Pompoen: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Pompoen is ontstaan ​​in Midden- en Zuid-Amerika, maar tegenwoordig wordt de plant over de hele wereld verbouwd. Dit heeft geresulteerd in variëteiten waarbij de zaden een hele zachte of helemaal geen schaal hebben, waardoor de noodzaak voor peeling​ De zaden worden in dit land voornamelijk geïmporteerd uit Oost-Europese landen en Mexico.

Pompoenpitten in de kruidengeneeskunde

In kruidengeneeskundeworden de rijpe, gedroogde zaden (cucurbitae-sperma) of zelfs de zaadolie gebruikt.

Het vruchtvlees van pompoenen wordt vaak gebruikt in soepen en verwerkt tot cakes. Sierpompoenen zijn niet geschikt voor consumptie vanwege het hogere gehalte aan bitterstoffen.

Pompoen: bijzondere kenmerken van de plant

De jaarlijkse pompoen vormt klimplanten tot 10 m lang, waarmee hij zich plat op de grond verspreidt. De duidelijk vijflobbige bladeren zijn erg groot en behaard. Verder draagt ​​de plant grote gele bloemen in een trechtervorm.

Het meest kenmerkend zijn echter de enorme, geelgroene of oranje bolvormige vruchten, die talrijke platte zaden bevatten. Vanuit botanisch oogpunt vertegenwoordigen de vruchten bessen.

Eigenschappen van pompoenpitten

Pompoen zaden zijn groenachtig tot bruinachtig, ovale, afgeplatte zaden die groeien tot ongeveer 7-15 mm lang. Ze zijn aan het ene uiteinde rond en wijzen naar het andere.

Tot op zekere hoogte worden de zaden van andere pompoensoorten, zoals Cucurbita maxima of Cucurbita mixta, ook gebruikt in kruidengeneeskunde.

De zaden geven geen bepaalde geur af. De smaak van pompoenpitten is olieachtig en licht zoet.