Oplopende lumbale ader: structuur, functie en ziekten

De opgaande lumbale ader is een oplopend bloed vat dat langs de wervelkolom loopt. In de rechterhelft van het lichaam mondt het uit in de azygos ader, terwijl het aan de linkerkant in de hemiazygosader stroomt. De opgaande lumbale ader kan een omleidingsroute bieden in gevallen van inferieur vena Cava embolie.

Wat is de opgaande lumbale ader?

De opgaande lumbale ader is een bloed vat van de systemische circulatie​ De ader draagt ​​zuurstofarm bloed naar de hart-, vanwaar het lichaam het bloed in de pulmonale circulatie​ Daar zijn de rode bloedcellen (erytrocyten) opnemen zuurstof en verspreid het over de verschillende organen en weefsels van het organisme. De opgaande lumbale ader komt voor in beide helften van het lichaam. Anatomie maakt onderscheid tussen de vena lumbalis ascendens dextra (rechts) en de vena lumbalis ascendens sinistra (links). Omdat het menselijk lichaam niet helemaal symmetrisch is en de hart- wordt bij de meeste individuen naar links verplaatst, de twee bloed schepen volg een iets andere koers.

Anatomie en structuur

Zowel aan de rechter- als aan de linkerkant passeert de opgaande lumbale ader onder de lumbale spier (psoas major en psoas minor spieren). Daar loopt het zelfs vóór de ribbenprocessen, ter hoogte van de lendenwervels. De vena lumbalis ascendens kruist daarbij de regio lumbalis tussen de iliacale top en de onderste rib. Aan de rechterkant van het lichaam mondt de vena lumbalis ascendens uit in de vena azygos, die in het gebied van de thoracale wervelkolom loopt. Door de lumbale spleet (pars lumbalis diafragmatis) passeert de azygosader de diafragma en treedt de meerdere binnen vena Cava​ Voorafgaand hieraan stromen verschillende andere aderen in de azygos-ader, inclusief de hemiazygos-ader. Dit vindt zijn oorsprong in de linkerkant van het lichaam en ontvangt ook bloed uit de linker opstijgende lumbale ader. Van de meerdere vena Cava, bloed komt de rechter atrium​ De opgaande lumbale ader heeft een wand die in doorsnede uit drie lagen bestaat. De binnenste aderwand is de tunica interna, die een laag endotheelcellen heeft. Deze lijnen het interieur van de bloedvat​ De tunica interna omvat ook de veneuze kleppen. Hierboven bevindt zich de tunica-media, die een laag gladde spieren heeft. De tunica externa vormt de buitenste laag van de aderwand en wordt ook wel de tunica adventitia genoemd.

Functie en taken

De opgaande lumbale ader heeft een verbinding met de lumbale aderen. Normaal gesproken lopen ze weg in de inferieure vena cava, die begint in de lumbale wervelkolom, passeert de diafragma, en mondt uit in de rechter atrium via de sinus venarum cavarum. De opgaande lumbale ader draagt ​​zuurstofarm bloed. In het menselijk lichaam beweegt rode vloeistof zich binnen een gesloten circuit. Daarom is de juiste afvoer van bloed van groot belang. Omdat de opgaande lumbale ader in het lichaam omhoog gaat, moet deze het bloed meestal tegen de zwaartekracht in naar boven transporteren. Het wordt hierbij geholpen door een dunne spierlaag in de aderwand. Veneuze kleppen steken uit in het inwendige van de bloedvat, waardoor het bloed niet terugstroomt. Bloeddruk in een ader is relatief laag, typisch 0-15 mm Hg. Ter vergelijking: slagaders hebben een gemiddelde bloeddruk van 70-120 mm Hg bij gezonde mensen. Vanwege dit verschil verwijst de geneeskunde ook naar het lagedruksysteem. Dit deel van de cardiovasculair systeem omvat de opgaande lumbale ader en alle andere aderen, evenals delen van de hart- pulmonale circulatie en de boete capillair bed. Het lagedruksysteem dient om bloed op te slaan. Haar schepen meer bloed vrijgeven wanneer de volume in het totaal circulatie neemt af. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer bloed verloren gaat door letsel. Zodra het lichaam voldoende bloed heeft volume nogmaals, het vult het lagedruksysteem totdat het weer ongeveer 85% van het bloed erin opslaat.

Ziekten

De opgaande lumbale ader heeft een verbinding met de lumbale ader, externe iliacale ader en iliolumbale ader enerzijds en met de superieure vena cava anderzijds. Hierdoor kan het bijdragen aan een onderpand circulatie dat omzeilt de inferieure vena cava. In dit geval spreekt de geneeskunde ook van een cavocavale anastomose, waarbij 'anastomose' verwijst naar een verband en 'cavocaval' verwijst naar de vena cava. Een dergelijke bypasscirculatie is relevant wanneer de bloedstroom in de inferieure vena cava niet langer gegarandeerd is, het geval van vernauwing of afsluiting van de bloedvat​ Het klinische fenomeen is ook bekend als embolie en kan verschillende oorzaken hebben. Een trombus bestaat uit gestold bloed bloedplaatjes die samenklonteren in het vat. De bloedbestanddelen kunnen bijvoorbeeld op de veneuze kleppen of in uitsteeksels van de aderwand worden afgezet. Gebrek aan lichaamsbeweging, roken, een ongezonde dieet en andere risicofactoren de ontwikkeling van een trombus bevorderen. Als zo'n stolsel loslaat, kan het vervolgens vast komen te zitten in een kleiner bloedvat of bekneld raken. Een andere mogelijke oorzaak van veneus afsluiting is aardgas embolie, waarin gassen vrijkomen uit het bloed en de bloedstroom belemmeren. Andere vormen van embolie zijn onder meer vreemde lichamen en lichaamsweefsels die bijvoorbeeld bij een verwonding de ader kunnen binnendringen. Tumoren kunnen ook de bloedstroom beperken. De opgaande lumbale ader kan ook direct worden beschadigd door rugletsel. Bovendien kunnen andere aderziekten zoals ontsteking (flebitis) zijn in principe mogelijk.