Oefeningen | Behandeling van een cervicaal wervelsyndroom

Oefeningen

Door middel van verschillende oefeningen, die ook thuis kunnen worden uitgevoerd, kunnen de symptomen van cervicaal wervelsyndroom aanzienlijk worden verbeterd. Het doel van deze oefeningen is om spieren op te bouwen en verzwakte spieren te versterken. Sterke spieren in de nek, schouder- en ruggedeelte worden later moe en kunnen zo de cervicale wervelkolom langer stabiliseren en beschermen tegen overbelasting.

De meeste van deze oefeningen zijn zogenaamde isometrische versterkingsoefeningen. Het is belangrijk op te merken dat de intensiteit en duur van deze oefeningen zijn aangepast aan de individuele training voorwaarde. Het is ook belangrijk om de nek, schouder- en rugspieren regelmatig.

Sommige sporten kunnen ook een positief effect hebben op het cervicale wervelkolomsyndroom. Deze omvatten vooral zwemmen en lopen. Verder diverse ontspanning thuis kunnen oefeningen worden gedaan om de gespannen spieren los te maken en zo de klachten te verlichten.

Tegelijkertijd kan stress erdoor worden verlicht ontspanning oefeningen en dus innerlijk spanningen kan worden vrijgegeven. Deze omvatten autogene training, yoga of de progressieve spier Ontspanning volgens Jacobsen. Progressive Muscle Relaxation bereikt volgens Jacobsen ontspanning in het hele lichaam door het afwisselend spannen en ontspannen van verschillende spiergroepen.

Bovendien verhoogt deze methode de bloed circulatie. Net zo belangrijk als het opbouwen van sterke spieren in de nekschouder- en ruggebieden om de cervicale wervelkolom te stabiliseren en gespannen spieren los te maken door ontspanningsoefeningen, is het vermijden van houdingen en bewegingen die leiden tot spanning en krampen in de eerste plaats in de overeenkomstige spiergroepen. Dit omvat vooral het observeren van een zithouding die geschikt is voor de rug op de werkplek en het uitvoeren van rugvriendelijke bewegingen in het dagelijks leven, zoals het buigen of dragen van voorwerpen die geschikt zijn voor de rug.

Dit ontlast de rug en voorkomt het cervicale wervelkolomsyndroom. Zodra de arts een cervicaal wervelkolomsyndroom heeft vastgesteld en tot een conservatieve therapie is besloten, zijn er tal van oefeningen beschikbaar voor de patiënt om de aandoening te verlichten. pijn in het achtergebied en om ervoor te zorgen dat pijn in de rug komt niet in deze mate voor. Het cervicale wervelkolomsyndroom is meestal pijnlijke spierspanning die moet worden verlicht, daarom zijn er tal van oefeningen gericht op het losmaken van deze spiergroepen.

Oefening 1: De patiënt staat rechtop, strekt zijn armen helemaal omhoog, gaat op de toppen van zijn voeten staan ​​en haalt diep adem. Terwijl hij uitademt, laat hij zijn armen zakken en slingeren erdoor en laat de zijne gestrekt terug schuif terug in de oorspronkelijke positie. Oefening 2: Ga op een stoel zitten, laat de armen naast het bovenlichaam heen en weer zwaaien en herhaal dit een paar keer.

Daarna het bovenlichaam en de hoofd worden meegenomen in de beweging, maar de rug blijft recht. Ook hier is het doel om de rugspieren te ontspannen. Oefening 3: Zeer goed geïntegreerd in de dagelijkse en werkdag is een oefening waarbij je je zittend op de gehele rugspieren concentreert en deze zo goed mogelijk probeert te spannen en vast te houden.

Na enkele seconden moet u zich weer ontspannen en deze oefeningen meerdere keren herhalen. Oefening 4: A pure stretching oefening is de tip-teen wandeling. Hier moet de getroffen persoon enkele seconden op zijn tenen door een kamer lopen en proberen het plafond met de wijsvingers aan te raken.

Deze oefening mag echter alleen worden gedaan na de eerste opwarming van de spieren. Oefening 5: Deze oefening moet een geschikte spier opleveren stretching. Hier moet u de viervoetige positie innemen en dan uw rug zo rond mogelijk maken.

Keer dan terug naar de oorspronkelijke positie. Ook hier mogen slechts licht verende bewegingen worden uitgevoerd en moeten scheurbewegingen worden vermeden. Belangrijk is niet alleen de duur van de oefeningen, maar ook het aantal herhalingen.

De persoon moet dus een paar seconden in de eindposities blijven, dan terugkeren naar de beginpositie en dan de oefeningen nog een paar keer herhalen. Zonder regelmatige herhaling en de regelmatige afwisseling van spanning en ontspanning is er geen positief effect. Oefening 1 moet vijf keer achter elkaar worden herhaald.

Daarna moet de normale fysiologische houding worden hervat. Deze oefening kan echter nog steeds meerdere keren per dag worden gedaan. Oefening 2 moet één keer worden herhaald en daarna moet de normale houding worden hervat.

Deze oefening is ook heel goed te combineren met de eerste. De spanning-ontspanningsoefening (Oefening 3) kan vrijwel onbeperkt in het dagelijks leven worden geïntegreerd. Zeker voor zittend werk is het zinvol om deze oefeningen eventueel een keer per uur te doen, waarbij de rugspieren eerst aangespannen en daarna weer losgemaakt worden.

Naast het elimineren van terug pijn, zou deze oefening ook een algemeen rustgevend en stressverlichtend effect hebben. Oefening 4 mag alleen worden uitgevoerd na voldoende opwarming van de spieren, omdat dit kan leiden tot belasting van de rugspieren als het lichaam koud is en de oefening direct wordt uitgevoerd. Deze oefening mag slechts één of twee keer per dag worden uitgevoerd, bijvoorbeeld na de werkdag voordat u naar bed gaat.

Het is ook belangrijk dat u de laadlimiet niet overschrijdt. Je moet alleen zo ver strekken dat er geen is pijn in de wervelkolom. Scheurende en schokkerige bewegingen moeten tijdens alle oefeningen worden vermeden.

Nogal voorzichtig, stretching bewegingen dragen ertoe bij dat de rugspieren langzaam maar constant worden losgemaakt of gestrekt. Voor oefening 5 moet de positie ongeveer 20-30 seconden worden vastgehouden, waarna je kunt terugkeren naar de oorspronkelijke positie. Deze oefening mag overdag niet te vaak worden herhaald.

Een of twee keer per dag is hier de aanbeveling. Met betrekking tot de algemene duur van de oefeningen moet worden opgemerkt dat die oefeningen die in het dagelijks leven kunnen worden opgenomen, bijvoorbeeld op de werkplek, vaker overdag moeten worden uitgevoerd. Matoefeningen of aan de gang rekoefeningen mag slechts 1-2 keer worden uitgevoerd, bijvoorbeeld voor of na het werk.