Symptomen | Reactieve artritis

Symptomen

Het klinische beeld van reactief artritis verschijnt meestal twee tot zes weken na infectie. Artritis als een ontsteking van de gewrichten zit voornamelijk in de benen (knie en enkel gewrichten), minder vaak in de vinger en teen gewrichten. In de meeste gevallen reactief artritis presenteert een asymmetrisch beeld, dwz

dezelfde gewrichten aan beide zijden worden niet parallel aangetast, bijvoorbeeld slechts één kniegewricht. Vaak wordt slechts één gewricht aangetast (monartritis). De ontsteking manifesteert zich in de vorm van pijn, zwelling, roodheid, oververhitting en verminderde mobiliteit.

Stijfheid van de gewrichten komt vooral 's ochtends voor en wordt dan genoemd ochtend stijfheid. In sommige gevallen kunnen niet-specifieke klachten het artritisbeeld vergezellen, zoals koortsvermoeidheid en een algemeen gevoel van ziekte. Bovendien kan ontsteking van de peesaanhechtingen of peesmantels (enthesopathie, tendovaginitis), ontsteking van het sacro-iliacale gewricht (sacroiliitis) of betrokkenheid van interne organen (hart-, nier) kunnen ook voorkomen. Bij 30% van de patiënten lijdt aan reactieve artritis, zijn er andere symptomen die samen worden gevormd Reiter's syndroomDit omvat: Als de eerste drie symptomen bestaan, spreekt men een triade van een ruiter, als de dermatose wordt toegevoegd, noemt men dit een ruitertetrade.

  • Reactieve artritis
  • Urethritis = ontsteking van de urethra
  • Conjunctivitis Irritatie = conjunctivitis Regenbogenhautentzündung (op het oog)
  • Reiter's dermatosis = huidveranderingen op het genitale slijmvlies (balanitis circinata), op handpalmen en voetzolen (keratoma blennorrhagicum) of op het hele lichaam (vergelijkbaar met psoriasis), aften van het mondslijmvlies

Diagnose

Reactieve artritis wordt eerst gediagnosticeerd door het nemen van de patiënt medische geschiedenis en klinische symptomen. Dit wordt aangevuld door het laboratorium, dat ontstekingswaarden (CRP, BSG) en HLA-B27 bevat. Bovendien, als reactieve artritis wordt vermoed, kan worden geprobeerd de initiële infectie op te sporen door middel van PCR (polymerasekettingreactie), kweek (kweek van de ziekteverwekker) of serologie (antilichaamdetectie), hoewel dit meestal genezen is tegen de tijd dat de diagnose wordt gesteld en een positief resultaat kan dus niet meer worden behaald. Andere oorzaken kunnen worden uitgesloten door middel van beeldvormingsprocedures (Röntgenstraal, CT, MRT, ultrageluid).