothalamus coördineert de samenwerking van de autonome zenuwstelsel met de endocriene systeem​ De ziekten van het neuro-endocriene systeem hebben daar hun uitgangspunt. Dit is het onderwerp van het grote veld van neuro-endocrinologie. Op hun beurt ziekten van de bijnier wel leiden voor verschillende syndromen zoals Syndroom van Cushing, Addison-syndroom of Conns-syndroom. Bovendien is de elektrolytstofwisseling vaak verstoord. Ziekten zoals osteoporose or rachitis zijn ook tenminste gedeeltelijk hormonaal. Hormonale aandoeningen kunnen zowel primair als secundair zijn. Bij primaire hormonale stoornissen is de oorzaak van de ziekte ofwel hypofunctie of hyperfunctie van de corresponderende endocriene klier. Bij secundaire endocriene stoornissen is er een andere onderliggende ziekte die de hormonale stoornis veroorzaakt. Oorzaken kunnen zijn: infecties of autoimmuunziekten.

Diagnose- en onderzoeksmethoden

Diagnose van endocriene aandoeningen kan erg moeilijk zijn vanwege hun vaak niet-specifieke symptomen. Soms komt de daadwerkelijke endocrinologie pas in het spel na langdurig onderzoek. Binnen de endocrinologie worden in eerste instantie alle klassieke onderzoeksmethoden gebruikt. In het begin is er altijd de anamnese van de medische geschiedenis​ Soms kan hier al een vermoeden van een hormonaal veroorzaakte ziekte worden geuit. Laboratoriumtests om hormonen in de bloed, serum of plasma spelen een belangrijke rol. Bovendien conventioneel bloed er moeten natuurlijk ook tests worden uitgevoerd. Verder worden er ook hormoontesten in de urine uitgevoerd. Dynamische en statische endocrinologische functietesten zijn van groot belang. In de dynamische functietesten wordt het overgangsgedrag binnen het reguleringscircuit onderzocht door het toedienen van storende stoffen. Statische functietests worden uitgevoerd zonder teststoffen. Dit werkt door verschillende parameters te meten in een evenwichtstoestand, waarbij de quotiënten tussen hormonen en substraten worden berekend. Op basis van deze berekende quotiënten kan een verstoring van het reguleringsmechanisme worden geconcludeerd. In de SPINA-methode worden structurele parameters van endocriene regulerende circuits berekend op basis van gemeten hormoonspiegels. HOMA is op zijn beurt een speciale methode voor het berekenen van de regelkring van koolhydraathomeostase. Gebruik makend van vastend insuline en glucose niveaus, insulinegevoeligheid en bètacelfunctie kunnen worden berekend. Naast deze onderzoeksmethoden worden in de endocrinologie natuurlijk ook direct orgaanonderzoeken van endocriene organen uitgevoerd. Dit wordt gedaan door hun prik en cytologisch onderzoek. Met de hulp van ultrageluid onderzoeken, schildklier-, bijschildklier- en bijnier-echo's kunnen worden uitgevoerd. Andere beeldvormingstechnieken die worden gebruikt om endocriene organen te visualiseren, zijn onder meer Röntgenstraal diagnostiek, computertomografie, MRI, scintigrafie of HUISDIER (positronemissietomografie) examens. Beide scintigrafie en PET gebruiken radioactief gelabelde materialen om tumorcellen in verschillende organen te identificeren. Vaak zijn tumoren in endocriene organen het startpunt van hormonale stoornissen.