Begeleidende overtredingen | Radiale kopfractuur

Begeleidende overtredingen

In het geval van een breuk van de radiaal hoofdkunnen verschillende bijkomende verwondingen optreden, afhankelijk van de omvang van de betrokken kracht. Bijzonder gebruikelijk is parallelle schade aan het binnenste collaterale ligament van de elleboog. Aangrenzende fracturen van de opperarmbeen of ellepijp worden ook vaak waargenomen.

Natuurlijk, de breuk van de radiaal hoofd kan ook worden geassocieerd met andere fracturen, bijvoorbeeld met een fractuur van het carpale bot of het deel van de radius nabij de pols. De ellepijp en straal zijn samengesmolten door een bindweefsel membraan. Dit membraan (Membrana interossea) kan ook scheuren, vooral bij verkleinde breuken.

Eindelijk, a breuk van de radiaal hoofd kan gepaard gaan met zenuwletsel. De radiale en ulnaire zenuwen lopen in het bijzonder risico, die beide in de buurt van het ellebooggewricht. Deze zenuwen kan vooral worden aangetast door verbrijzelde breuken. Een volledige scheiding van het zenuwen met blijvende schade is zeldzaam.

Diagnose

Het vermoeden van een radiale kopbreuk is meestal al gebaseerd op de typische symptomen en het ongevalsmechanisme beschreven door de patiënt. Dit vermoeden kan vaak worden onderbouwd met een fysiek onderzoek met een druk pijn in het gebied van de radiale kop. Om de diagnose te bevestigen, een röntgenstraal er moet een afbeelding worden gemaakt, waarop de breuk dan direct te zien is.

Het is ook belangrijk dat bijkomende verwondingen worden uitgesloten. Het is daarom essentieel om te controleren of de gevoeligheid van de hand en onderarm is bewaard gebleven om eventuele bijkomende zenuwbeschadiging te verhelderen. De Röntgenstraal afbeelding maakt het ook mogelijk om te beoordelen of ellepijp of opperarmbeen zijn ook gebroken. als de breuk niet duidelijk zichtbaar is op de Röntgenstraal beeldvorming, computertomografie (CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) kunnen ter verduidelijking worden gebruikt.

Classificatie

De radiale kopbreuk wordt vaak geclassificeerd volgens de zogenaamde AO-classificatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten fracturen: fracturen zonder gewrichtsbetrokkenheid (zogenaamde extra-articulaire fracturen), fracturen waarbij het gewricht ook aangetast is maar slechts één van de twee onderarm botten is gebroken, en breuken waarbij het gewricht is aangetast en beide onderarm botten zijn gebroken. Als alternatief voor de generaal AO-classificatiekunnen radiale kopfracturen ook worden geclassificeerd volgens de veelgebruikte Mason-classificatie.

Deze classificatie maakt ook onderscheid tussen drie soorten breuken. Er zijn andere classificaties die kunnen worden gebruikt om radiale kopbreuken te classificeren, maar er is geen internationale norm waarvoor classificatie in het algemeen de voorkeur heeft.

  • Type 1-fracturen zijn fracturen waarbij de botfragmenten niet ten opzichte van elkaar zijn verplaatst.
  • Type 2 heeft, in tegenstelling tot type 1, een verplaatsing van de botfragmenten
  • Type 3 vertegenwoordigt tenslotte de groep verkleinde breuken.