Therapie van de uitwendige enkelfractuur

Introductie

De uitwendige enkelfractuur (fibulafractuur) kan operatief of conservatief worden behandeld. Welke behandeling in individuele gevallen geschikt is, hangt af van de exacte locatie van het breuk en welke structuren worden beïnvloed. In deze context is het vooral belangrijk of de syndesmosis ("ligamentadhesie") tussen de binnenste en buitenste enkel wordt ook beïnvloed en of er begeleidende verwondingen zijn.

Welke uitwendige enkelfractuur kan conservatief worden behandeld?

Een zichtbaar verkeerde positie breuk van de buitenste enkel (uit de kom breuk) moet worden opgesteld (verminderd) door de spoedarts op de plaats van het ongeval om drukschade aan de zachte weefsels (huid, zenuwen, schepen) veroorzaakt door botfragmenten. In principe zijn er twee verschillende procedures beschikbaar voor de behandeling van een uitwendige enkelfractuur: Enerzijds is er een chirurgische reconstructie en fixatie van het bot, anderzijds is er de zogenaamde conservatieve behandeling zonder chirurgische ingreep. De beslissing om een uitwendige enkelfractuur conservatief hangt af van de omvang van het letsel.

Open breuken of breuken waarbij de breuk eindigt van de botten te ver uit elkaar zijn gegleden (ontwrichte fracturen) worden geclassificeerd als zogenaamde Weber B- of C-fracturen en vereisen een operatie. Aan de andere kant, ongecompliceerde fracturen die onder de syndesmose liggen ("ligamentadhesie") (classificatie type Weber A), evenals fracturen waarbij de uiteinden van de botten niet tegen elkaar zijn verschoven (niet-verplaatste fracturen) kunnen zonder operatie (conservatief) worden behandeld. Conservatieve behandeling wordt ook vaak gekozen bij zogenaamde contra-indicaties, dat wil zeggen bevindingen die tegen chirurgie ingaan.

Deze contra-indicaties zijn bijvoorbeeld aanzienlijk circulatiestoornissen op het gebied van de operatie, wat zou leiden tot aanzienlijk armer wond genezen​ Dergelijke circulatiestoornissen kunnen het gevolg zijn van een uitgesproken perifere arteriële occlusieve ziekte (PAD), suikerziekte mellitus of roken​ Helaas is er vaak een combinatie van al deze factoren die tegen een operatie spreken.

Zelfs als er een verhoogd risico op infectie is door been zweren ("open benen") of reeds bestaande voorvoet infectie, is een operatie om veiligheidsredenen vaak niet nodig. Zelfs bij patiënten op zeer hoge leeftijd moet het risico van een operatie zorgvuldig worden afgewogen tegen een mogelijk voordeel; Ook hier verloopt de therapie vaak nogal conservatief. De conservatieve therapie van een externe enkel breuk bestaat aanvankelijk uit de correctie van beide uiteinden van de breuk.

Dit betekent dat de enkel voorlopig rechtgetrokken wordt. Vervolgens wordt de voet of buitenste enkel gespalkt met een zogenaamde airwalker. De aangetaste buitenste enkel wordt vervolgens geïmmobiliseerd en gedurende ongeveer zes weken beschermd, zodat de uiteinden van de breuk weer samen kunnen groeien in de juiste positie.