Oorzaken | Depressie

Oorzaken

Depressie kan vele oorzaken hebben. Serotonine wordt ook wel “stemmingshormoon” genoemd omdat een voldoende hoge concentratie in de hersenen onderdrukt angst, verdriet, agressie en andere negatieve gevoelens en leidt tot rust en sereniteit. Serotonine is ook belangrijk voor een gereguleerd slaap-waakritme.

In sommige Depressie patiënten een gebrek aan serotonine of een verstoring van het serotoninemetabolisme of de signaalroute kan worden geïdentificeerd als de oorzaak van de symptomen. Dergelijke aandoeningen kunnen worden geërfd, wat onder meer de familiegeschiedenis van de ziekte verklaart. Verschillende onderzoeken hebben een kunstmatige serotoninedeficiëntie in diermodellen kunnen induceren, waardoor depressieve symptomen worden veroorzaakt en de rol van serotonine bij Depressie.

Zo werden er medicijnen ontwikkeld om de serotonineconcentratie te verhogen en deze zijn nu stevig ingeburgerd in depressietherapie. Echter, aangezien deze boodschappersubstantie vele functies heeft, veel ervan ook buiten de hersenen (bijvoorbeeld in het maagdarmkanaal), leiden deze medicijnen tot hun typische bijwerkingen. EEN vitaminegebrek kan leiden tot uitputting en vermoeidheid, wat ook de motivatie en drive vermindert door het algemeen slechter te maken voorwaarde.

Als er al een depressie bestaat, kan deze verergeren. Een vitaminegebrek is niet voldoende als enige trigger van een depressieve episode, net als een therapie met vitaminen alleen kan een depressie niet genezen. Toch moet een voldoende aanvoer van alle essentiële voedingsstoffen aanvullen de depressietherapie om mogelijke negatieve invloeden te voorkomen.

De invloed van de pil op de stemming is een veel voorkomende bijwerking en staat als zodanig in de bijsluiter vermeld. Hormonale anticonceptiva moet niet worden beschouwd als de enige oorzaak van depressie, maar als er andere risicofactoren aanwezig zijn, kunnen deze de ontwikkeling van depressie bevorderen en bestaande symptomen verergeren. De pil mag daarom niet worden ingenomen door patiënten met een depressie.

Depressie en a Burnout syndroom gaan vaak hand in hand, maar zijn niet hetzelfde. Een burn-out doet zich altijd voor in een specifieke context, bijvoorbeeld de werkplek. Patiënten voelen zich overwerkt en kunnen niet presteren, de belasting treedt geleidelijk op en wordt in eerste instantie niet opgemerkt.

Depressie is hiervan onafhankelijk en bestrijkt het hele dagelijkse leven, de patiënten voelen zich overspannen en arbeidsongeschikt, zelfs buiten het werk, en de symptomen kunnen plotseling optreden. Een burn-out kan een depressie veroorzaken als de belasting zo groot is dat het andere aspecten van het leven beïnvloedt. Depressie kan ook een burn-out veroorzaken als het werk en de prestaties van de patiënt onder de symptomen ervan lijden.

Depressie en burn-out kunnen dus van elkaar afhankelijk zijn en elkaar versterken, maar ze zijn niet hetzelfde en komen bij veel patiënten zelfstandig voor. Het sterke verband tussen de twee klinische beelden is bij artsen bekend en er moet tijdens de behandeling rekening mee worden gehouden om de ontwikkeling van de andere symptomatologie te voorkomen of om beide tegelijk te behandelen. Een depressie is in feite geen ziekte van het genetisch materiaal, dwz er is niet één defect dat in het genetisch materiaal is ingebouwd en leidt tot precies deze ziekte met precies deze symptomen.

Desalniettemin wordt vermoed dat er een verband bestaat tussen het door ouders en grootouders doorgegeven erfelijk materiaal en het optreden van depressie. Een doorslaggevende rol wordt toegekend aan de boodschappersubstanties in de hersenen (zoals serotonine, dopamine en norepinephrine), die in verschillende distributies kunnen voorkomen en een belangrijke rol spelen bij het ontstaan ​​van depressie. Het vermoeden bestaat dat zowel het genetisch materiaal als de stress de vorming en netwerkvorming van zenuwcellen beïnvloeden en zo depressie kunnen veroorzaken.

Maar zelfs dit verband is nog niet overtuigend wetenschappelijk bewezen. De kans op een depressie is groter als u een of meer familieleden heeft die eraan lijden. Dit verband bestaat echter niet alleen tussen depressies als zodanig, maar ook tussen veel psychische aandoeningen.

Niet elke persoon met een familiegeschiedenis van depressie wordt echter noodzakelijkerwijs getroffen. Omgevingsfactoren, het eigen sociale netwerk, vormende levensgebeurtenissen en het basisvermogen om met stress om te gaan (ook wel veerkracht genoemd) kunnen een doorslaggevende invloed hebben op het al dan niet ontwikkelen van een depressie, wanneer en in welke mate. Een verband tussen verliezen en problematische levensomstandigheden en de ontwikkeling van depressie is waarschijnlijk.

Daarnaast speelt ook de aan- of afwezigheid van een stevige, gezonde, partnerachtige relatie een belangrijke rol, die tot op zekere hoogte een beschermende factor kan zijn tegen het ontstaan ​​van depressie. Depressie kan ook het gebruik van verslavende middelen beïnvloeden, vaak op een ongunstige manier. Soms is meer alcoholgebruik het eerste of enige teken van een depressieve stemming.

Omdat veel depressieve mensen vaak in een gedachtespiraal terechtkomen die hun hele bewustzijn kan bezetten zonder tot een bevredigend resultaat te leiden, en die hen alleen maar verder deprimeert, zoeken ze vaak naar 'vergeten in de fles'. Alcohol lijkt hen niet per se de oplossing voor hun problemen te zijn, maar het kan een uitweg worden uit een slecht humeur of een ontsnapping aan ziekte. Bovendien heeft alcohol een stemmingsverhogend effect door de zenuwcellen in de hersenen te beïnvloeden.

Alcoholconsumptie releases dopamine, dat een belangrijke rol speelt in de beloningsreactie van de hersenen. Hierdoor voelt de patiënt zich beter na het drinken van alcohol, wat hem aanmoedigt om te blijven drinken om niet weer in een slecht humeur te vervallen. Deze verbinding speelt een belangrijke rol bij de interactie van alcohol, drugs met een vergelijkbaar effect en depressie.

Alcoholmisbruik en depressie versterken elkaar. Depressieve mensen nemen vaker hun toevlucht tot alcohol dan niet-depressieve mensen, omdat de intoxicatie de symptomen voor korte tijd verdooft en verlichting biedt voor de patiënten. Op de lange termijn verergert dit echter de depressie, aangezien alcohol een gif is voor het lichaam en de psyche en ook de toestand van volksgezondheid. Alcoholisme en andere verslavingen zijn het resultaat.