Biopsychologie: behandeling, effecten en risico's

Biopsychologie tracht menselijk gedrag en ervaring te verklaren en in een biologische context voor het lichaam te zien.

Wat is biopsychologie?

Biopsychologie probeert menselijk gedrag en ervaring te verklaren en in een biologische context voor het lichaam te zien. De processen in het hersenen en centraal zenuwstelsel spelen een grote rol in de biopsychologie. Van belang voor de biopsychologie zijn de verbanden tussen biologische basisprocessen en de reacties van mensen in hun gedragspatronen, waarbij de processen van alle lichaamsorganen betrokken zijn, waarbij prioriteit wordt gegeven aan alle processen in de hersenen​ Biopsychologie vertegenwoordigt dus een deelgebied van de psychologie, maar ook van de neurowetenschappen. In het bijzonder wordt meer in detail ingegaan op de activiteit van het organisme op gevoelens, gedrag, dromen en denken. Evenzo wordt rekening gehouden met mentale toestanden en hun invloed op biologische functies en structuren.

Methoden en stromingen

Natuurlijk zijn de processen in de hersenen en centraal zenuwstelsel spelen een essentiële rol. In de biopsychologie staat de mens centraal. De pioniers van deze subdiscipline van de psychologie waren het werk van de psychologen William James en Wilhelm Wundt, die tot de grondleggers van de moderne en wetenschappelijke psychologie behoren. Hoewel biopsychologie een centraal onderliggend thema heeft, kan het toch worden onderverdeeld in verschillende gerelateerde deelgebieden. Een belangrijk gebied is de fysiologische psychologie, die bestudeert welke neurale gedragsmechanismen optreden als de zenuwstelsel wordt gemanipuleerd. De focus ligt hier op theorievorming en de bijbehorende verklaringsmodellen die zijn voortgekomen uit de resultaten van verschillende experimenten. Typisch vinden dergelijke onderzoeken plaats op biologisch niveau, met name als interventies op de hersenen om de effecten in de gedragsparameter te observeren door een zeer specifieke manipulatie. Voor dit doel zijn dierproeven informatief over welk menselijk gedrag wordt afgeleid, bijvoorbeeld resultaten van een visuele waarneming en reactie, wat gebeurt er wanneer geheugen leert nieuwe voorwaarden, of wat interacties bestaan ​​tussen gedrag en hormonen​ Het menselijk brein verschilt voornamelijk van het brein van dieren in corticale ontwikkeling en grootte. Daarom kunnen verschillende reacties en principes van menselijke hersenactiviteit worden afgeleid uit die van dierlijke hersenen. Aangezien hersenbeschadiging, bijvoorbeeld door medische tussenkomst, letsel of ziekte, altijd het menselijk gedrag beïnvloedt, is neuropsychologie ook een belangrijk hoofdgebied van de biopsychologie. Hier kunnen door het observeren en analyseren van gedragsstoornissen bij hersenletsel conclusies worden getrokken over het gedrag van een gezond persoon. Er wordt onder andere ontcijferd welk hersengebied verantwoordelijk is voor welke mentale en emotionele processen, bijvoorbeeld voor leren, aandacht of herinneringen. Dit kan op zijn beurt worden gebruikt om de voorwaarde van een zieke persoon. Successen van neuropsychologie zijn bijvoorbeeld de behandeling van spraakstoornissen na a traumatisch hersenletsel or beroerte​ Even invloedrijk is de psychofysiologie, die de relatie tussen fysieke en mentale processen bestudeert. Deze kunnen gevoelens, gedragingen, zelfs veranderingen in het bewustzijn en de bijbehorende verbinding met hersenactiviteit omvatten, circulatie, motorische functie, ademhaling en hormoonafscheiding. Indicatoren moeten beter worden geïdentificeerd, die op hun beurt toegang bieden tot mentale processen van non-verbale aard, bijv. Wat de invloed is op slaap, spanning of andere spanningen op de hersenen en het lichaam en welke ziekten daarmee verband houden, inclusief de bijbehorende omstandigheden. Psychofarmacologie onderzoekt de effecten van medicijnen, psychotrope geneesmiddelen en verdovende middelen op het menselijk brein en zenuwstelsel. Daarom is het ook een deelgebied van de biopsychologie. Dergelijke chemische stoffen zijn niet nodig voor de gemiddelde celfunctie, maar de effecten die ze hebben op de ervaring en het gedrag van mensen en de plaats van optreden van het centrale zenuwstelsel kunnen worden gebruikt om inzicht te krijgen in wat er in het lichaam gebeurt als zijn eigen psychoactieve stoffen De interactie tussen hormoon- en immuunsysteem, hersenen en perceptie, centraal zenuwstelsel en gedrag geven dan weer informatie over de niet zo gemakkelijk te ontcijferen processen bij bijvoorbeeld psychosomatische ziekten of de fysieke en psychologische effecten bij angsttoestanden. Vergelijkende psychologie speelt ook een rol bij het bestuderen van de genetica en evolutie van verschillende soorten en hun gedrag, waaronder bijvoorbeeld primaten of verschillende vogelsoorten. Dat geldt ook voor de cognitieve neurowetenschappen, die de mens bestudeert geheugen en zijn neurale mechanismen, neuroanatomie, die de structuur van het centrale zenuwstelsel onderzoekt, of neurochemie, die kijkt naar de chemische basis van hersenactiviteit.

Diagnose- en onderzoeksmethoden

De biopsychologie gebruikt al deze deelgebieden om er een medische diagnose over te stellen, waarvoor zowel biopsychologisch onderzoek als dierproeven nuttig zijn. Informatie over de hersenfunctie wordt met name verschaft door beeldvormende technieken. Learning processen, geheugen opslag en prikkelverwerking worden gebruikt voor hersenonderzoek, wat op zijn beurt veranderingen illustreert in bloed stroom, energieverbruik of metabolische processen in specifieke hersenregio's en worden gemeten door middel van beeldvormende methoden zoals electroencephalographymagnetoencephalography, positronemissietomografie or MRI​ Andere methoden zijn elektrofysiologisch, zoals het gebruik van een EEG, waarbij verschillende toestanden van hersenactiviteit kunnen worden geïdentificeerd, die op hun beurt worden gebruikt om aannames te doen over de ruimtelijke distributie van neuronale activiteit. Cardiovasculaire activiteit, spierbeweging en ogen worden ook op deze manier onderzocht. Op het gebied van dierproeven worden invasieve procedures gebruikt voor onderzoek, waarvoor penetratie onder het oppervlak van het lichaam noodzakelijk is, en daarom worden dergelijke procedures niet bij mensen uitgevoerd. Op deze manier kunnen bepaalde hersengebieden selectief worden in- of uitgeschakeld door elektroden en een elektrisch opgewekte spanning. Dit wordt gebruikt om te testen welke triggers op gedrag de vernietiging van bepaalde weefsels of hersengebieden hebben en wat er gebeurt als de verbinding van bepaalde hersengebieden met de rest van het centrale zenuwstelsel wordt onderbroken of volledig geblokkeerd.