De diagnose | Het dwarslaesiesyndroom

De diagnose

Als een spinal cord letsel wordt vermoed, moet de patiënt onmiddellijk in het ziekenhuis worden opgenomen. Daar stellen de artsen de diagnose op basis van die van de patiënt medische geschiedenis, die vaak wordt geassocieerd met een eerder ongeval of rugletsel. De getroffen persoon vertoont tekenen van verlamming en pathologisch reflexen. De arts kan de hoogte van de laesie bepalen door middel van neurologische onderzoeken en met behulp van zogenaamde identificatiespieren. Een computertomografie (CT) toont fracturen en verwondingen van de wervelkolom, terwijl de spinal cord zelf kan beter worden beoordeeld door middel van magnetische resonantie beeldvorming (MRI).

De behandeling

In vers paraplegieis de hoofdoorzaak meestal een ongeval. Patiënten met vermoed spinal cord letsel moet worden behandeld als absolute noodgevallen. Indien bewusteloos, moet de getroffen persoon worden geventileerd om de bloedsomloop stabiel te houden.

Tot eerste hulp arriveert, is het belangrijk om het ongevalslachtoffer zo min mogelijk te verplaatsen, anders kan het ruggenmerg nog verder worden beschadigd. De spoedarts positioneert de patiënt met een spalk en zorgt ervoor dat vitale functies (ademhaling en circulatie) worden gehandhaafd. In het ziekenhuis wordt de gewonde wervelkolom chirurgisch of conservatief behandeld met spalken en daaropvolgende immobilisatie van de patiënt.

Gedurende het gehele ziekenhuisverblijf intensief medisch Grensverkeer wordt uitgevoerd om het risico op complicaties te minimaliseren. Langdurige behandeling van het ruggenmergsyndroom wordt uitgevoerd met als doel de resterende bewegingsopties actief te ondersteunen en bewegingssequenties te versterken. Er zijn speciale voorzieningen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van mensen met een dwarslaesie.

De revalidatie van de patiënt gebeurt met fysiotherapie, ergotherapie en het gebruik van positioneringsspalken. Patiënten met een dwarslaesie zijn vaak afhankelijk van een rolstoel. Een belangrijk doel van de vervolgbehandeling is de re-integratie van de betrokkene in zijn of haar sociale en - indien mogelijk - professionele leven.

Aangezien de ziekte een zware psychologische belasting voor de patiënt is, is psychologische stabilisatie noodzakelijk, die wordt bereikt door intensieve psychologische of psychotherapeutische zorg. Veel patiënten nemen deel aan zelfhulpgroepen. Er worden momenteel veel nieuwe behandelmethoden onderzocht om mensen met een dwarslaesie te genezen.

Dierproeven hebben aangetoond dat het beschadigd zenuwen in het ruggenmerg kan worden vernieuwd door de toediening van stamcellen. Een andere benadering is de toediening van cordaneurine, een medicijn dat leidt tot de regeneratie van zenuwcellen en dat al aanvankelijk succes heeft getoond in preklinische studies. Deze resultaten geven hoop dat paraplegie, dat tot dusverre als ongeneeslijk werd beschouwd, kan in de nabije toekomst met succes worden behandeld. Beroepstherapie dient om restfuncties te versterken en helpt patiënten te integreren in het dagelijks leven.

Opgeleide ergotherapeuten helpen de patiënten om alledaagse taken en bewegingssequenties opnieuw aan te leren en zo de behoefte aan zorg te verminderen. Een therapie versterkt het bewegingsverloop, vermijdt een verkeerde houding en optimaliseert het hanteren van de rolstoel door de patiënt (bijv. Door het trainen van de onafhankelijke transfer uit de rolstoel en weer terug). De fysieke voorwaarde van de patiënt kan aanzienlijk worden verbeterd en de getroffen personen hebben de mogelijkheid om een ​​grotendeels zelfbepaald en onafhankelijk leven te leiden.

Een dwarslaesie syndroom vereist levenslange nazorg van de patiënt. De zorg van een patiënt met een acute dwarslaesie omvat vooral de behandeling van de symptomen (bijv blaas en rectale aandoeningen), hulp bij dagelijkse activiteiten en veelvuldig herpositioneren om doorligwonden van de patiënt te voorkomen (med. decubitus).

Vooral in het begin van de ziekte zijn de meeste patiënten niet alleen lichamelijk maar ook psychisch ernstig getroffen en voelen zich overweldigd door de situatie. Psychologische ondersteuning is hierbij belangrijk, zodat de patiënt niet depressief wordt of onrealistische verwachtingen heeft. Door de verwonding van het ruggenmerg en de bijbehorende symptomen, hebben patiënten problemen met hun dagelijkse leven. Meestal worden de betrokkenen ingedeeld in een zorgniveau en krijgen zij zorgtoeslag, die bij de verzekeraar kan worden aangevraagd. Bij aanwezigheid van een dwarslaesie wordt de getroffen persoon als ernstig gehandicapt beschouwd en heeft hij recht op een ernstig gehandicapte pas en de bijbehorende voordelen.