Therapie | RSI-syndroom

Therapie

De therapie of behandeling van de RSI-syndroom is grotendeels gebaseerd op het eigen werk van de patiënt. Artsen, therapeuten of andere getroffen personen kunnen er verschillende oefeningen voor leren stretching, versterking en mobilisatie geschikt voor dagelijks gebruik en gebruik op de werkplek, die de progressie van de ziekte voorkomen. Verder maakt het onderdeel uit van het therapieconcept dat de werktijd aan de computer en het bureau over de dag moet worden verkort of anders verdeeld.

Het bureau moet worden aangepast aan een meer ergonomische houding van hoofd, bovenlichaam en armen. Daarnaast kan beroeps- en fysiotherapie helpen met verdere trucs ontspanning en stretching​ Bij fysiotherapie behoren massages, mobilisatie en warmte- of koudebehandelingen tot het therapieconcept.

Naast de inrichting van de werkplek maakt ook het veranderen van levensstijl in de vrije tijd onderdeel uit van het therapieconcept. In plaats van zitten en liggen vraagt ​​het meer beweging door bv jogging, wielersport, zwemmen of andere sporten die een holistische beweging en versterking van het lichaam afdwingen. Pijn medicatie (bijv ibuprofen, diclofenac) kan gedurende korte perioden worden gebruikt om de pijn.

Dit zou echter niet voor langere fasen moeten zijn, aangezien dit niet leidt tot een gedragsverandering, maar eerder een fixatie op de pijn en de behandeling ervan met de juiste medicatie. Een verdere focus moet liggen op het verminderen van stress en spanning.Learning ontspanning oefeningen voor de hoofd en lichaam kan vooral nuttig zijn in moeilijke en stressvolle situaties op het werk. Verder maakt het deel uit van de therapie van de RSI-syndroom dat regelmatige pauzes, de bijbehorende activiteit, worden geëist en aangehouden.

Oefeningen

Voor de zelfstandige behandeling van de, evenals de preventie, is er een variatie aan oefeningen en technieken. Dit omvat in principe regelmatige en gevarieerde lichaamsbeweging. Een centraal onderdeel van oefeningen zijn de stretching oefeningen van de handen en onderarm.

Eenmaal kan de hand worden geoefend door in de flexie of bedekking te strekken. De andere hand wordt in de gewenste rek getrokken. Het moet echter niet met te veel kracht en kracht worden gedaan.

Een soortgelijk effect wordt bereikt wanneer beide handen met de handpalmen tegen een muur worden ondersteund. Dit houdt een langzame rotatie van de handen in. Of je kunt je armen achter je rug nemen en met één hand de vingers van de andere hand pakken en ze langzaam omhoog trekken.

Alle drie de oefeningen strekken de onderarm spieren erg goed. Naast de focus op de onderarmen, moet het hele bovenlichaam worden gestrekt en getraind, vooral na langdurig zitten. De nek, schouders, bovenarmen, boven- en ook de onderrug moeten worden getraind. U kunt hier meer oefeningen vinden:

  • Oefeningen op de pc-werkplek
  • Oefeningen om los te maken en te ontspannen