Pijngevoel: functie, taak en ziekten

Mechanismen in het organisme die temperatuurverschillen kunnen detecteren of pijnzijn bijvoorbeeld belangrijk voor mensen en andere levende wezens. Deze zintuiglijke waarnemingen worden gedetecteerd en overgedragen door zenuwvezels die, naast die in de huid, zijn ook aanwezig in bloed schepen en zweetklieren​ De perceptie van elke persoon van pijn is anders. Dus wanneer pijn gebeurt, interacties tussen de psyche en perceptie optreden. Pijnperceptie is daarom een ​​zeer complex proces dat wordt geactiveerd door receptoren in de zenuwstelsel en geïnterpreteerd en verwerkt in het centrale zenuwstelsel.

Wat is het gevoel van pijn?

De perceptie van pijn bij elke persoon is anders. Dus, interacties tussen de psyche en perceptie optreden wanneer pijn optreedt. De perceptie van pijn wordt bepaald door psychologische, fysieke en sociale factoren die met elkaar in wisselwerking staan. In deze context is pijn in de eerste plaats een puur subjectieve waarneming die niet alleen wordt bepaald door de signalen die via de zenuwvezels en zenuwbanen worden overgedragen. In de geneeskunde is pijn onderverdeeld in twee categorieën. Enerzijds kan het optreden als symptoom, en anderzijds als symptoom van ziekteprogressie, in welk geval het ook kan optreden als chronische pijn​ Om een ​​persoon pijn te laten voelen, heeft het organisme zijn vrije zenuwuiteinden nodig om op prikkels te reageren. Dergelijke stimuli kunnen verschillend zijn, veroorzaakt door temperatuur, druk, ontsteking of letsel. Pijnreceptoren die zo aangewezen zijn, hebben een zeer sterke trigger nodig om opgewonden te raken. Om de receptoren te activeren zijn stoffen nodig die veranderen. Dit worden pijnmediatoren genoemd en omvatten serotonine, bradykinine or prostaglandines​ Door de verhoogde excitatie tijdens irritatie daalt de ph-waarde en wordt het weefsel met minder aangevoerd zuurstof​ Dit verandert de elektrolyt evenwicht in de bloed​ Dit is de reden waarom pijn vaak gepaard gaat met verwonding en ziekte.

Functie en taak

Maar eerst en vooral is pijn belangrijk voor het organisme omdat het laat zien dat er iets mis is, normale functies worden aangetast en schade kan optreden. Dit soort acute pijn is noodzakelijk, kan snel worden geïdentificeerd in de oorzaak en verholpen. Chronische pijn, aan de andere kant, gaat langer mee en staat los van de eigenlijke ziekte. Het is dus nog steeds aanwezig, hoewel een signaaleffect in het lichaam via de receptoren niet meer plaatsvindt. Schade aan weefsel veroorzaakt bijvoorbeeld het vrijkomen van verschillende endogene stoffen, waaronder zuurstof radicalen, kalium ionen, arachidonzuur, protonen en ATP. Er wordt een enzym gevormd dat arachidonzuur, dat zich in het membraan van een beschadigde cel heeft gevormd, omzet in prostaglandide E2. Hetzelfde proces wordt gestart bij de omzetting van kinins in bradykinine​ In dit proces vindt degranulatie plaats. Ontstekingsmediatoren veroorzaken verwijding van bloed schepen​ Nociception is het resultaat. Zenuwvezels geven pijnsignalen door in het organisme en zijn onderverdeeld in A-delta- en C-vezels. Deze laatste zijn ouder in de zin van de ontwikkelingsgeschiedenis en lager in de transmissiesnelheid. In dit proces kunnen ontsnappingsbewegingen optreden, die plaatsvinden als gevolg van reflexcircuits in de spinal cord, maar die nog niet bewust zijn waargenomen. Een bekend voorbeeld is de hand op een kookplaat. Dit trekt zich al terug voordat de persoon heeft ingezien dat de plaat heet is. Aan de andere kant worden de signalen ook naar de hersenen via de "tractus spinothalamicus​ Het gevoel van pijn wordt vervolgens geactiveerd in de cortex en geëvalueerd in de limbisch systeem als herkende informatie. Invloeden op de perceptie van pijn zijn onder meer de dalende antioziceptieve routes, die de gevoeligheid veranderen. Het lichaam reageert op pijn door los te laten endorfines, die het gevoel van pijn verminderen. Omdat pijn de functie heeft van een waarschuwingssignaal voor het lichaam, wordt het ook wel nociceptorpijn genoemd. Onderscheidend hiervan is neuropathische pijn, die direct reageert op schade in het lichaam, inclusief infectie of amputatie.

Ziekten en klachten

Omdat pijnbeleving altijd subjectief is, kunnen misverstanden en algemene begripsproblemen met betrekking tot de intensiteit van de pijn en de ziekte optreden tussen arts en patiënt. Het organisme is hierin zeer adaptief, wat betekent dat herhaaldelijk optredende pijn langer en ook meer uitlokt. intense pijnsensaties, aangezien de pijngrens, dwz de sterkte van de stimulus en de overdracht van de resulterende signalen, wordt automatisch verlaagd in het lichaam. De geneeskunde noemt dit pijn geheugen, die is geassocieerd met chronische pijn​ Naast de feitelijke pijnsensaties treden ook andere symptomen op die in dit opzicht iemands leven veranderen. Zo onder meer slaapstoornissen, Depressie en angst kan het resultaat zijn, dat niet altijd kan worden geëlimineerd door eenvoudige medicamenteuze behandeling en toch verband houdt met de pijn. Storingen in het organisme die van functionele aard zijn, kunnen ook pijn veroorzaken, bijvoorbeeld als bepaalde subsystemen niet goed functioneren. Bloedsomloopstoornissen in de hersenen leiden naar migraine, invloeden zoals angst, spanning of walging veroorzaakt een ander soort pijn. Het gevoel van pijn is hier verdeeld in een affectieve en sensorische, waarbij de affectieve vorm subjectief wordt gevoeld en beschreven met woorden als 'ondraaglijk' of 'gewelddadig', terwijl sensorische effecten waarschijnlijker zijn dan de feitelijke waarneming en dat dan ook gebeurt. beschreven met woorden als "brandend”Of“ boren ”. Om pijn beter te diagnosticeren, wordt beoordeeld op waar het voorkomt, in welke vorm, met welke impact en oorzaak, in welke mate van pijn en onder welke omstandigheden. Therapieën worden dan uitgevoerd met behandeling, door middel van medicatie, massageimmobilisatie van de aangetaste lichaamsdelen en breuken, fysiotherapieof een operatie om het aangetaste weefsel, orgaan of lichaamsdeel te verwijderen. Er zijn ook methoden om de mate van pijn te meten. Statistieken en pijnschalen worden opgesteld via zelfrapportage door getroffen individuen. Als communicatie niet mogelijk is, zoals bij zuigelingen of jonge kinderen, wordt een schaal gebruikt op basis van het observeren van vijf kenmerken. Dit zijn gezichtsuitdrukkingen, huilen, romp en been houding en opwinding.