Olfactometrie: behandeling, effect en risico's

Olfactometrie is een diagnostische procedure om het gevoel van te testen geur​ Voor deze olfactorische test wordt een olfactometer gebruikt. Er kunnen verschillende geurstoffen worden gebruikt om de mate van olfactorische stoornis of verlies nauwkeurig te bepalen.

Wat is olfactometrie?

Olfactometrie is een diagnostische procedure die wordt gebruikt om het gevoel van te testen geur. Moleculen van geurstoffen hechten zich aan receptoren in de reuk slijmvlies van de neus- bij inademing. Dit prikkelt de reukzenuw, die deze prikkels doorgeeft aan de hersenen​ Het reuksysteem is niet alleen verantwoordelijk voor de perceptie van geur​ Het bestaat uit een wisselwerking tussen de reukzin, de reukzin smaak en zintuiglijke waarneming, die plaatsvindt via de trigeminuszenuw van de neus-​ Functionele stoornissen van het olfactorische systeem zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: hyposmie, wat een verminderd reukvermogen is. Anosmie is een sterk verminderde waarneming van geur of een volledig verlies van geur. Overmatige waarneming van geuren wordt hyperosmie genoemd. Olfactorische aandoeningen met waarde voor neurologische aandoeningen zijn cacosmia en parosmia, waarbij geuren ten onrechte als goed of slecht worden ervaren. Op psychiatrisch gebied is er phantosmia, wat een reukzin is hallucinatie​ In dit geval worden geuren waargenomen die niet bestaan. Oorzaken van olfactorische vermindering, verlies of misvatting zijn gevarieerd en variëren van aangeboren, zogenaamd olfactorisch genitaal syndroom tot craniocerebrale trauma, virale infecties, Alzheimer ziekte, tumoren, suikerziekte, en medicijnen zoals interferon en zeker antibiotica die reukstoornissen kunnen veroorzaken. Een verlies van geur is ook een vroeg symptoom van het begin van Parkinson​ De zogenaamde Weber-Fechner-wet dient als basis voor olfactometrie: geurintensiteit, concentratie van de geurstimulus en de concentratie van de referentiestimulus worden in een context geplaatst en berekend volgens een wiskundige formule.

Functie, effect en doelstellingen

Een geurwaarneming is gebaseerd op twee niveaus: herkenning van de geur aan de ene kant en de sterkte van de geur aan de andere kant. De beperking van geurwaarneming is gebaseerd op onvoldoende contact van de geurstof met de reukcellen in de neus-​ Dit kan optreden als gevolg van een beperkte neus ademhaling een koud or ontsteking van de sinussen. Zodra deze omstandigheden zijn afgenomen, hervat ook het reukvermogen. Daarom is verder onderzoek niet nodig. Als de reukzin echter is aangetast als gevolg van een verstoorde overdracht van informatie van de reukcellen naar de hersenen, of als de verwerking van olfactorische informatie in de hersenen zelf verstoord is, is gedetailleerd onderzoek nodig. Olfactometrie biedt hiervoor verschillende procedures. Deze omvatten subjectieve en objectieve olfactometrie. Bij de subjectieve onderzoeksmethode krijgt de patiënt verschillende geurstoffen aangeboden. De arts test het vermogen van de patiënt om verschillende geuren te herkennen en van elkaar te onderscheiden. In een andere test wordt de olfactorische drempel bepaald: op wat concentratie van een geurstof neemt de patiënt de geur waar? De arts neemt nota van de sensaties die hierdoor bij de patiënt worden opgewekt. Papieren stroken met micro-ingekapselde geurstoffen werken als geurdragers. Met name testen met snuffelstokken, die de patiënt drie seconden ruikt, zijn succesvol. De patiënt moet dan het juiste antwoord kiezen uit vier mogelijke antwoorden. Soms worden ook geurstoffen gebruikt, die in de patiënt worden gesproeid mond​ Naast deze subjectieve procedure is er objectieve olfactometrie, waarbij een elektroolfactogram of EOG wordt gebruikt. Een soort olfactorische EEG wordt gecreëerd door het registreren van olfactorische potentiaalwaarden. De geurstof wordt via een dunne buis in een neusgat gebracht. De elektrische excitatie geproduceerd door de olfactorische stimulus wordt weergegeven en geanalyseerd via de excitatiecurves van het EEG. Deze methode van olfactometrie is echter zeer complex en wordt nog niet algemeen gebruikt als systematische meetmethode bij patiënten, maar alleen voor medische rapporten. Daarnaast is er reflexolfactometrie, waarbij affectiereacties of aversiemechanismen worden bepaald. Hier worden bewegingen en het nabootsende spierstelsel waargenomen bij contact met de geur. Bij peuters wordt affiniteit of afkeer van de geuren duidelijk door de hoofd. zeker smaak tests en nasale flow-tests dienen ook als verder onderzoek. Magnetische resonantie imaging is soms ook nodig, waarvoor vaak samenwerking met neurologen nodig is. Om te beginnen therapiemoet de onderliggende ziekte die tot de reukstoornis heeft geleid, worden bepaald. Er is bijvoorbeeld geen therapie voor aangeboren en leeftijdsgebonden geurverlies. Bij sinuschirurgie is het eerste doel om te verbeteren ademhaling​ In de loop hiervan keert het reukvermogen vaak terug. Als de reukstoornis werd veroorzaakt door medicatie, neemt deze af nadat de middelen zijn stopgezet. Een vergelijkbare situatie kan worden waargenomen in het geval van hersenen-schedel trauma en virale ziekten, waarbij het vermogen om te ruiken terugkeert nadat de symptomen van de ziekte zijn verdwenen. Jongere mensen hebben een voordeel ten opzichte van ouderen. Bovendien geldt dat hoe langer een olfactorische aandoening duurt, hoe kleiner de kans is dat deze zal genezen, aangezien er al te veel reukcellen zijn vernietigd. Gerichte olfactorische training kan het reukvermogen helpen verbeteren. Gedurende zes maanden moet de patiënt 's ochtends en' s avonds vier verschillende snuifstokjes ruiken. Studies hebben aangetoond dat het reukvermogen bij sommige patiënten volledig kan worden hersteld.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

In tegenstelling tot mensen met gehoor- en gezichtsverlies, kan verlies van reukvermogen een relatief kleine handicap zijn. Patiënten met reukstoornissen lopen echter risico door bijvoorbeeld bedorven voedsel of gaslekken. Daarom is onderzoek naar de oorzaak zinvol. Vooral omdat de verschillende meetprocedures van een olfactometrie onschadelijk zijn voor de patiënt en niet gepaard gaan met enig ongemak of nadelen. Hij hoeft alleen maar een bepaalde tijdsbesteding te willen aanvaarden.