Zweetklieren

Introductie

Zweetklieren worden normaal gesproken de zogenaamde eccriene zweetklieren genoemd, dwz die zweetklieren die op enkele uitzonderingen na over het hele lichaam zijn verdeeld. Het is hun taak om zweet af te scheiden, wat een belangrijke bijdrage levert aan de regulering van de warmte evenwicht van ons lichaam. Verder zijn er de zogenaamde apocriene zweetklieren, die zich alleen in bepaalde delen van de huid bevinden en waarvan de functie de afscheiding van geuren is.

Voorval

De eccriene zweetklieren behoren tot de huidaanhangsels, net als nagels en haar. Bij mensen worden ze overal in de huid aangetroffen, behalve in de lippen en de eikel (het binnenste deel van de voorhuid). De dichtheid waarmee de huid bedekt is met zweetklieren varieert echter sterk van gebied tot gebied.

De meeste zweetklieren bevinden zich dus op de voetzolen en handpalmen, ongeveer 600 per vierkante centimeter. Daarnaast komen ze ook in grote aantallen voor op het voorhoofd en in de kromming van de arm. Plaatsen waar maar zo'n 60 tot 100 klieren per vierkante centimeter zitten zijn bijvoorbeeld de rug en dijen. Eccriene zweetklieren zijn ingebed in het onderhuidse weefsel (subcutis) en hebben een gemiddelde diameter van 0.4 millimeter.

Structuur van de zweetklieren

Deze klieren zijn onvertakt en voeren het geproduceerde fluïdum door buisvormige kanalen door de cutis naar het huidoppervlak, waar de klieren vervolgens worden geëxpandeerd tot een bal en secretie plaatsvindt. De eccriene (zoals de apocriene) zweetklieren zijn omgeven door een basaal membraan. Tussen de klier en dit membraan bevindt zich echter nog een laag gladde spiercellen.

Deze helpen om de afscheiding van de klieren praktisch tot uitdrukking te brengen en omdat ze worden gecontroleerd door de autonome zenuwstelsel, zijn ze niet onderworpen aan onze willekeurige controle. De afscheiding van zweet volgt het exocriene mechanisme, dat de afgifte van een stof naar een intern of, zoals in het geval van de zweetklieren, extern oppervlak beschrijft. Onder de exocriene klieren behoren de zweetklieren tot de groep van eccriene (merocriene) klieren, wat betekent dat de afscheiding van hun afscheiding plaatsvindt zonder enig waarneembaar verlies van cellulaire componenten.