Silicose: oorzaken, tekenen, preventie

Pneumoconiose: beschrijving

Artsen noemen pneumoconiose (Grieks pneuma = lucht, conis = stof) pneumoconiose. Pneumoconiose treedt op wanneer het longweefsel pathologisch wordt veranderd door ingeademd anorganisch (mineraal of metaal) stof. Als het bindweefsel van de longen littekens vertoont en verhardt, spreken deskundigen van fibrose.

Veel beroepsgroepen worden blootgesteld aan schadelijk stof. Stoflong is dan ook één van de meest voorkomende beroepsziekten. Afhankelijk van het type stof dat wordt ingeademd, wordt onderscheid gemaakt tussen goedaardige en kwaadaardige stoflongziekten, die verschillen qua gevaar.

Goedaardige stoflong

Sommige stofdeeltjes worden alleen in het longweefsel afgezet, maar veroorzaken in eerste instantie geen ontstekingsreactie. In tegenstelling tot kwaadaardige stoffen verslechtert de longfunctie van goedaardige pneumoconiose alleen in individuele gevallen na verloop van tijd.

Goedaardig stof

Stoflongziekte

Roet, grafiet, kolenstof

anthracose

IJzeren stof

Siderosis, pneumoconiose van lassers

Bariumstof

barytose

Tinstof

stans

Kaolien (witte klei voor porseleinproductie)

Silicatose (aluminose)

Antimoon (mineraal, bijvoorbeeld voor loodlegeringen)

antimonose

Talk (waterhoudend magnesiumsilicaat, bijvoorbeeld als hoofdbestanddeel van speksteen)

talkose

Kwaadaardige pneumoconiose

Kwaadaardig stof leidt vaak tot gevaarlijke longveranderingen. Het longweefsel raakt steeds meer littekens, wat de zuurstofopname aanzienlijk kan beperken. Naarmate de ziekte voortschrijdt, verhardt het longweefsel als gevolg van fibrose.

Kwaadaardig stof

Stoflongziekte

Kwartsstof (cristobaliet, tridymiet)

asbest

beryllium

Berylliose

Harde metalen (wolfraam, titanium, chroom, molybdeen)

Hardmetaalpneumoconiose

Gemengd tandplugstof

Tandtechnicus pneumoconiose

Aluminium

Aluminose

Afstoffen (veroorzaakt door anorganisch stof) staat in contrast met longziekten veroorzaakt door organische stoffen (zoals vogelpoep, graanschimmel). Deze vallen onder de term exogene allergische alveolitis. Dit is een ontsteking van de longblaasjes als gevolg van een allergische reactie op ingeademde dierlijke eiwitten of schimmelsporen. Boeren (boerenlong) of vogelkwekers (vogelboerenlong) worden meestal getroffen.

Stoflong: frequentie

silicose

Silicose is een van de meest voorkomende beroepsziekten van de longen en komt vooral voor bij mijnwerkers. Alles wat u moet weten over het ontstaan, beloop, behandeling en prognose van deze vorm van pneumoconiose leest u in het artikel Silicose!

asbestose

Een andere bekende vorm van pneumoconiose wordt veroorzaakt door het inademen van asbestvezels, die vroeger op grote schaal werden gebruikt in brandwerende isolatiematerialen, gevelbekleding en brandwerende beschermkleding – totdat de longbeschadigende en kankerverwekkende werking ervan werd ontdekt. Lees meer over asbestose!

Stoflong: symptomen

De tekenen van stoflong kunnen sterk variëren. Patiënten hebben meestal geen symptomen, vooral als er goedaardig stof in de longen wordt afgezet. Pas na jaren treden hoesten en kortademigheid op bij lichamelijke inspanning. Als het longweefsel is veranderd als gevolg van het inademen van giftige stoffen, zijn de symptomen van pneumoconiose afhankelijk van de mate van ontsteking of fibrose. Veel voorkomende symptomen zijn

  • bronchitis
  • Droge hoest die jaren kan aanhouden
  • Zwakte en gewichtsverlies
  • longontsteking
  • kortademigheid

Stoflong: oorzaken en risicofactoren

De getroffenen worden doorgaans jarenlang blootgesteld aan schadelijk stof – vaak op de werkplek. Belangrijke activiteiten of beroepsvelden die het risico op stoflong vergroten zijn bijvoorbeeld

stof

Risicovolle activiteiten of beroepen

Roet, grafiet, kolenstof

Mijnbouw (vooral steenkool), inwoners van industriële steden lopen meer risico dan plattelandsbewoners

IJzeren stof

Laswerkzaamheden

Bariumsulfaatstof

Barietextractie (afbreekbaar mineraal), diepboortechnologie (barium als boorvloeistof), toepassing in de automobielindustrie in kunststof en isolatiematten en als onderdeel van zwaar beton

Tinstof

vooral in de glasindustrie

kaolien

Winning van witte klei, productie van porselein

antimonium

Mijnbouw (antimoonwinning, ertsmijnen); productie van kabelisolatie, bouwmaterialen (bijvoorbeeld folies), elektrische apparaten, brandwerend textiel en kunststoffen; vlamvertragers voor verven

Talk (waterhoudend magnesiumsilicaat, bijvoorbeeld als hoofdbestanddeel van speksteen)

Banden industrie

Kwartsstof (cristobaliet, tridymiet)

Grind- en zandindustrie, zandstralen, cementproductie, erts- en steenkoolwinning

Asbest

Verwerking van isolatiemateriaal, asbestcement, vuurvast materiaal; kunststof versterking; bouwwerkzaamheden

Beryllium

Harde metalen (wolfraam, titanium, chroom, molybdeen)

voornamelijk hardmetaalbewerking zoals slijpen, sinteren, gieten (bijv. gereedschapsfabricage)

Tandensnijder stof

tandtechniek

aluminium

Machinebouw, verpakkingsindustrie, bouwsector; trein-, auto-, vliegtuigbouw; cellenbetonproductie, verf- en lakindustrie; raketten en explosieven; gevaren, met name bij aluminiumlaswerkzaamheden en de productie van aluminiumpoeder

Doorslaggevende factoren voor de ontwikkeling van stoflongen zijn

  • de periode van blootstelling aan het stof
  • de hoeveelheid stof die wordt ingeademd
  • de grootte van de stofdeeltjes: Grotere stofdeeltjes worden vastgehouden in de nasopharynx. Daarentegen kunnen deeltjes met een diameter van minder dan 2.5 micrometer de longblaasjes binnendringen en daar worden afgezet.

Stoflong: onderzoeken en diagnose

De arts die verantwoordelijk is voor longziekten is een longarts of een bedrijfsarts. De arts zal u eerst enkele vragen stellen over uw werkplek en uw symptomen, om uw medische geschiedenis vast te stellen (anamnese). Mogelijke vragen zijn onder meer:

  • Hoe lang heeft u al klachten (bijvoorbeeld hoesten, kortademigheid)?
  • Heeft u sputum als u hoest?
  • Heeft u moeite met ademhalen?
  • Voelt u zich ongewoon moe en uitgeput?
  • Ben je afgevallen?
  • Welk beroep had u vóór uw huidige baan?
  • Ademt u vaak stof in?
  • Zijn er op uw werkplek speciale beschermingsmaatregelen, zoals het dragen van een beschermend masker of een veiligheidsbril, en houdt u zich hieraan?
  • Zijn er op uw werkplek metingen van fijnstof uitgevoerd?

Lichamelijk onderzoek en röntgenfoto

Na het consult bij de arts volgt een algemeen lichamelijk onderzoek. Het luisteren naar en tikken op de longen (auscultatie en percussie) is hierbij een essentieel onderdeel.

Er worden vervolgens röntgenfoto's van uw longen gemaakt (röntgenfoto van de borstkas): Ontstoken delen van de longen zijn op de röntgenfoto zichtbaar als witachtige gebieden vanwege de verhoogde vochtophoping. In ernstige gevallen verzamelt zich een bijzonder grote hoeveelheid vocht in de longen. Artsen noemen dit giftig longoedeem.

Longfunctietest

Bloedgasanalyse en spiro-ergometrie

Om de effecten van congestieve longziekte op uw zuurstoftoevoer te achterhalen, zullen artsen een bloedmonster nemen voor een bloedgasanalyse. Hierbij wordt het zuurstof- en kooldioxidegehalte in uw bloed gemeten. Bij ernstige pneumoconiose wordt de zuurstof verminderd en de kooldioxide verhoogd, omdat de uitwisseling van de twee gassen in de zieke longen slechts in beperkte mate mogelijk is.

Omdat gaswisselingsstoornissen aan het begin van de ziekte vooral merkbaar zijn bij lichamelijke inspanning, wordt voor het bepalen van de bloedgaswaarden ook spiro-ergometrie (op een fietsergometer) uitgevoerd – een zeer informatief onderzoek dat ook wordt gebruikt voor deskundigenoordeel ter beoordeling van hart- en vaatziekten. longprestaties.

Computertomografie

Computertomografie (CT) geeft gedetailleerdere beelden van de longen dan een röntgenonderzoek. Het gaat echter gepaard met een grotere blootstelling aan straling voor de patiënt en wordt daarom meestal alleen in speciale gevallen gebruikt – bijvoorbeeld bij verdenking op longkanker (mogelijk gevolg van kwartsstoflong).

Longbiopsie

Het weefselmonster kan op verschillende manieren uit de longen worden genomen, bijvoorbeeld als onderdeel van een longendoscopie (bronchoscopie). Vervolgens wordt het monster in het laboratorium nader onderzocht. Op deze manier kan zonder enige twijfel een verband tussen beroep/werkplek en pneumoconiose worden vastgesteld.

Bronchoalveolaire lavage

Als onderdeel van een bronchoscopie kan ook een bronchoalveolaire spoeling (“longspoeling”) samen met een longbiopsie worden uitgevoerd. Hiervoor wordt een zoutoplossing in de bronchiën gedruppeld via de bronchoscoop (een buisvormig instrument met een lichtbron en een camera aan de punt) die in de longen wordt ingebracht. Hierdoor kunnen cellen en ingeademde vreemde stoffen (zoals asbestvezels) worden verwijderd. De spoeloplossing (met cellen en vreemde stoffen) wordt vervolgens via de bronchoscoop opgezogen en gedetailleerd onderzocht.

Deze procedure kan worden gebruikt om bijvoorbeeld de diagnose asbestose te bevestigen. Bovendien is bronchoalveolaire lavage – evenals spiro-ergometrie – geschikt voor deskundig advies.

Stoflong: behandeling

Sommige patiënten met pneumoconiose krijgen zogenaamde bronchusverwijders voorgeschreven: medicijnen die de luchtwegen verwijden door de spierspanning in de bronchiën te verminderen. Dit kan het voor patiënten gemakkelijker maken om te ademen.

In zeer ernstige gevallen is de patiënt afhankelijk van een aparte zuurstofvoorziening (zuurstofcilinders). Mogelijk hebben ze een nieuwe long nodig (longtransplantatie).

De toediening van glucocorticoïden (“cortison”) of immunosuppressiva voor inflammatoire pneumoconiose of longfibrose is niet effectief gebleken.

Pneumoconiose: ziekteprogressie en prognose

De progressie van de meeste stoflongziekten kan worden voorkomen als de patiënt het gevaarlijke stof niet langer inademt. Ontstekingen genezen meestal in de loop van enkele weken, op voorwaarde dat de getroffenen zichzelf voldoende beschermen tegen enorme blootstelling aan stof. Eventuele littekenvorming in het longweefsel die al is ontstaan, kan echter niet ongedaan worden gemaakt.

Als de patiënt jarenlang aan verontreinigende stoffen wordt blootgesteld, kan de ziekte verergeren en tot ernstige longfibrose leiden. Bovendien kunnen sommige soorten stof (zoals kwartsstof) kanker veroorzaken.

Beroepsziekte-pneumoconiose

Stoflong: preventie

Om de ontwikkeling van pneumoconiose te voorkomen of om te voorkomen dat een bestaande pneumoconiose zich verder ontwikkelt, moet u deze tips volgen:

  • Vermijd het inademen van stof.
  • Houd u aan de gezondheids- en veiligheidsmaatregelen op de werkplek.
  • Zorg ervoor dat uw werkgever voorziet in de wettelijk voorgeschreven beschermingsmaatregelen, zoals speciale kleding, ademmaskers, veiligheidsbrillen of ventilatie- en afzuigapparatuur.
  • Neem deel aan arbeidsgezondheidscontroles.
  • Profiteer van preventieve medische controles.
  • Stop met roken (roken kan ook de longen ernstig beschadigen en het risico op kanker verder vergroten).

Raadpleeg tijdig uw huisarts, bedrijfsarts of longarts als u klachten heeft. Als stoflong in een vroeg stadium wordt gedetecteerd, heeft u de mogelijkheid om passende maatregelen te nemen (uw werkplek aanpassen of veranderen, enz.) om uzelf tegen verdere blootstelling te beschermen. Dit kan de ernstige gevolgen van stoflongziekten (zoals longkanker) voorkomen of op zijn minst vertragen.