Anesthesie

Definitie

Geleidingsanesthesie is een plaatselijke verdoving. Sinds de zenuwen zijn steeds verder gescheiden van de spinal cordkan een anesthesie op een gegeven moment alle gebieden verder van de romp verdoven. Deze vorm van anesthesie wordt vooral gebruikt bij operaties aan de handen of onderarmen en ook in de tandheelkunde. De patiënt is wakker en reageert tijdens de procedure.

aanwijzing

Zoals in eigenlijk alle medische gebieden, is het principe bij anesthesie om zo min mogelijk in te grijpen in de lichaamsfuncties. Om deze reden wordt er meestal voor gekozen om de anesthesieprocedure zo minimaal mogelijk te houden voor de geplande ingreep. Als het puur plaatselijke verdoving is niet voldoende, we kiezen voor de blokanesthesie.

Als dit ook niet voldoende is, ruggengraat of zelfs narcose is gebruikt. Zolang een blokanesthesie echter voldoende is om een ​​operatie aan de armen, benen of tanden uit te voeren, moet deze optie ook worden gebruikt. Vooral in gebieden ver van de kofferbak, zoals de polswordt een blokanesthesie aanbevolen.

Het is belangrijk dat de getroffenen zenuwen zijn gemakkelijk bereikbaar. Zeker voor ouderen die meer last hebben van de gevolgen van narcosegeleiding anesthesie biedt grote voordelen omdat deze methode de centrale niet beïnvloedt zenuwstelsel. Een ander toepassingsgebied van de geleidingsanesthesie is de tandheelkunde. Bij ingrepen aan het gebit een plaatselijke verdoving van de verantwoordelijke zenuwen in het gebied van de kaak is voldoende om de tanden volledig te verdoven en zo de behandeling pijnloos uit te voeren. Welke anesthesiemethode wordt gebruikt, is altijd een gezamenlijke beslissing van de anesthesist en de patiënt.

Implementatie

Voor elk type anesthesie wordt eerst een nauwkeurige planning gemaakt. Dit omvat met name een gesprek met de betrokkene, of er al eerder een geleidingsanesthesie is uitgevoerd en of deze goed werd verdragen. Afhankelijk van de procedure is de positie van de anesthesie en de juiste plaatselijke verdoving zijn gekozen.

Bij diepere zenuwbundels, zoals de plexus arm, kan met een ultrageluid apparaat. De prik plaats wordt gedesinfecteerd en het medicijn wordt in een spuit opgezogen. De canule wordt in de huid geprikt en naar de juiste positie bewogen.

Daar wordt eerst gecontroleerd of de canule er buiten zit bloed schepen, als de lokale anesthetica mag niet in de bloedbaan komen. Vervolgens verschillende depots van de plaatselijke verdoving worden rond de zenuw geïnjecteerd. Afhankelijk van het toepassingsgebied kan middels een elektrische meting worden bepaald of de verdoving succesvol is of dat er meer medicatie nodig is. De canule wordt uitgetrokken en er wordt een paar minuten gewacht tot het volledige effect is bereikt. Angstige patiënten kunnen voor de verdoving een kalmerend middel krijgen, bijvoorbeeld midazolam, zodat ze niet veel merken van de verdoving en de procedure.