Waar is de oorsprong van ebola? | Ebola

Waar is de oorsprong van ebola?

De Ebola virus werd voor het eerst ontdekt in 1976 in wat nu de Democratische Republiek Congo is. Het virus is vernoemd naar de rivier Ebola, waar in 1976 de eerste bekende uitbraak plaatsvond. Destijds werd de ziekte overgedragen via besmette naalden en spuiten in ziekenhuizen.

De natuurlijke gastheer van de Ebola virus is niet precies bekend, maar aangenomen wordt dat het virus voornamelijk door vleermuizen en op de mens wordt overgedragen vliegen vossen. De eerste zieke patiënt van de grote epidemie, die in 2014 begon, was een kleine jongen uit een dorp in Guinee die waarschijnlijk in contact was gekomen met vleermuizen op een holle boom. Uit onderzoek van het DNA dat in de boom was aangetroffen, bleek dat er een vleermuissoort had geleefd waarvan bekend was dat hij drager was van het ebolavirus.

Ebola koorts wordt veroorzaakt door een infectie met het ebolavirus. De overdracht vindt plaats van geïnfecteerde mensen of dieren op andere mensen of dieren. Verontreinigde voorwerpen en voedsel, bijvoorbeeld bushmeat, kunnen ook bij contact ziekten veroorzaken.

In gebieden waar het virus endemisch is, is er van nature een groter risico op infectie. Het ebolavirus wordt overgedragen van mens op mens, van dier op mens of van besmette voorwerpen of voedsel op mensen. Het natuurlijke reservoir van de ziekteverwekker is nog niet zonder twijfel geïdentificeerd, maar wordt in bepaalde geslachten vermoed vliegen vossen.

Het vermoeden bestaat dat fruit en bladeren de transmissieroute zijn van fruitvleermuizen naar andere dieren en mensen. Deze worden nat gemaakt door de uitwerpselen en speeksel van geïnfecteerde fruitvleermuizen en worden vervolgens geconsumeerd door andere dieren of mensen. Overdracht van mens op mens vindt meestal plaats door direct contact met lichaamssappen van geïnfecteerde personen, bijvoorbeeld door contact met braaksel, bloed, ontlasting of speeksel.

Traanvloeistof, sperma, moedermelk en zweet bevatten ook relevante hoeveelheden viraal RNA en kunnen als infectieus worden beschouwd lichaamssappen​ De ziekteverwekker wordt meestal opgenomen via de mond of het maagdarmkanaal. Besmetting is ook mogelijk via de blinddoek.

Druppel-infectieinfectie door niezen of hoesten van een getroffen persoon, wordt niet verondersteld een significante overdrachtsroute van de ziekte te zijn. Als echter grote hoeveelheden van de ziekteverwekker worden verdreven door niezen of hoesten, die dan direct een persoon treft die niet heeft toch ziek geworden, kan het heel goed tot een infectie leiden. Hygiënische maatregelen zijn de belangrijkste maatregel om ebola te beperken koorts en om mensen te beschermen die nog niet ziek zijn geworden tegen infectie. Voordat de eerste symptomen van de ziekte optreden, zijn personen die besmet zijn met het ebolavirus niet besmettelijk.