Syndroom van Sjögren: medicamenteuze therapie

Als de diagnose secundair is Syndroom van Sjogren (SSS) ligt de focus op het behandelen van de onderliggende ziekte.

Therapiedoelstelling

  • Verlichting van symptomen

Therapie aanbevelingen

Let op: Volgens de aanbevelingen van de European League Against reumatiek (EULAR), patiënten met Syndroom van Sjogren moeten worden behandeld in of of in nauwe samenwerking met gespecialiseerde centra en multidisciplinair.

  • Topische therapieën (toepassing van medische middelen waar ze bedoeld zijn om een ​​therapeutisch effect te hebben) voor symptomatische behandeling:
    • Droge ogen: traanvervangers: oogdruppels (kunstmatige tranen) en oog gels/oogzalven.
      • Refractaire / ernstige oogdroogheid: ter bevordering van de traanproductie: ciclosporine (cyclosporine A) (plaatselijke toepassing) en serumoogdruppels
    • Droog mond: niet-farmacologische stimulatie voor milde speekselklierdisfunctie; farmacologische stimulatie voor matige disfunctie; speekselvervanging voor ernstige disfunctie [aanbeveling EULAR].
      • Speeksel vervangers (kunstmatig speeksel) - Ze zijn bedoeld om langdurige bevochtiging van de harde tandweefsels en de orale slijmvlies.
  • Systemische therapieën voor behandeling bij actieve systemische ziekten:
    • bewegingsapparaat pijn: analgetica (pijnstillers) of andere pijnstillende middelen moeten worden overwogen [aanbeveling EULAR].
    • Bij patiënten met artralgie (gewrichtspijn): hydroxychloroquine (leidt tot een vermindering van hypergammaglobulinemie).
    • Therapie met systemisch immunosuppressiva zoals glucocorticoïden is alleen vereist als interne organen zijn beïnvloed of vasculitis (ontsteking van bloed schepen) aanwezig is (zie bij het betreffende ziektebeeld) Opmerking: glucocorticoïden moet minimaal worden gebruikt dosis en de duur die nodig is om actieve systemische ziekte te bestrijden [EULAR-aanbeveling].
    • Ernstige refractaire systemische ziekte: B-cel-gerichte therapieën kunnen worden overwogen [EULAR-aanbeveling]. Deze moeten worden geïndividualiseerd volgens het specifieke histologische subtype en ziektestadium.
    • Sequentieel (of gecombineerd) therapie Met glucocorticoïden, immunosuppressiva en biologics wordt gevolgd door de systemische orgaanspecifieke therapiebenadering [EULAR-aanbeveling].
  • In zeer zware cursussen of niet-Hodgkin-lymfoom: rituximab (zie onder “Non-Hodgkin-lymfoom").

Verdere opmerkingen

  • De werkzaamheid van conventionele ziektemodificerende antireumatische middelen drugs (DMARD's) of biologics in Syndroom van Sjogren is niet vastgesteld door gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken.