Trombose en pil | Trombose

Trombose en pil

Er zijn tal van factoren die het risico op ontwikkeling vergroten trombose. Vooral de combinatie van verschillende risicofactoren verhoogt het risico. Een belangrijke en veel voorkomende risicofactor voor vrouwen is het gebruik van oraal gebruik anticonceptiemiddel, de zogenaamde pil.

Orale anticonceptiva zijn geneesmiddelen die voornamelijk worden gebruikt om te voorkomen zwangerschap en bevatten twee actieve ingrediënten, de hormonen oestrogeen en progestageen. Afhankelijk van het preparaat worden de twee actieve ingrediënten gecombineerd (gecombineerd preparaat) of alleen het progestageen (preparaat met één stof). Het gebruik van orale anticonceptiva beïnvloedt hormonale controlecircuits tussen de hersenen, eierstokken en baarmoeder, waardoor de bevruchting van een ei wordt voorkomen.

Het oestrogeen voorkomt ovulatie, terwijl het progestageen het slijm in de baarmoeder meer stroperig. Het stroperige slijm maakt het moeilijker sperma te verplaatsen. Deze mechanismen resulteren in het betrouwbaar voorkomen van zwangerschap.

Vaak voorkomende ongewenste bijwerkingen van orale anticonceptiva zijn: misselijkheid, braken, gewichtstoename, hoofdpijn, huidonzuiverheden, haaruitval en onregelmatigheden in de cyclus. Een andere belangrijke maar minder vaak voorkomende bijwerking is het optreden van trombose terwijl u de pil inneemt. Oestrogenen veroorzaken veranderingen in de wanden van de bloed schepen en vertragen de bloedstroom, en kan zo het optreden van bevorderen tromboseOm het risico op trombose te verkleinen, worden daarom orale anticonceptiva met een laag oestrogeengehalte aanbevolen.

Er zijn ook verschillende progestinen, zoals levonorgestrel, die in combinatie met een lage dosis oestrogeen een lager risico op trombose hebben dan andere preparaten. Vooral bij vrouwen met andere risicofactoren, zoals roken, te zwaar, een stollingsstoornis of een leeftijd ouder dan 35 jaar, moet erop worden gelet dat een preparaat met een gunstig bijwerkingenprofiel wordt gebruikt. Vrouwen die al een trombose hebben gehad in de been of andere trombo-embolische ziekten, zoals pulmonale embolie or beroerte, mag niet oraal worden gebruikt anticonceptiemiddel. Een gynaecoloog kan informatie geven over alternatieve anticonceptiemethoden.