De bijbehorende symptomen | Het dwarslaesiesyndroom

De bijbehorende symptomen

De bijbehorende symptomen van paraplegie hangt voornamelijk af van de mate waarin de spinal cord is beschadigd. Onder het letsel worden de functies gecontroleerd door het getroffen deel van de spinal cord worden verstoord. De meest voorkomende symptomen zijn verlamming en verlies van gevoeligheid.

In de meeste gevallen treedt de schade op in het onderste deel van de spinal cord en leidt tot functieverlies van de skeletspieren. Het resultaat is verlamming van de onderste ledematen, dwz de benen. Een geïsoleerde verlamming van de onderste extremiteit wordt paraparese genoemd, terwijl de gelijktijdige verlamming van armen en benen tetraparese wordt genoemd.

Daarnaast treden sensorische stoornissen (med. Sensorische stoornissen) op: de patiënten lijden aan verandering of vermissing pijn en temperatuursensatie, evenals verlies van tastgevoel en tastzin. Als de schade zich aan de bovenkant van de nek diafragma kan verlamd raken, een levensbedreigende situatie waarin de patiënt niet meer zelfstandig kan ademen. Een ander symptoom van paraplegie is het uiterlijk van pathologisch reflexen, bijvoorbeeld de Babinski-reflex.

Dit is een reflex van de voetzool waarbij de grote teen wordt gestrekt en de andere tenen worden gebogen door de zool te strelen. Veel mensen die een dwarslaesie hebben opgelopen, hebben daar helaas ook last van blaas en rectale problemen. Afhankelijk van de hoogte van de laesie treden vaak ook problemen met de bloedsomloop op, aangezien de controle van bloed druk door de autonome zenuwstelsel is gestoord.

Een dwarslaesie en de bijbehorende symptomen vormen een zware psychologische belasting voor de getroffenen, daarom ontwikkelen veel patiënten ook depressieve stemmingen en Depressie. Een letsel aan het ruggenmerg kan leiden tot een verstoring van de controle over de blaas en rectum. Patiënten kunnen hun blaas en darmen of kunnen ze niet volledig ledigen.

Vanwege het verlies van de sluitspier en bekkenbodem spieren, paraplegie leidt tot onvrijwillig lekken van urine en ontlasting (zogenaamde incontinentie). Gemengde vormen tussen incontinentie en mictiestoornissen zijn ook mogelijk. Tijdens de revalidatiebehandeling leren de getroffen personen hoe ze met de aandoening moeten omgaan en bepaalde maatregelen nemen om leven met de blaas en rectum stoornis gemakkelijker. Deze omvatten bijvoorbeeld het positief beïnvloeden van de darmfunctie door dieet en ontspanning oefeningen of het legen van de blaas zelfstandig met wegwerpkatheters.