Anesthesie bij de tandarts | De anesthesie

Anesthesie bij de tandarts

Anesthesie en narcose spelen ook een belangrijke rol in de tandheelkunde. In het geval van ingrijpende ingrepen, die verder kunnen gaan dan individuele tandheelkundige behandelingen, moeten passende procedures worden gebruikt om te waarborgen dat er geen pijn. De noodzaak van anesthesie kan ook worden gegeven door zeer angstige patiënten die geen tandheelkundig onderzoek of kleine behandelingen willen ondergaan terwijl ze volledig bij bewustzijn zijn.

Er zijn verschillende soorten tandheelkundige anesthesie. Welke wordt gebruikt, wordt bepaald door de komende procedure en, indien mogelijk, de wensen van de patiënt. Er wordt grofweg onderscheid gemaakt tussen lokaal anesthesie, oppervlakteanesthesie, verdoving en algemene anesthesie.

Plaatselijke verdoving is de meest voorkomende vorm van anesthesie die door tandartsen wordt gebruikt. Dit is een plaatselijke verdoving dat vindt plaats in het gebied van zenuwuiteinden en heeft geen invloed op het bewustzijn. De verdoving wordt door middel van een injectiespuit op de gewenste plaats ingespoten.

Binnen lokale anesthesie wordt onderscheid gemaakt tussen infiltratieanesthesie en geleidingsanesthesie. Intraligamenteuze en intra-oesofageale anesthesie zijn ook ondergeschikt aan infiltratie-anesthesie. Bij infiltratieanesthesie wordt de oplossing dichtbij de tandwortel of onder het slijmvlies geïnjecteerd.

Op deze manier individuele tanden, het omringende bot en de bovenliggende huid, bijvoorbeeld oraal slijmvlies of gezichtshuid, kan worden verdoofd. Deze variant wordt vooral gebruikt in de bovenkaak. In de onderkaakgeleidingsanesthesie is een populaire keuze.

Hier de plaatselijke verdoving wordt dicht bij de zenuwstam geplaatst om het gehele aanvoergebied van deze zenuw ongevoelig te maken pijn. In de onderkaak dit heeft meestal invloed op de "N. alveolaris inferior ”, dwz vrij vertaald de zenuw van de ondertanden. Evenzo tandheelkundige behandeling van de bovenkaak beïnvloedt de zogenaamde bovenkaakzenuw (N. maxillaris).

Als er slechts één tand moet worden verdoofd, kan dit met de bovengenoemde intraligamentaire methode. In dit geval wordt het medicijn direct bij de wortel in het vasthoudapparaat van de tand ingebracht en vindt het als het ware zijn eigen weg door het bot naar de punt van de wortel. Het omliggende weefsel wordt gespaard.

Intrabben, dat wil zeggen in het bot tussen twee tandwortels, wordt tegenwoordig zelden een lokaal anestheticum toegediend, omdat het verhoogde risico op infectie en de beschikbaarheid van betere alternatieven hiertegen spreken. Oppervlakte-anesthesie is minder ingrijpend. In de vorm van spoeloplossingen, zalven of sprays, alleen de oppervlakkige orale slijmvlies is verdoofd.

Deze methode kan handig zijn om de prik pijn van een mogelijke volgende injectie, die speciaal is geïndiceerd voor kinderen, of voor kleinere behandelingen van de tandvlees. Een ander alternatief is verdoving. De patiënt wordt in een schemering slaap door middel van kalmerende middelen (sedativa), meestal in combinatie met pijnstillers (analgosedatie), waarbij hij / zij geen angst of pijn voelt.

De toediening (applicatie) vindt plaats via aders in de bloedbaan (intraveneus). sedativahebben echter een gewenningseffect en een potentieel voor afhankelijkheid op de lange termijn. Bovendien is de patiënt ongeschikt om na te rijden verdoving.

In tegenstelling tot, narcose is veel complexer en brengt grotere risico's met zich mee. De patiënt moet tijdens de procedure kunstmatig worden beademd en permanent worden gecontroleerd. De herstelperiode daarna narcose is langer en bijwerkingen zoals misselijkheid en braken zijn niet ongewoon. De tijd na de behandeling, waarin eten en drinken moet worden vermeden, hangt uiteindelijk af van de ingreep zelf en de gekozen vorm van anesthesie.

Deze voorzorgsmaatregel is bedoeld om de mondholte letsel voorkomen en het inslikken van voedsel of vloeistoffen voorkomen. Narcose is niet per se vereist voor het verwijderen van verstandskiezen. Het verlangen naar algehele anesthesie wordt meestal veroorzaakt door angst, maar elke algehele anesthesie brengt grote risico's met zich mee, die in dit geval onevenredig zijn.

Naast de normale risico's neemt de kans op postoperatieve bloeding namelijk toe, in tegenstelling tot bij plaatselijke verdovingkunnen geen vasoconstrictieve medicijnen worden gebruikt. Een voordeel van algehele anesthesie is de mogelijkheid om alle vier de tanden in één procedure te verwijderen. De uiteindelijke beslissing voor een vorm van anesthesie moet gezamenlijk door de anesthesist en de patiënt worden genomen.

  • Extractie van verstandskiezen onder algemene anesthesie
  • Anesthesie bij de tandarts