Symptomen van aortadissectie | Aortadissectie

Symptomen van aortadissectie

Het zogenaamde hoofdsymptoom, dat door meer dan 9 op de 10 patiënten met een acute dissectie wordt beschreven, is een acuut, zeer ernstig pijn in de borst or buikstreek of achterin. De pijn wordt door de getroffenen beschreven als zeer intens en stekend of tranend, soms verliezen patiënten het bewustzijn simpelweg vanwege de intensiteit van de pijn. Met type A-dissectie, de pijn wordt meer gevoeld in de borst gebied, met type B dissectie meer tussen de schouderbladen naar de buik en rug.

Als er een zwervende pijn optreedt, duidt dit op een zich uitbreidende dissectie. In zeldzame gevallen is de dissectie volledig pijnloos, zodat deze bij toeval opvalt. Afhankelijk van de hoogte waarop de dissectie zich bevindt en welke uitgaand bloed schepen worden beïnvloed, kunnen complicaties optreden in de meest uiteenlopende orgaansystemen.

Indien de hart- erbij betrokken is, kan er sprake zijn van kortademigheid en schokken symptomen. Als het hersenen-aanvoerende slagaders zijn aangetast, beroerte-achtige symptomen kunnen optreden. In geval van een verlaagd bloed levering van de darmen of nieren, ernstige buik of pijn in de ribben kan gebeuren. In het geval van verlaagd bloed stroming in de armen en benen, kan pijn in de extremiteiten optreden. Een onderaanbod van de spinal cord Met paraplegie is ook mogelijk.

Behandeling van aortadissectie volgens richtlijnen

Een medische richtlijn geeft een aanbeveling voor de therapie en diagnose van bepaalde ziektebeelden. In tegenstelling tot de richtlijn is deze niet bindend, maar moet deze altijd individueel aan de patiënt worden aangepast. In een classificatiesysteem worden verschillende kwaliteitsniveaus onderscheiden, waarbij een S3-richtlijn van hogere waarde is dan een S1- of S2-richtlijn.

Momenteel zijn er verschillende aanbevelingen voor de behandeling van patiënten met aortadissectie (bijv. van de Duitse Vereniging voor Vasculaire Chirurgie of de European Society of Cardiologie​ Er is momenteel geen algemeen aanvaarde S3-richtlijn, dus de uiteindelijke beslissing ligt altijd bij de behandelende arts. Algemene normen voor diagnostiek (bijv. Beeldvormingsprocedures zoals CT, echocardiografie of MRI en angiografie) en therapie (chirurgische vs. interventionele vs. medicamenteuze behandeling) worden in alle ziekenhuizen in Duitsland op dezelfde manier behandeld (zie behandeling / therapie).

Therapie van aortadissectie

Bij de therapie van aortadissecties is het belangrijk onderscheid te maken tussen acuut en chronisch, en tussen type A en type B dissecties. Een acute dissectie type A is altijd een onmiddellijke indicatie voor een spoedoperatie, aangezien het risico op een fatale breuk met de tijd toeneemt. Een chronische dissectie type A moet meestal operatief worden gecorrigeerd, maar het risico op scheuren is veel lager, dus de operatie hoeft niet als een noodgeval te worden uitgevoerd.

De kans op ruptuur is veel lager bij type B dissectie dan bij type A dissectie, zodat conservatieve (medicamenteuze) behandeling wordt toegepast als het verloop van de ziekte ongecompliceerd is. Analyses hebben aangetoond dat het sterftecijfer na 30 dagen met chirurgische behandeling van een type B-dissectie ongeveer 30% bedraagt, terwijl het sterftecijfer na 30 dagen met puur medicamenteuze behandeling slechts 10% is. Bij complicaties zoals verminderde doorbloeding van verschillende orgaansystemen (zie symptomen) kan endovasculaire / interventionele katheterisatie, bijvoorbeeld met stents, worden toegepast. Een dissectie type B wordt alleen in geselecteerde gevallen geopereerd, waaronder een dreigende of reeds opgetreden ruptuur, een toenemende vergroting van de aortadiameter, bij patiënten met Marfan-syndroom of een retrograde extensie in de aorta ascendens.