Meidoorn: gezondheidsvoordelen en medicinaal gebruik

De eenhandige en de tweehandige hagedoorn zijn inheems in heel Europa, bovendien zijn de andere meidoornsoorten afkomstig van het Balkan-schiereiland, van de oostelijke Middellandse Zeegebieden, Hongarije, Kroatië en Slovenië. Het medicijnmateriaal wordt geïmporteerd uit Oost- en Zuidoost-Europa.

Gebruik van meidoorn

In kruidengeneeskunde, het meest voorkomende gebruik zijn de gedroogde bladeren samen met de bloemen (Crataegi folium cum flore).

Minder vaak, en dan vooral in homeopathie hagedoorn fruit wordt gebruikt. Echter, van de hagedoorn fruits er is geen positieve monografie van de Commissie E.

Omdat het hout van de meidoorn erg hard is, wordt het gebruikt voor de vervaardiging van wandelstokken, speelgoed en dergelijke.

Meidoorn en zijn kenmerken

Meidoorn is een doorgaans sterk vertakte struik van 2-5 m hoog of een boom tot 10 m hoog. De plant heeft doornige takken en ovale, gelobde en fijngetande bladeren. Verder draagt ​​meidoorn witte bloemen gerangschikt in brede schermen, de geur daarvan trekt veel insecten aan voor bestuiving. De vlezige vruchten zijn rood als ze rijp zijn.

In kruidengeneeskunde, meidoorn (Crataegus monogyna), in het bijzonder, wordt gebruikt, maar ook de tweestammige meidoorn (Crataegus laevigata), die vaak kruist. Andere gebruikte soorten zijn:

Meidoorn als medicijn

Een deel van het medicijnmateriaal zijn de donkerbruine, houtachtige stukjes stengel en gelobde bladeren met licht gekartelde randen en min of meer behaard. Vooral aan de lichtere onderkant van de bladeren zijn de bladnerven te zien. De bladeren van de bloemkroon zijn te herkennen aan hun geelachtig witte tot bruinachtige kleur.

De bladeren van de meidoorn geven een ietwat eigenaardige, licht geurende geur af. De smaak van de drug is licht zoet, ietwat bitter en samentrekkend.