Afscheiding: functie, taken, rol en ziekten

Klieren of klierachtige cellen geven tijdens de uitscheiding een stof af aan het lichaam. De secretie wordt ofwel intern vrijgegeven via bloed paden of extern via klierbanen. Overproductie van bepaalde secreties wordt hypersecretie genoemd, terwijl onderproductie hyposecretie wordt genoemd.

Wat is afscheiding?

Veel afscheidingen worden ook gebruikt voor de spijsvertering, zoals de afscheiding van spijsvertering enzymen oppompen van gal​ Figuur toont gal en alvleesklier. Tijdens de uitscheiding geven gespecialiseerde cellen bepaalde stoffen af ​​aan het organisme. In de meeste gevallen zijn deze gespecialiseerde cellen kliercellen. Er zijn verschillende soorten afscheiding. Exocriene secretie moet bijvoorbeeld worden onderscheiden van endocriene secretie. In de endocriene vorm wordt de secretie vrijgegeven in de bloed systeem. Deze variant is het meest voorkomende type interne afscheiding. Hiervan onderscheiden zijn autocriene en paracriene secretie. In de autocriene vorm werkt de afscheiding in op de vrijmakende cellen zelf. Paracriene afscheidingen werken daarentegen op de cellen in de omgeving. In de exocriene of externe variant geven de cellen de secretie niet intern af, maar in de klierkanalen of direct op het oppervlak van slijmvliezen. Exocriene secretie kan verder worden gedifferentieerd in eccriene, apocriene en holocriene secretie. Bovendien wordt de uitscheiding van de eindproducten van het metabolisme soms uitscheiding of, meer specifiek, uitscheiding genoemd. Elke afscheiding is onvervangbaar voor het organisme en de afzonderlijke afscheidingen vervullen geheel verschillende functies.

Functie en taak

Afscheiding vindt onvrijwillig plaats door klieren of klierachtige cellen. Controle van de afscheiding is de verantwoordelijkheid van de autonome zenuwstelsel en endocriene systeem​ Afscheidingen vervullen verschillende taken. Er worden bijvoorbeeld stofwisselingsproducten uitgescheiden die niet langer nodig zijn in het lichaam. Afscheidingen zoals nasale afscheidingen, aan de andere kant, houden de slijmvliezen vochtig en binden pathogenen​ Veel afscheidingen dienen ook voor spijsverteringsdoeleinden, bijvoorbeeld de afscheiding van spijsvertering enzymen oppompen van gal en de release van speeksel of maagsap. Een voedingsfunctie wordt daarentegen vervuld door de afscheiding van de borstklieren, die de toevoer van het nageslacht via de moeder melk​ De afscheiding van zweet via de zweetklieren op zijn beurt dient de thermoregulatie. Het vrijkomen van vetten uit de talgklippen op het oppervlak van de huid dient om de huid te smeren en haar​ Geurklieren daarentegen scheiden geursporen af. In het dierenrijk zijn er aanzienlijk meer secretoire functies. Slangengif dient bijvoorbeeld om het prooidier te verlammen. Bij muggen houdt een afscheiding de bijtwond open, en dieren zoals het stinkdier zijn uitgerust met defensieve afscheidingen om vijanden weg te jagen. Een klierafscheiding kan ook verschillende functies vervullen. Bij mensen is dit bijvoorbeeld het geval bij galafscheidingen. De afscheiding kan worden vrijgegeven door verschillende mechanismen. Bij avesiculaire afscheiding van gal wordt de afscheiding bijvoorbeeld via transport afgevoerd eiwitten​ Bij eccriene secretie daarentegen vormen zich kleine blaasjes die in het membraan terechtkomen, zoals bijvoorbeeld in het geval van zweet. Bij apocriene secretie wordt de secretie samen met delen van de cel afgegeven en celmembraanDit type secretie wordt bijvoorbeeld bediend door de borstklieren. In de holocriene afscheiding van de talgklippenAan de andere kant wordt de hele secretiecel vrijgegeven en sterft. Afhankelijk van de anatomische structuren waarop een afscheiding inwerkt, spreken we van autocriene of paracriene afscheiding. Sommige klierafscheidingen werken tegelijkertijd op de kliercellen zelf en op cellen in de directe omgeving. Dit fenomeen is bijvoorbeeld aanwezig in de afscheidingen van de testikels. De consistentie van een afscheiding kan tussen waterig en slijmerig liggen of kan gemengde vormen aannemen. Veel secretieklieren worden hormonaal aangestuurd en functioneren op basis van feedbackmechanismen. Op cellulair niveau, de ontlading van het individu eiwitten kan ook worden begrepen als afscheiding. Dit type afscheiding treedt bijvoorbeeld op bij immunoglobulinen.

Ziekten en aandoeningen

Stoornissen in de afscheiding van klieren komen overeen met hypersecretie of hyposecretie. Hypersecretie is de overproductie van een bepaalde secretie. Hyperhidrose is bijvoorbeeld de overmatige productie van zweet. Hyperlacrimatie is een verhoogde afscheiding van traanafscheiding en hypersalivatie betekent overmatige afscheiding van speeksel​ Hypersecretie van het speeksel kan bijvoorbeeld optreden in de context van vergiftiging of ontsteking en infectie. Echter, epilepsie en Parkinson zijn ook mogelijke oorzaken van het fenomeen. Als de verminderde afgifte van lichaamsafscheidingen pathologische proporties aanneemt, is hyposecretie aanwezig. Dit fenomeen doet zich vaak voor in de context van een onderaanbod van bepaalde hormonen​ Zo worden de klieren gestimuleerd om slechts in onvoldoende mate uit te scheiden. De verminderde hormoonproductie in de hypofyse wordt ook wel hypopituïtarisme genoemd. Dit fenomeen kan optreden in de context van tumorziekte in de hypofyse​ Klieren zelf kunnen ook worden aangetast door ziekten en daardoor hun afscheiding veranderen. Diabetesis bijvoorbeeld een ziekte van het endocriene kliersysteem. Ziekten van de schildklier worden ook wel endocriene ziekten genoemd. In hypothyreoïdie, is er een tekort aan schildklierhormoon in het lichaam. Getroffen personen worden zwaarder, zijn gevoelig voor koud, en lijken vertraagd in hun reacties. In het geval van hyperthyreoïdieAnderzijds treden gewichtsverlies en nervositeit op. Overmatig zweten komt hierbij ook voor.