Oorzaak | Test angst

Veroorzaken

Angstreacties maken deel uit van ons aangeboren gedrag dat ons een overlevingsvoordeel kan geven. We zijn bijvoorbeeld bang voor roofdieren omdat ze een gevaar voor ons leven kunnen zijn. Een bepaalde angst is dus gezond.

Alleen wanneer deze angst ons verlamt en ons in ons leven en werk beïnvloedt, wordt het een ziekte. Angst voor examens kan ook heel gezond zijn, omdat het ons motiveert om te leren en ons goed voorbereidt op een examen. Als men echter de beoordeling van de examensituatie op een negatieve manier begint te overdrijven, dwz om deze zo te beoordelen dat ‘leven en dood’ ervan afhangt, kan deze angst een ziekte worden.

Een belangrijk aspect bij het ontstaan ​​van examenangst is de zogenaamde zelfattributie. Dit betekent dat men zichzelf bepaalde kenmerken en kwaliteiten toekent, maar deze hoeven niet per se met de werkelijkheid te corresponderen. Men kan er dus vast van overtuigd zijn dat het examen een ramp is geworden omdat men zich niet goed genoeg had voorbereid of op een andere manier de schuld heeft.

Met andere factoren, zoals de stemming van de examinator, de duur van het examen, het niveau van eisen etc. wordt geen rekening gehouden. Het gevoel alleen verantwoordelijk te zijn voor de beladingssituatie leidt tot onzekerheden, waaruit de angst bij examens in het algemeen om te falen kan ontstaan.

Deze negatieve gedachten en angstige attitudes zijn bepalend voor het ontstaan ​​van examenangst. Ze kunnen niet alleen een mentale belasting worden, maar ze nemen ook een groot deel van onze aandacht en tijd in beslag, die niet beschikbaar is voor examenvoorbereiding. Als je een examensituatie over het algemeen negatief beoordeelt, waarvoor je bang bent (zonder enige rationele rechtvaardiging voor deze angst), reageert het lichaam ook negatief op de spanning en treden de bovengenoemde symptomen op.

Al snel kan deze angst in een vicieuze cirkel terechtkomen: men is bang om een ​​tentamen niet te halen, kan zich niet goed voorbereiden door de concentratie- en motivatieproblemen die met de angst gepaard gaan en ervaart de examensituatie als stressvol en het resultaat als onbevredigend. Ook dit schrijft men aan zichzelf toe en ontwikkelt zich daarbuiten een angst voor de, de examen- en examenvoorbereiding negatief beïnvloedende, angst. Niet te onderschatten met het ontstaan ​​van een testangst is naast de opvoeding en toelage van de ouders in de jeugd.Kinderen van ouders die weinig aandacht besteden aan de emotionele behoeften van hun kinderen, die er juist meer in geïnteresseerd zijn leren over regels en sociale normen, zullen eerder een angst voor examens ontwikkelen.

Het is vaak zo dat de ouders de behoeften van de kinderen onderschatten en tegelijkertijd hun capaciteiten overschatten. De kinderen leren dat goed gedrag wordt beloond en zijn bang voor afwijzing door de ouders als ze een fout maken. Dit wordt gemakkelijk overgebracht naar andere situaties waarin evaluatie (door de omgeving, werkgever, etc.)

vindt plaats en vooral examensituaties. Zelfs als ze niet verantwoordelijk zijn voor het mislukken van het examen, schrijven ze het aan zichzelf toe en vindt de hierboven beschreven cyclus plaats. Kinderen die ongeacht de situatie afhankelijk zijn van de steun van hun ouders en die hun mogen uitproberen jeugd zijn zelfverzekerder en minder vatbaar voor het ontwikkelen van examenangst.

Vooral tussen de 20 en 30 jaar is de overgangsperiode tussen jeugd/ puberteit en volwassenheid, velen zijn vatbaar voor de ontwikkeling van een examen zenuwen, omdat ze kunnen worden blootgesteld aan enorme stress door studie of training. Aan de eisen die worden gesteld aan de persoon die wordt ervaren als volwassen en verantwoordelijk voor zichzelf, wordt voldaan door het innerlijke rijpingsproces en het gevoel dat hij / zij de rol als volwassene nog niet kan vervullen. Test angst is geen ziekte die lichtvaardig moet worden opgevat, maar het kan goed worden geholpen met psychologische strategieën.

De therapie moet erop gericht zijn situaties zo objectief mogelijk te evalueren en niet af te glijden in destructieve denkpatronen die de stemming en het zelfvertrouwen en dus het fysieke welzijn vernietigen door hun negatieve oriëntatie. Het is belangrijk om de negatieve gedachten die bij examenangst overheersen, tegen te gaan met positieve gedachten. Gedachten en fantasieën zijn belangrijk en nuttig en kunnen helpen om het examen te overwinnen zenuwen.

Eenvoudige strategieën om een ​​verband te leggen tussen denken en voelen, zijn onder meer het zogenaamde "ABC van emoties". De eerste stap is om de zeer stressvolle situatie te beschrijven die zo weinig mogelijk door gevoelens wordt beïnvloed. De volgende stap gaat over uw eigen gedachten, verwachtingen en attitudes.

Als laatste stap moeten gevoelens en gedragspatronen in detail worden onderzocht. Dit gedetailleerde onderzoek van de situatie kan helpen om gedragspatronen en denkwijzen die een negatieve invloed hebben op het gevoel van eigenwaarde aan het licht te brengen en daar gericht aan te werken. Andere benaderingen zijn gedragstherapie, psychodynamische therapie of hypnose.

Gedragstherapie gaat ervan uit dat elk gedrag en elke ervaring wordt getraind en dus opnieuw kan worden aangeleerd. In de sessies worden de schadelijke gedragingen aangepakt in een omgeving die daar gunstig voor is leren en worden specifiek vervangen door ander gedrag. In het proces wordt de stress verhoogd totdat de beangstigende situatie, in dit geval het examen, eindelijk kan worden doorstaan.

Psychodynamische therapie gaat terug op de psychoanalytische theorie van Freud. Het veronderstelt dat er verschillende tegenstrijdige verlangens en motivaties in een persoon zijn. De innerlijke conflicten die daarbij ontstaan, zoeken een klep naar buiten.

De gedragspatronen die naar voren komen, worden vaak als schadelijk en ongewenst ervaren. Het onderliggende probleem, het interne conflict, wordt echter genegeerd. De psychoanalytische benadering probeert nu aan deze basale problemen te werken en ze op te lossen.

In die zin is het grondiger dan andere therapievormen, omdat het niet alleen werkt aan het schadelijke gedrag, maar ook aan de oorzaak ervan, maar het ook langer duurt. Daarom moet deze therapievorm liever niet kort voor een onderzoek worden gekozen. Hypnose is een bewust geïnitieerde, diepe staat van ontspanning.

Als het therapeutisch wordt gebruikt, spreekt men van hypnotherapie. Bij het hypnoseonderzoek worden situaties ervaren, die echter positief verlopen. Dit denkproces kan worden gebruikt door de hersenen als een positieve ervaring en versterkt het zelfvertrouwen. Zo kunnen positieve gedachten worden getraind. Daarnaast kunnen onbewuste drijfveren en conflicten in een hypnose worden opgehelderd en in het vervolgtraject verder gewerkt worden.