Fysiotherapie na een SLAP-laesie

A SLAP-laesie is een verwonding aan het kraakbeen lip van de schoudergewricht, de zogenaamde "labrum glenoid anterior superior". De naam verwijst naar het mechanisme van de laesie, namelijk het superieure labrum van anterieur naar posterieur. Dit betekent dat er een blessure (laesie) van de kraakbeen lip (labrum) van voren naar achteren (anterieur naar posterieur) aan de bovenrand van de glenoïdholte (oorsprong van de lange bicepspees).

Een gewelddadige impact op de meestal uitgestrekte arm kan de kraakbeen lip in te scheuren schoudergewricht. Er zijn verschillende vormen van SLAP-laesie en verschillende bijkomende verwondingen, zoals laesies van de rotator manchet, kan ook voorkomen. Vooral sporters die balsporten beoefenen, worden vaak getroffen. De therapie is afhankelijk van de omvang van het letsel en mogelijk bijkomende verwondingen.

SLAP-laesie - therapie

Na een nauwkeurige diagnose door middel van fysiek onderzoek en beeldvormingsprocedures zoals magnetische resonantie beeldvorming of artroscopievolgt een gerichte therapie. Bij ongecompliceerde blessures is vaak een conservatieve therapie bestaande uit het versterken van fysiotherapie mogelijk. De rotator manchet wordt versterkt en verkorte structuren worden uitgerekt om de fysiologische belasting van de glenoïdholte te herstellen schoudergewricht.

Moeilijkere SLAP-laesies kunnen artroscopisch worden behandeld. De kraakbeen tranen kunnen worden verwijderd en de holte van het glenoïd kan worden gladgestreken. Tranen naaien is ook mogelijk.

Bij volledige scheuren kan de kraakbeenlip opnieuw worden verankerd. Kraakbeenfragmenten die niet kunnen worden gereconstrueerd, worden verwijderd. In het geval van bijkomende verwondingen aan het gewrichtskraakbeen, de rotator manchet of de bicepspees, die ook in de directe omgeving lopen, kunnen bijkomende verwondingen of degeneratieve veranderingen tegelijkertijd worden gerepareerd.

Afhankelijk van de resultaten van de operatie wordt het schoudergewricht vervolgens geïmmobiliseerd en beschermd. Een aangepast pijn medicatie is mogelijk. Bij voldoende stabiliteit wordt een fysiotherapeutische training uitgevoerd, waarbij de schouder weer wordt gemobiliseerd, te zwakke spieren worden versterkt en verkorte structuren specifiek worden gestrekt.

De patiënt dient ook regelmatig thuis een huiswerkprogramma uit te voeren. Spalken of bandages kunnen ook worden gebruikt om de therapie te ondersteunen. De therapie lijkt sterk op de therapie van een rotatormanchetruptuur.