Fijne motoriek - oefeningen voor kinderen | Ergotherapie - Kindergeneeskunde

Fijne motoriek - oefeningen voor kinderen

Ontwikkelingsachterstanden bij kinderen manifesteren zich vaak door fijne motoriek die niet geschikt is voor de leeftijd. Dit kan zowel in kleuterschool en op school. Bij ergotherapie worden de kinderen op precies deze zwakte geoefend.

Er zijn veel verschillende manieren om dit te doen:

  • Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor handwerk. Een kind is sterk gemotiveerd in het knutselen, omdat het iets produceert, het heeft na de therapie iets van zichzelf gecreëerd. Er wordt bijvoorbeeld rotanriet gebruikt, dat wil zeggen mandenvlechten.

    Het kind heeft veel concentratie en fijne motoriek nodig zonder dat het zich hiervan bewust is. De handvaardigheid wordt sterk aangemoedigd en getraind. Er zijn altijd verschillende technieken om de vingers vast te pakken.

    Verder is het werken met karton en papier ook geschikt. Sterren of andere vormen kunnen worden opgevouwen, wat ook de fijne motoriek traint. Afhankelijk van het tekort van het kind kunnen werkstukken van verschillende ernst worden geproduceerd.

  • Naast handwerk worden er (therapeutische) spellen aangeboden om de fijne motoriek te trainen.

    Door vinger spelletjes, verzamelen de kinderen veel informatie over vinger coördinatie en zo wordt een belangrijk vermogen gecreëerd om in het dagelijks leven te handelen. De vingers vormen heel verschillende poppen of rollen, zoals in een theater. Tegelijkertijd wordt dit stuk taalkundig begeleid, in de vorm van een kinderliedje of kinderliedje. Een spel dat thuis goed te spelen is en dat de fijne motoriek traint, is de puzzel.

    Alleen door gebruik te maken van de fijne motoriek is het mogelijk om de individuele puzzelstukjes in elkaar te leggen. Hoe minder deze vaardigheid beheerst, hoe groter de individuele puzzelstukjes kunnen zijn. Voor kinderen die al getraind zijn, worden puzzels met hele kleine stukjes gebruikt.

    Hieruit blijkt dat het niet altijd nodig is om een ​​heel speciaal spel van therapeuten te gebruiken, maar soms wordt het kind geholpen met heel eenvoudige spellen, die meestal in elk huishouden te vinden zijn. Deze omvatten verschillende spellen waarbij het kind iets moet bouwen uit de kleinst mogelijke onderdelen of ze in elkaar moet zetten (legoblokjes, metalen bouwpakket mozaïek maken etc.).

  • De zwakte van de fijne motoriek is vooral merkbaar in het schilder- en schrijfgedrag van de kinderen. Het kind krijgt speciale oefeningen voor de penpositie, zitpositie en voor de coördinatie dat schilderen en schrijven vereist. Samenvattend kan worden gesteld dat de therapeut door middel van zijn oefeningen de algehele persoonlijkheid van het kind aanspreekt en zo nieuwe bewegingsgebieden opent in de context van fijne motoriek die voorheen door zijn handicap niet toegankelijk waren voor het kind.